24 579 (R1563)
Wijziging van de rijkswet van 15 april 1994 tot wijziging van de wet van 4 april 1892, houdende instelling van de Orde van Oranje-Nassau, en van de wet van 29 september 1815, houdende instelling van de Orde van de Nederlandse Leeuw, alsmede instelling van het Kapittel voor de civiele orden, met betrekking tot het vervallen van de algemene adviestaak van het Kapittel

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING

Algemeen

De komende jaren zal het adviesstelsel van het Rijk geheel worden herzien. In dat kader worden alle externe adviescolleges in de zin van artikel 79 van de Grondwet op grond van het voorstel Herzieningswet adviesstelsel (Kamerstukken II 1994/95, 24 232), dat op 1 januari 1997 in werking zal treden, opgeheven, respectievelijk in die gevallen waarin zij tevens belast zijn met andere taken, van hun algemene beleids- of wetgevingsadviestaak ontheven.

Het Kapittel voor de civiele orden heeft thans tot taak de Minister van Binnenlandse Zaken desgevraagd of uit eigen beweging te adviseren over de algemene aspecten van het beleid inzake de civiele orden, de minister die het aangaat te adviseren over het verlenen van onderscheidingen in een der civiele orden en de Tweede Kamer der Staten-Generaal desgevraagd te adviseren over bij de kamer aanhangig gemaakte initiatiefvoorstellen van wet die op de civiele orden betrekking hebben. De eerste en laatstgenoemde taak vallen onder de adviestaak, bedoeld in artikel 79 Grondwet. In het kader van de herziening van het adviesstelsel zullen deze taken vervallen.

Bij de totstandkoming van de rijkswet van 15 april 1994 tot wijziging van de wet van 4 april 1892, houdende instelling van de Orde van Oranje-Nassau, en van de wet van 29 september 1815, houdende instelling van de Orde van de Nederlandse Leeuw, alsmede instelling van het Kapittel voor de civiele orden (Stb. 1994, 350) is destijds gesteld dat de adviestaak van het Kapittel in beginsel alleen bedoeld was voor het uitbrengen van een eenmalig algemeen advies over de uitvoeringsregeling (zie Handelingen II 1993/94, blz. 239–140). Het Kapittel heeft over deze uitvoeringsregeling geadviseerd en deze is inmiddels in werking getreden (Stb. 1995, 264). Aan een algemene adviestaak inzake het decoratiestelsel is noch1

voor Nederland, noch voor de Nederlandse Antillen en Aruba nog behoefte.

Het Kapittel is bij rijkswet ingesteld. Zijn algemene adviestaken dienen derhalve ook weer bij rijkswet te vervallen. Onderhavig voorstel van rijkswet strekt hiertoe1. De taak van het Kapittel met betrekking tot het adviseren van de minister wie het aangaat over het verlenen van onderscheidingen in een der civiele orden is geen adviestaak in de zin van artikel 79 van de Grondwet. Deze taak zal het Kapittel blijven uitvoeren.

Op 1 januari 1997 dient de herziening van het nieuwe adviesstelsel te zijn voltooid. Het ligt derhalve voor de hand dat ook de algemene adviesbevoegdheid van het Kapittel in de zin van artikel 79 Grondwet in ieder geval met ingang van die datum vervalt.

Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om nog enkele technische aanpassingen aan te brengen. Zo is de benaming van Grootkruis in beide orden vervangen door Ridder Grootkruis. Grootkruis is immers een ding. Hiermee kan geen persoon worden aangeduid. Bij amendement is de naam van de Raad voor de civiele orden gewijzigd in het Kapittel voor de civiele orden (Kamerstukken II 1993/94, 20 668 (R1354), nr. 23). Daarbij is verzuimd de wijziging ook in het vijfde lid van artikel III aan te brengen. Dit verzuim wordt thans hersteld.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal


XNoot
1

1

Deze rijkswet is aangekondigd in de memorie van toelichting bij het voorstel «Herzieningswet adviesstelsel» (Kamerstukken II 1994/95, 24 232, nr. 3, blz. 5, noot 12).

Naar boven