24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 860 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 oktober 2022

Met deze brief bied ik uw Kamer het onderzoek «de lange termijn follow-up van de opvoedondersteuning Betere Start voor (ex-)gedetineerde moeders» aan van Universiteit Utrecht, Universiteit Amsterdam en Centre for Urban Mental Health. Daarbij schets ik eerst de aard van de interventie Betere Start, ga ik vervolgens in op de resultaten van het onderzoek en sluit ik af met mijn reactie op dit onderzoek.

Interventie Betere Start

Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat kinderen van criminele ouders een sterk verhoogd risico lopen om gedragsproblemen te vertonen en zelf ook op het criminele pad te belanden, de zogeheten transgenerationele overdracht van criminaliteit.

Sinds 2007 wordt de interventie Betere Start aangeboden. Betere Start is een opvoedtraining gericht op het voorkomen van recidive bij gedetineerde en ex-gedetineerde moeders, en latere gedragsproblemen bij hun kinderen. Adequate opvoedingsvaardigheden kunnen het negatieve effect van de detentie voor de kinderen beperken en de vicieuze cirkel van transgenerationele overdracht doorbreken. De doelgroep betreft moeders van kinderen tussen de 2 en 10 jaar in de laatste drie maanden van hun detentie en de eerste zes maanden na detentie. De motivatie van moeders om kun kinderen een «betere start» te geven is het uitgangspunt van de interventie.

De onafhankelijke Erkenningscommissie Interventies heeft Betere Start zowel in 2016 als in 2021 beoordeeld als een effectieve interventie.1 Betere Start is daarmee een erkende interventie die wordt uitgevoerd binnen het gevangeniswezen. Betere Start wordt momenteel aangeboden via de drie penitentiaire inrichtingen voor vrouwen (Nieuwersluis, Ter Peel, Zwolle).

De interventie Betere Start bestaat uit een groepsgedeelte en een individueel gedeelte. Het groepsgedeelte is gebaseerd op de Incredible Years oudertraining2 en bestaat uit 14 wekelijkse bijeenkomsten, die worden aangeboden in vaste groepen en zowel tijdens als na detentie worden gevolgd. De groepstraining is gericht op het verwerven van vaardigheden, het uitdagen van verstoorde cognities en het opdoen van succeservaringen. Nadat de groepssessies zijn afgerond en de moeder is teruggekeerd naar de gezinssituatie starten maandelijkse individuele huisbezoeken. Elk gezin wordt, in de eerste maanden na detentie, vier keer gedurende 1,5 uur thuis bezocht door hun vaste trainer om overgang naar de thuissituatie zo goed mogelijk te laten verlopen, om praktische problemen thuis te helpen aanpakken en lokaal verdere nazorg te organiseren.

Betere Start heeft een voortdurende kwaliteitsmonitoring, die onder andere betstaat uit onderzoek naar de uitvoering en effecten van de interventie. In het randomized controlled trial (RCT) onderzoek uit 2012 bleek Betere Start direct na interventie positief effect te hebben op de opvoedvaardigheden van moeders en het probleem gedrag van hun kinderen.3 Vervolgens was het interessant om te onderzoeken of deze positieve effecten ook op de lange termijn zichtbaar blijven, en of deze zich op termijn vertalen in het voorkomen van recidive door moeders en het voorkomen van overdracht van crimineel gedrag van moeders op hun kinderen. Dit is aanleiding geweest voor bijgevoegd onderzoek. Het betreft een prospectief longitudinaal effectonderzoek met een zeer lange follow-up (10 jaar) dat in Nederland nog nooit, en internationaal zelden, is uitgevoerd.

Onderzoek en resultaten

Deelnemers aan dit onderzoek zijn tot circa 10 jaar na de interventie gevolgd.

De interventiegroep, moeders die hebben deelgenomen aan Betere Start, bestond uit 145 moeders met 210 kinderen. De vergelijkingsgroep, moeders die niet hebben deelgenomen aan Betere Start, bestond uit 79 moeders met 118 kinderen. De oorspronkelijk 2- tot 10-jarige kinderen zijn tot in de adolescentie of jongvolwassenheid gevolgd.

De onderzoekers geven aan dat kinderen met een gedetineerde ouder een verhoogd risico lopen om antisociale gedragsproblemen te gaan vertonen. Detentie van de moeder is een aanleiding om de meest kwetsbare kinderen te identificeren en door een interventie een problematische ontwikkeling bij hen te voorkomen.

De onderzoekers constateren dat recidive door ex-gedetineerde moeders tot 10 jaar na de interventie significant is verminderd, en dat de interventie een positief effect heeft op het aantal probleemgedragingen en delinquentie bij hun opgroeiende kinderen:

  • in totaal recidiveerde 40,69% van de interventiemoeders en 55,69% van de moeders die geen interventie hadden ontvangen. In de gehele steekproef was het aantal misdrijven in de interventiegroep bijna de helft minder dan het aantal misdrijven in de vergelijkingsgroep;

  • het aantal probleemgedragingen door kinderen in de interventiegroep nam af over de tijd, terwijl het aantal probleemgedragingen relatief stabiel bleef in de groep die geen interventie ontving. Op de intensiteit van gedragsproblemen en middelengebruik (vanaf 11 jaar) van kinderen en op opvoedingsgedrag van moeders werden echter geen langetermijneffecten van de interventie gevonden.

De gevonden effecten op recidive bij moeders en delinquent gedrag bij hun kinderen, wijzen erop dat Betere Start, in lijn met het interventiedoel, bijdraagt aan het doorbreken van de vicieuze cirkel van intergenerationele overdracht van delinquentie.

De onderzoekers merken op dat, op basis van de gevonden effecten op recidive en delinquentie, een grotere maatschappelijke impact en kostenbesparing kan worden bereikt dan nu het geval is. De onderzoekers geven aan dat moeders een klein deel van de gedetineerde populatie (5%) vormen. Het wordt aannemelijk geacht dat het aantal gezinnen dat getroffen wordt door detentie van vader groot is. Dit maakt dat de gezinnen van de gedetineerde vaders een belangrijke plaats innemen als het gaat om de overdracht van antisociaal gedrag. De onderzoekers geven aan dat het waardevol is om te onderzoeken of opvoedondersteuning voor gedetineerde vaders en hun partners haalbaar en effectief is.

Beleidsreactie

Kinderen met een gedetineerde ouder zijn buiten hun schuld in een situatie terechtgekomen die, ook op langere termijn, negatieve effecten op hen kan hebben. Gedacht kan worden aan gedragsproblemen en een sterk verhoogd risico om in de criminaliteit te belanden.

Ik vind het belangrijk dat kinderen zo min mogelijk schade ondervinden van de detentie van een ouder en dat de relatie tussen ouders en kinderen zo goed mogelijk in stand blijft gedurende de detentieperiode. Daarom zorgt DJI voor verschillende vormen van bezoek in het huis van bewaring of de gevangenis, zodat ouders en kinderen elkaar kunnen ontmoeten. En worden er diverse interventies aangeboden zoals Betere Start. Bijgevoegd onderzoek onderstreept het belang van de inzet van deze interventie.

De positieve resultaten van dit onderzoek zijn aanleiding om te verkennen of het haalbaar en effectief is om deze interventie ook in te zetten bij gedetineerde vaders, passend binnen het beveiligingsniveau van de inrichting en het geldende detentie en re-integratie kader. In deze verkenning wordt ook bekeken hoe de interventie een aanvulling kan zijn op de reeds bestaande interventies en initiatieven op dit vlak, zoals de vadervleugel in PI Leeuwarden en in PI Veenhuizen (locatie Esserheem). Een vadervleugel is een afdeling voor gemotiveerde vaders die een speciaal dagprogramma aangeboden krijgen met extra aandacht voor hun vaderrol. Het doel van deze vadervleugel is om de schade die kinderen ondervinden van de detentie van hun vader, zoveel mogelijk te beperken en te voorkomen dat de vaders terugvallen in crimineel gedrag. Dit sluit goed aan bij het doel van Betere Start.

Slot

Inzet van deze interventie bij vrouwen, maar mogelijk ook mannen, levert een belangrijke bijdrage om de negatieve spiraal van transgenerationele criminaliteit verder te doorbreken.

Ik ben de onderzoekers en betrokkenen die circa 10 jaar lang gevolgd zijn zeer erkentelijk voor hun inzet.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Opgenomen in de Databank effectieve jeugdinterventies: Betere Start | Nederlands Jeugdinstituut (nji.nl).

X Noot
2

Matthys, 2019; Menting et el., 2013; Webster-Stratton, 2001.

X Noot
3

De haalbaarheid en effectiviteit van Betere Start werden vanaf 2007 binnen een randomized controlled trial (RCT) onderzocht en beschreven in een eindrapport (Menting et al., 2012). Zie ook Kamerstuk 24 587, nr. 467.

Naar boven