nr. 4
VERSLAG
Vastgesteld 16 april 1996
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen1, belast met het voorbereidend onderzoek, brengt als volgt verslag
uit van haar bevindingen omtrent dit wetsvoorstel.
Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen en gemaakte opmerkingen
afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel
voldoende voorbereid.
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met veel belangstelling kennis genomen
van het onderhavige wetsvoorstel. Zij onderschrijven het beginsel dat slechts
bij hoge uitzondering en in dringende gevallen een verlenging van de verblijfsduur
voor leerlingen in mavo en vbo mogelijk moet zijn. Deze leden kunnen zich
in beginsel vinden in de in het wetsvoorstel onderscheiden categorieën,
te weten gehandicapten op nader omschreven scholen, leerlingen die buiten
Nederland primair onderwijs hebben gevolgd en ziekte- of overmachtgevallen
waarbij minimaal 12 maanden geen onderwijs is gevolgd.
Ten aanzien van de eerste categorie leerlingen ontvangen deze leden gaarne
een toelichting op de in de memorie van toelichting genoemde scholen.
Ten aanzien van de tweede categorie merken zij op dat het verlengen van
de verblijfsduur geen doel op zich mag zijn. Juist ten aanzien van deze leerlingen
zal een verhoogde inspanning moeten worden verricht om hen zo snel mogelijk
de Nederlandse taal bij te brengen. Op die wijze wordt hen een goede basis
verschaft om de door hen gevolgde opleiding in het voortgezet onderwijs met
succes af te ronden en verder in het maatschappelijk leven te kunnen participeren.
Tenslotte zouden deze leden graag weten op hoeveel leerlingen op jaarbasis
het onderhavige wetsvoorstel zich richt.
De leden van de fractie van D66 hebben met grote belangstelling kennisgenomen
van het voorstel tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband
met de verlenging van de verblijfsduur voor bepaalde categorieën leerlingen
in mavo en vbo. Zij ondersteunen de mening dat ontheffing van de maximum verblijfsduur
mogelijk gemaakt
moet worden met name voor leerlingen die primair onderwijs niet in Nederland
hebben gevolgd en voor langdurig zieke en gehandicapte leerlingen.
De hier aan het woord zijnde leden zijn blij dat geen verblijfsduurbeperking
wordt opgelegd aan de kwetsbare groep gehandicapte leerlingen van de school
voor vbo van de Revalidatie Scholengemeenschap te Arnhem, de school voor vbo
De Schalm van de Stichting Instituut voor Doven te St. Michielsgestel en de
school voor vbo aan doven te Voorburg. Kan de staatssecretaris aangeven waarom
niet ook voor het blindenonderwijs een uitzondering is gemaakt?
De leden van de fractie van D66 vragen zich ook af wat het benoemen van
deze uitzonderingen betekent voor gehandicapte leerlingen op reguliere mavo-
en vbo-scholen. Bestaan er voor hen ook mogelijkheden hun verblijfsduur in
het onderwijs te verlengen als de ISOVSO overgegaan is in de WVO? Deze leden
zouden in verband met deze vraag erop willen wijzen dat sommige gehandicapten
wat sneller vermoeid raken en dus niet in staat zijn de gehele dag aan het
onderwijs deel te nemen. Ook is het bekend dat sommige leerlingen, bijvoorbeeld
leerlingen met een licht verstandelijke handicap, in het begin van hun schoolcarrière
wat langzamer op gang komen. Kan de staatssecretaris hierop een reactie geven?
De leden van de D66-fractie willen de gestelde vraag en de gemaakte opmerkingen
plaatsen in het kader van de uitwerking van de notitie «Recht doen aan
Verscheidenheid». Er wordt voor gepleit zoveel mogelijk leerlingen,
eventueel met wat extra zorg, binnen het reguliere mavo- en vbo-onderwijs
te houden. Deelt de staatssecretaris de mening dat het toepassen van de verlenging
van de verblijfsduur op het reguliere onderwijs hieraan zou kunnen bijdragen?
Tenslotte zouden deze leden willen vernemen wat deze wetswijziging gaat
betekenen voor het ziekenhuisonderwijs. Kan de staatssecretaris aangeven of
leerlingen die (tijdelijk) gebruik maken van deze vorm van onderwijs in aanmerking
komen voor een verlenging van de verblijfsduur? Zo ja, zal deze verlenging
dan ook gelden als de leerling in een later stadium weer het reguliere onderwijs
volgt?
De ondervoorzitter van de commissie,
Van Gelder
De griffier van de commissie,
Roovers
XNoot
1Samenstelling: Leden: Beinema (CDA), Van der Vlies (SGP), M.M.H. Kamp
(VVD), voorzitter, De Cloe (PvdA), Janmaat (CD), Van Gelder (PvdA), ondervoorzitter,
Van de Camp (CDA), Huys (PvdA), Mulder-van Dam (CDA), Hendriks (HDRK), Rabbae
(GroenLinks), Jorritsma-van Oosten (D66), De Koning (D66), Koekkoek (CDA),
J. M. de Vries (VVD), Liemburg (PvdA), Stellingwerf (RPF), Lambrechts (D66),
Rijpstra (VVD), Cornielje (VVD), Cherribi (VVD), Dijksma (PvdA), Sterk (PvdA),
Van Vliet (D66) en Bremmer (CDA).
Plv. leden: Reitsma (CDA), Schutte (GPV), Klein Molekamp (VVD),
Valk (PvdA), Poppe (SP), Duivesteijn (PvdA), Ten Hoopen (CDA), Lilipaly (PvdA),
Van der Hoeven (CDA), Verkerk (AOV), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Bakker
(D66), Van 't Riet (D66), Deetman (CDA), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD),
Van der Ploeg (PvdA), Leerkes (U55+), Versnel-Schmitz (D66), Essers (VVD),
Korthals (VVD), Passtoors (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), Van Zuijlen (PvdA),
Verhagen (CDA) en Lansink (CDA).