nr. 10
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID DUIVESTEIJN TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
I
Punt 5 wordt vervangen door:
5. Artikel 43, tweede lid, komt te luiden:
2. Het eerste lid is, met uitzondering van onderdeel b, niet van toepassing
indien een bouwwerk als bedoeld in dat lid wordt gebouwd:
a. in een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet
1988;
b. aan, bij of op een monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of
in een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening.
II
Toegevoegd wordt een nieuw punt, luidende:
6. Na het tweede lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
3. Indien een bouwactiviteit als bedoeld in het eerste lid, met uitzondering
van onderdeel b, wordt verricht in een beschermd stads- of dorpsgezicht dat
is aangewezen in een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening, is
artikel 42 van overeenkomstige toepassing.
Toelichting
De regeling voor vergunningvrij bouwen in door het Rijk aangewezen beschermde
stads- en dorpsgezichten wordt met bovenstaande wijziging gelijkgeschakeld
met de huidige regeling voor monumenten (zie artikel 43, tweede lid). Om de
reikwijdte niet alleen te beperken tot Rijksgebieden, wordt in het voorgestelde
derde lid voor de vergunningvrije bouwwerken in door provincies en gemeenten
aangewezen gebieden, overeenkomstig het kabinetsvoorstel een meldingsplicht
voorgesteld.
oor te bepalen dat artikel 42 van overeenkomstige toepassing is, wordt
onzekerheid weggenomen over de toepassingsmogelijkheid van artikel 18a van
de WRO.
De uitvoerbaarheid wordt tevens verbeterd door het in het wetsvoorstel
opgenomen vierde lid van artikel 43 te laten vervallen. In dit lid werd een
eventuele meldingsplicht afhankelijk gesteld van de mate van aantasting van
de karakteristieke waarden van het betreffende stads- of dorpsgezicht. De
Raad van State achtte een dergelijk criterium onwerkbaar.
Duivesteijn