nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van de Ambtenarenwet en de Militaire Ambtenarenwet 1931 in verband
met het verrichten van nevenwerkzaamheden.
De toelichtende memorie (en bijlagen) die het wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
15 januari 1996
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met grondwettelijke
bepalingen inzake de grondrechten wenselijk is in de Ambtenarenwet en de Militaire
Ambtenarenwet 1931 enkele bepalingen op te nemen met betrekking tot het verrichten
van nevenwerkzaamheden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
A
Artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet wordt gewijzigd als volgt:
De onderdelen j tot en met m worden verletterd tot l tot en met o en tussengevoegd
worden twee nieuwe onderdelen j en k, luidende:
j. de melding en de registratie van nevenwerkzaamheden die de belangen
van de dienst voor zover deze in verband staan met de functievervulling, kunnen
raken;
k. het verbieden van nevenwerkzaamheden waardoor de goede vervulling van
de functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze
in verband staat met de functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd;
B
In artikel 125bis, aanhef, wordt de verwijzing naar artikel 125, eerste
lid, onderdeel l, vervangen door: artikel 125, eerste lid, onderdeel n.
ARTIKEL II
Artikel 12 van de Militaire Ambtenarenwet 1931 wordt gewijzigd als volgt:
De onderdelen o en p worden verletterd tot q en r en tussengevoegd worden
twee nieuwe onderdelen o en p, luidende:
o. de melding en de registratie van nevenwerkzaamheden die de belangen
van de dienst voor zover deze in verband staan met de functievervulling, kunnen
raken;
p. het verbieden van nevenwerkzaamheden waardoor de goede vervulling van
de functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze
in verband staat met de functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd;
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat aan
de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken,
De Staatssecretaris van Defensie,