Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1995-1996 | 24632 nr. 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1995-1996 | 24632 nr. 4 |
Vastgesteld 26 april 1996
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer van haar bevindingen als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de gestelde vragen door de regering tijdig beantwoord zullen zijn, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.
De leden van de PvdA-fractie beschouwen de door de regering voorgestelde wijzigingen in de Appa als zinvol.
Vooral ten aanzien van gewezen leden van de Tweede Kamer wordt de huidige maatstaf voor de vaststelling van de duur van het recht op uitkering als niet bevredigend ervaren, zo staat in de memorie van toelichting. De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de regering daarvan is gebleken. Welk percentage maakt een onderbreking van ten hoogste twee maanden momenteel uit van het totaal aantal gevallen van onderbreking?
In het wetsvoorstel is een maatstaf opgenomen die de duur van het recht op uitkering afhankelijk maakt van de duur van de ambtsvervulling in «een zekere» periode voor het aftreden. Wat wordt bedoeld met «een zekere»? Het gaat toch om de hele periode voor het aftreden (die voor ten hoogste een zesde deel is onderbroken)?
Het wetsvoorstel bepaalt dat voor de vaststelling van de duur van het recht op uitkering bij aftreden als lid van de Tweede Kamer, tijd als lid van het Europees Parlement meetelt. De leden van de PvdA-fractie vragen welke tijd «dubbeltelt» bij een dubbellidmaatschap?
Wat betreft het «ruwwerkende» systeem voor de pensioenopbouw: bestaat niet de kans dat inkomsten op een niveau worden gebracht, waarbij het recht bestaat op een bijna nihil uitkering en de Appa-opbouw dus een kwart is?
Deze leden vinden de kosten van het wetsvoorstel wel erg onbepaald. «Het is niet aan te geven om welke aantallen het gaat», staat bijvoorbeeld in de passage over de maatstaf voor de duur van het recht op uitkering. Dit is met betrekking tot het verleden toch wel aan te geven? Zo nee, waarom niet?
Ten slotte informeren de leden van de PvdA-fractie hoe de regering uitvoering zal geven aan de door de Kamer aangenomen motie-De Cloe c.s. over een wachtgeldregeling voor burgemeesters.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling van onderhavig wetsvoorstel kennis genomen. Zij waarderen het op zichzelf als positief dat de regering een poging doet gebleken knelpunten in de maatstaf voor de duur van het recht op uitkering van politieke ambtsdragers weg te nemen. Zij zouden het echter op prijs stellen nader kwantitatief inzicht te krijgen in de vraag in hoeverre onderhavig voorstel ook daadwerkelijk bijdraagt aan het oplossen van de gesignaleerde knelpunten. De keuze van de factor van minimale onderbrekingstijd van een zesde deel van het tijdvak waarin voordien het politieke ambt is bekleed komt als tamelijk willekeurig over. Kan een nadere onderbouwing worden gegeven?
De leden van de VVD-fractie onderkennen dat de voorgestelde maatstaf objectiviteit in de uitvoering waarborgt. Zij hebben er echter wel behoefte aan om van de regering te vernemen waarom niet is gekozen voor een systematiek waarbij een relatie gelegd wordt tussen de oorzaak van de onderbreking van de ambtsvervulling en de toegestane onderbreking zelf. Zij zouden het op zichzelf meer voor de hand liggend vinden als een onderscheid gemaakt zou worden tussen gevallen waarbij sprake is van een eigen keuze voor onderbreking van de ambtsvervulling en gevallen waarbij sprake is van «gedwongen» onderbreking.
Ook de voorstellen die beogen onbillijkheden op te heffen in die situaties dat de Appa-pensioen-opbouw geheel ophoudt, ook al worden elders slechts geringe aanspraken op overheidspensioen opgebouwd, kunnen door de leden van de VVD-fractie in beginsel onderschreven worden.
Met de regering hebben zij daarbij wel de indruk dat het voorgestelde systeem tamelijk ruw werkt. Kan een nadere motivering worden gegeven van het gekozen percentage van 25? Zij vragen, of een meer glijdende schaal niet wenselijk zou zijn. Kan een indicatie worden gegeven van het aantal mensen waar de regeling betrekking op heeft, alsmede van de omvang van de gesignaleerde «aanzienlijke» uitvoeringsproblematiek? Zou de regering ook kunnen reageren op het door de Commissie Rechtspositie van de Vereniging van Oud-Tweede Kamerleden gesignaleerde bezwaar dat onderhavig voorstel een abrupte verlaging van de opbouw van pensioenrechten van 50% naar 25% tot gevolg heeft voor de categorie oud-Kamerleden die buiten de overheid pensioen opbouwt. Om hoeveel mensen gaat het? Is de regering bereid de wens tot een overgangsregeling in de wet op te nemen?
De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennis genomen van het onderhavige wetsvoorstel.
Deze leden ondersteunen het voorstel tot flexibilisering van de onderbrekingstijd. Niet alleen betreft het een flexibilisering, maar ook een objectivering van de toegestane onderbrekingstijd. De leden van de fractie van D66 vinden het een goede zaak dat de duur van het recht uitkering afhankelijk wordt van de duur van de ambtsvervulling en dat daarbij de willekeurige en onevenredige termijn van twee maanden onderbrekingstijd wordt verlaten. Positief is ook dat de toetsing aan de «wezenlijkheid» van de onderbreking wordt afgeschaft. De regering stelt voor als toegestane onderbrekingstijd een termijn van ten hoogste een zesde deel van de totale duur van de ambtsvervulling te hanteren. Deze maatstaf komt de leden van de fractie van D66 niet onbillijk voor, echter zij vragen de regering toch te motiveren waarom voor de maatstaf van een zesde deel is gekozen.
De regering geeft als reden voor haar keuze voor een «ruw systeem», dat een systeem dat meer verfijnd uitwerkt, naar het peil van inkomsten, aanzienlijke uitvoeringproblematiek en -lasten met zich brengt. Dit zou onder meer te wijten zijn aan het feit dat de definitieve vaststelling van inkomsten over een zekere periode vaak eerst veel later kan plaatsvinden. De leden van de fractie van D66 vragen de regering of deze redenering niet ook opgaat bij de beoordeling of iemand recht heeft op een halve, kwart dan wel nihil opbouw. De uiteindelijke beoordeling zal toch ook eerst plaatsvinden na definitieve vaststelling van inkomsten? Waaruit bestaan dan precies de extra lasten die een verfijnd systeem meebrengt?
De leden van de SP-fractie vinden de huidige Appa te riant, de duur en hoogte staan in schril contrast met voorzieningen als de Ww. Daarnaast hebben de leden van de SP-fractie er bezwaar tegen dat er in de Appa geen sollicitatieplicht is.
Deze leden zien geen reden de maatstaf voor de duur van de uitkering zoals voorgesteld te wijzigen. Zij zijn wel voorstander van afschaffing van de minimumduur en pleiten voor een andere maatstaf voor de duur van de uitkering. Zeker zo lang er geen sollicitatieplicht is, is een uitkering gedurende dezelfde periode als de duur van de functie van politiek ambtsdrager te riant.
Samenstelling: Leden: Van Erp (VVD), V. A. M. van der Burg (CDA), Te Veldhuis (VVD), Van der Heijden (CDA), De Cloe (PvdA), voorzitter, Janmaat (CD), Van den Berg (SGP), Scheltema-de Nie (D66), ondervoorzitter, Apostolou (PvdA), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Zijlstra (PvdA), Van der Hoeven (CDA), Remkes (VVD), Gabor (CDA), Koekoek (CDA), Nijpels-Hezemans (Groep Nijpels), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Hoekema (D66), Essers (VVD), Dittrich (D66), Dijksman (PvdA), De Graaf (D66), Cornielje (VVD), Rouvoet (RPF), Rehwinkel (PvdA).
Plv. leden: Korthals (VVD), Dankers (CDA), Van Hoof (VVD), Bijleveld-Schouten (CDA), Liemburg (PvdA), Poppe (SP), Schutte (GPV), Jeekel (D66), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Vreeman (PvdA), Verhagen (CDA), Van der Stoel (VVD), Mateman (CDA), Mulder-Van Dam (CDA), Van Wingerden (AOV), Rabbae (GroenLinks), Van Boxtel (D66), H. G. J. Kamp (VVD), Assen (CDA), M. M. van der Burg (PvdA), Bakker (D66), Klein Molekamp (VVD), Leerkes (U55+), Van Oven (PvdA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-24632-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.