24 631
Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met verlenging van de verblijfsduur voor bepaalde categorieën leerlingen in m.a.v.o. en v.b.o. (regeling verlenging verblijfsduur leerlingen m.a.v.o. en v.b.o.)

a
OORSPRONKELIJK TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

Artikel I

– de aanhef van het tweede lid luidde:

2. Onder vernummering van het vierde lid tot achtste lid worden vier nieuwe leden ingevoegd, luidde:

– in het vierde lid luidde de slotpassage: voor zover aan het onderwijs in hoofdzaak wordt deelgenomen door gehandicapte leerlingen.

– het vijfde lid bevatte een onderdeel c, luidde:

c. zij zullen naar verwachting van de inspectie in de periode van verlenging in staat zijn de opleiding met goed gevolg te voltooien.

– in het zesde lid ontbrak de slotpassage van de aanhef, luidende: voldoet aan de volgende vereisten.

– in het zesde lid ontbrak onderdeel c.

– het slot van het zesde lid luidde: De inspectie willigt een verzoek slechts in indien zij verwacht dat de leerling:

1°. niet in staat zal zijn in dat vijfde jaar de opleiding met goed gevolg te voltooien, en

2°. In de periode van de verlenging wel in staat zal zijn de opleiding met goed gevolg te voltooien.

– het zevende lid ontbrak.

– het achtste lid was genummerd: zevende lid.

Naar boven