24 626
Het opnieuw vaststellen van de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen in verband met het verbeteren van de werking van deze wet (Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996)

nr. 7
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 14 oktober 1996

Tijdens het onlangs gehouden plenaire debat over de Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 (hierna Wmz '96) is het volgende aan de orde geweest.

In het debat opperde mevr. Giskes de mogelijkheid om de vennootschap wijzigingen in het kapitaal te doen melden aan de STE. Ik heb toegezegd deze suggestie in overweging te nemen en met een nota van wijziging te komen dan wel met een schriftelijke toelichting waarom het beter is dat niet te doen. Met deze brief wil ik deze toezegging gestand doen.

Op basis van een reeds bestaande afspraak tussen de Vereniging voor de Effectenhandel en de STE krijgt de STE wekelijks van de beurs een overzicht van alle kapitaalswijzigingen die zich in de voorbije week hebben voorgedaan bij beursvennootschappen. Een aparte meldingsplicht ten aanzien van kapitaalwijzigingen van vennootschappen aan de STE voorziet de STE niet van nieuwe informatie. Het komt mij voor dat er geen reden is de bestaande privaatrechtelijke regeling te vervangen door een wettelijke verplichting. Het huidige systeem functioneert goed en houdt de kosten voor de vennootschap beperkt. Een wettelijke verplichting voor de vennootschap om aan de STE te melden, zou tevens een sanctie moeten omvatten indien niet aan die verplichting wordt voldaan.

Gelet op het vorenstaande constateer ik dat de voorgestelde wijziging van het wetsontwerp geen verbetering op zou leveren van de thans reeds bestaande praktijk op dit punt, maar wel een verzwaring van de lasten voor de bedrijfstak met zich brengt zonder dat de transparantie van de markt, het doel van de wet, erdoor zou worden bevorderd.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven