24 609
Intergouvernementele Conferentie

nr. 33
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 22 mei 1997

Gezien de bijzondere omstandigheden waarin Nederland verkeert in de IGC onderhandelingen, te weten in hoedanigheid van Voorzitter en van Lid-Staat, geeft de regering er de voorkeur aan per motie een enkele opmerking te maken, doch een verdere beslissing over de inhoud van de moties over te laten aan het Parlement.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. van Mierlo

Motie nr 19 – Van den Bos c.s.Opmerking Regering
  
Het voorkomen van het definiëren vanuit tweede en derde pijler voortvloeiende uitgaven als verplichte uitgaven.De Regering geeft op de in het debat aangegeven wijze uitvoering aan het gevraagde.
  
Motie nr 20 – Van den Bos c.s.Opmerking Regering
  
Non-discriminatiebepaling op grond van geslacht.De regering acht de huidige formulering in het voorzitterschapsvoorstel na alle discussies tussen de Lid-Staten de maximaal haalbare.
  
Motie nr 21 – Van Middelkoop en WeisglasOpmerking Regering
  
Relatie EU/WEU.Opererend vanuit het voorzitterschapsvoorstel naar consensus, heeft de Nederlandse Regering geen behoefte aan deze motie.
  
Motie nr 22 – Van MiddelkoopOpmerking Regering
  
Nationale Parlementen in staat stellen zich tijdig te beraden over documenten en voorstellen van de Commissie.Aan het verzoek ten deze is in de voorstellen van het Voorzitterschap reeds voldaan.
  
Motie nr 23 – Van MiddelkoopOpmerking Regering
  
Leesbare en toegankelijke Verdragstekst.De Regering is bereid zich te oriënteren over de haalbaarheid van dit streven en zich bij positieve uitkomst hiervoor in te spannen.
  
Motie nr 24 – Weisglas c.s.Opmerking Regering
  
Vestigingsplaats Europees Parlement.De Regering heeft geen behoefte aan deze motie.
  
Motie nr 25 – WeisglasOpmerking Regering
  
Wijziging van stemverhoudingen.De motie is voor wat de letter betreft onuitvoerbaar en voor wat de bedoeling betreft overbodig.
  
Motie nr 26 – Van Rooy c.s.Opmerking Regering
  
Parlementaire controle op verplichte uitgaven.Gezien de gevoerde discussies is het gevraagde totaal onhaalbaar gebleken. Het is niet in het belang van het Voorzitterschap die discussie in deze omstandigheden te heropenen. Overigens is het begrotingsrecht van het Europees Parlement op de gehele EU begroting reeds van toepassing.
Motie nr 27 – Van Rooy c.s.Opmerking Regering
  
Inspectiebevoegdheid voor Europese Commissie ten aanzien van fraudebestrijding.Voor opneming in het Verdrag is het te laat. Niettemin kan het gevraagde via de voorgenomen wetgevende bevoegdheid tot stand komen.
  
Motie nr 28 – Woltjer c.s.Opmerking Regering
  
Meerderheidsbesluitvorming en codecisie.De opvatting is uitgangspunt voor het gevoerde en uit te voeren beleid van de Lid-Staat Nederland.
  
Motie nr 29 – Woltjer c.s.Opmerking Regering
  
Extra maatregelen ter versterking EU milieubeleid.De regering ziet geen kans om beide uitspraken in dit stadium nog operationeel te maken.
  
Motie nr 30 – Woltjer c.s.Opmerking Regering
  
Asiel- en Vluchtelingenbeleid.Gezien de met deze uitspraken verband houdende problematiek, waarvoor het Voorzitterschap een optimale oplossing zoekt, behoudt de Regering zich haar oordeel voor.
  
Motie nr 31 – MarijnissenOpmerking Regering
  
Referendum over het Verdrag van Europa.De Regering wenst niet mede te werken aan het organiseren van een raadgevend referendum.
  
Motie nr 32 – Sipkes en WoltjerOpmerking Regering
  
Incorporatie Vluchtelingenverdrag in Verdrag van Amsterdam.De Regering is reeds bezig de onderliggende gedachte op een andere wijze gerealiseerd te krijgen. De aangegeven weg is niet geëigend.
Naar boven