24 587
Justitiële Inrichtingen

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 23 januari 1996

Met verwijziging naar de brief van mijn ambtsvoorganger van 10 juni 1993 deel ik u mede, dat er in het vierde kwartaal van 1995 1303 meerderjarige verdachten1 wegens plaatsgebrek zijn heengezonden. Ten opzichte van het vierde kwartaal van 1994 is er sprake van een sterke daling toen er 1786 personen werden heengezonden.

Het totaal aantal heenzendingen over 1995 bedroeg 4200. Hiermee is de sterke stijging over 1994 afgebogen een gedaald onder het niveau van (geheel) 1993.

Aantal heenzendingen meerderjarige personen

jaar1e2e3e4etotaal
 kwartaalkwartaalkwartaalkwartaal 
199030317382299857
19912092512435011204
199289865144510973091
19931247114171712354340
199413061183104117865316
1995141775872213034200

Ik voeg hierbij ook een meer gedetailleerd overzicht van het aantal heenzendingen in het vierde kwartaal van 1995 en – ter vergelijking – van het vierde kwartaal 1994.2 Brengt men de zogenaamde «ruilingen» in mindering op het totaal (het betreft hier de heenzending van veroordeelden die nog slechts enkele weken gevangenisstraf moeten ondergaan en die op die manier plaats maken voor preventief te detineren verdachten), dan kan worden geconcludeerd dat er in het laatste kwartaal van 1994 1283 preventief gedetineerden werden heengezonden wegens plaatsgebrek, en in het laatste kwartaal van 1995 826.

Het aantal verdachten in de A-categorie was in het laatste kwartaal van 1994 twee keer zo hoog als in het laatste kwartaal van 1995 (294 A-preventieven in het laatste kwartaal van 1995 tegen 568 in het laatste kwartaal van 1994).

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

In het vierde kwartaal van 1995 werden 23 strafrechtelijk minderjarige verdachten heengezonden.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven