24 569
Gemeentelijke herindeling van Lemelerveld

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 9 mei 1996

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer van haar bevindingen als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de gesteld vragen tijdig door de regering beantwoord zullen, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

De leden van de fractie van de Partij van de Arbeid hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel over de gemeentelijke herindeling van Lemelerveld.

Deze leden stemmen in met het voornemen van de regering om nu na zo'n 29 jaar eindelijk te besluiten Lemelerveld tot één gemeente te laten behoren. De opdeling van dit dorp – dwars door het hart – dient zo snel mogelijk beëindigd te worden. Deze leden hebben in de loop van de jaren zelfs in de landelijke pers kunnen vernemen tot welke omslachtige, verwarrende en inefficiënte werkwijze de huidige indeling aanleiding gaf.

Tijdens de hoorzitting op 9 april 1996 hebben vooral de vertegenwoordigers van de gemeente Ommen en Raalte gepleit voor een uitstel van de herindelingsprocedure in afwachting van een mogelijk verdergaande herindeling in de provincie Overijssel. Hoewel de leden van de PvdA-fractie zich goed kunnen voorstellen dat tot een verdergaande herindeling in Overijssel gekomen wordt in de nabije toekomst menen zij dat thans niet langer gewacht mag worden met het onderbrengen van Lemelerveld in een gemeente.

Uit de voorgaande procedure blijkt dat de toevoeging aan de gemeente Dalfsen het uitgangspunt is geweest. De leden van de PvdA-fractie kunnen instemmen met dit voorstel van de regering conform het voorstel van de provincie.

Het signaal van de bevolking dat blijkt uit de uitslag van het referendum uit 1992 geeft hiervoor een redelijke onderbouwing zo menen deze leden.

Als het gaat om de sociale en maatschappelijke binding van de bewoners met de vier gemeenten dan blijkt uit de onderzoeken dat de verschillen tussen de gemeenten niet zeer groot zijn. Wel is het een duidelijk tekort – nu de keuze op de gemeente Dalfsen valt – dat er tussen de gemeente Dalfsen en tussen de kern Lemelerveld geen openbaar vervoersverbinding is. Acht de regering het wenselijk dat zo'n verbinding ontstaat zo vragen de leden van de PvdA-fractie, en op welke wijze kan deze verbinding gerealiseerd worden?

Op welke wijze kan gewaarborgd worden dat alle functies die voor inwoners van een gemeente noodzakelijk bereikbaar moeten zijn binnen die gemeente ook bereikbaar worden voor de inwoners vanuit Lemelerveld in Dalfsen zo vragen deze leden.

Op grond van welke overwegingen is gekozen voor de grenzen van het buitengebied zoals dat nu aan de gemeente Dalfsen wordt toegevoegd, zo vragen de leden van de PvdA-fractie. Wat zijn de argumenten geweest om het noordoostelijk deel bij de gemeente Ommen te laten?

De leden van de fractie van de Partij van de Arbeid menen dat een boeiend en levendig dorp als Lemelerveld – een echte vervenersplaats – er recht op heeft om zo snel mogelijk eenduidig bestuurd en beheerd te worden.

Met belangstelling hebben de leden van de CDA-fractie kennis genomen van het voorstel van wet met betrekking tot de gemeentelijke herindeling Lemerlerveld.

Gezien het feit dat deze leden bij gemeentelijke herindeling uitgaan van de knelpuntenbenadering, mag het geen verbazing wekken dat zij in het geval van Lemerlerveld de door het provinciaal bestuur aangedragen oplossing voor een reeds lang bestaande knelsituatie, deel uitmakend van vier gemeenten, waarbij het dorp Lemerlerveld in zijn geheel wordt ingedeeld bij de gemeente Dalfsen kunnen onderschrijven.

Deze leden vinden, gezien de voorgeschiedenis en lengte van de gevolgde procedure met betrekking tot deze herindeling (±29 jaar), dat het laten voortbestaan van onzekerheid niet aanvaardbaar is en wijzen daarom de nul-optie af.

Wel kunnen zij zich voorstellen dat gezien de opstelling van de provincie Overijssel, die ook lijkt te zijn aangestoken door de heersende herindelingskoorts, burgers en bestuurders zich afvragen of indien het onderhavige voorstel van wet door de Kamer wordt overgenomem het niet op termijn weer kan leiden tot aantasting van de nieuw te vormen eenheid met Dalfsen.

Zij vragen de staatssecretaris daarop haar visie te geven.

De financiële gevolgen van het wetsvoorstel zijn in de ogen van de leden van de CDA-fractie niet zodanig dat zij een belemmering vormen voor de voorgestelde herindeling, zeker nu de huidige verfijningsregeling op dit voorstel van toepassing is.

Ook bij dit herindelingsvoorstel vragen de leden van de CDA-fractie aandacht voor de gevolgen van het wetsvoorstel voor de gemeenteraadsverkiezingen in de nieuw te vormen gemeente.

Zij verzoeken daarom de staatssecretaris dezelfde regeling van toepassing te verklaren, zoals voorgesteld bij eerdere herindelingen, door de reguliere verkiezingen te laten vervallen.

Gezien het belang dat deze leden hechten aan de instandhouding van scholen, die in velerlei opzicht een belangrijke functie vervullen in kleine kernen en gemeenten, vragen zij of dit herindelingsplan consequenties heeft voor scholen in gemeenten die bij dit plan betrokken zijn.

De leden van de VVD-fractie zijn met de regering van mening dat het wenselijk is dat nu met een definitief besluit een einde komt aan een periode van onzekerheid sinds 1967 over de gemeentelijke herindeling van Lemelerveld. In dit verband is het van belang dat de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken in december 1992 het college van gedeputeerde staten van Overijssel heeft uitgenodigd de voorbereiding van deze herindeling opnieuw ter hand te nemen.

De leden van de VVD-fractie delen de opvatting van de regering dat de ligging van de kern Lemelerveld in de vier gemeenten Dalfsen, Ommen, Heino en Raalte een juridisch-bestuurlijk en sociaal-geografisch knelpunt is, waardoor een goede ontwikkeling van de plaatselijke gemeenschap zowel in ruimtelijke zin als in economisch en sociaal-cultureel opzicht wordt belemmerd. Lemelerveld is een krachtige kern met een goed voorzieningenniveau, veel werkgelegenheid en een groot verzorgingsgebied.

Deze leden beschouwen indeling bij Heino of Raalte als niet reëel, omdat verreweg de meeste inwoners van Lemelerveld in Dalfsen of Ommen wonen. Het gaat om de keuze tussen beide laatstgenoemde gemeenten. Na een zorgvuldige afweging kwam het provinciale bestuur van Overijssel tot de conclusie dat gekozen moet worden voor Dalfsen en stelden een ontwerp-regeling inzake de gemeentelijke herindeling vast. Deze leden kunnen zich vinden in de door Overijssel aangevoerde argumenten en in de argumenten die de regering in haar overeenkomstige voorstel van wet daar aan toevoegde.

De leden van de VVD-fractie hebben kennis genomen van voorbereidingen door het Overijsselse provinciale bestuur van mogelijke herindelingsvoorstellen voor Deventer, Twente en Zwolle en op wat langere termijn voor het overige deel van het provinciale grondgebied. Zij achten het niet waarschijnlijk dat Dalfsen anders dan marginaal betrokken zal worden bij een eventuele herindeling rond Zwolle. Voor wat betreft een herindeling op wat langere termijn voor het provinciale grondgebied met uitzondering van Deventer, Twente en Zwolle achten zij het niet voor de hand liggend dat Dalfsen betrokken zal worden bij een herindeling met Ommen. Deze leden hebben kennis genomen van de mededeling van de burgemeester van Dalfsen tijdens de hoorzitting dat hij een toekomstige herindeling met Heino en Nieuwleusen niet noodzakelijk acht, maar ook niet geheel uitsluit. Zij zijn van mening dat deze eventuele toekomstige herindeling de nu voorgestelde herindeling van Lemelerveld bij Dalfsen niet in de weg staat.

Artikel 2 van het voorstel van wet leidt er toe dat in Dalfsen in november 1996 en maart 1998 gemeenteraadsverkiezingen zullen worden gehouden. Heeft de regering overwogen om – zoals in het herindelingsvoorstel Noord-Brabant – de verkiezingen van maart 1998 te laten vervallen?

De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennis genomen van wetsvoorstel 24 569 inzake gemeentelijke herindeling van Lemelerveld. Zij stemmen op hoofdlijnen in met de inhoud van het voorstel.

Vanuit de inspraak is de suggestie gekomen om de behandeling van het voorstel aan te houden tot meer duidelijkheid is ontstaan over de herindelingen in de provincie Overijssel als geheel. Hoewel deze suggestie begrijpelijk is en aantrekkelijke kanten heeft vanuit de optiek van een integrale aanpak is, alles afwegend, de voorkeur van deze leden om conform de opvattingen van de provincie en de staatssecretaris, voort te gaan met de behandeling van dit wetsvoorstel. Daarbij laten zij meewegen niet alleen de lange geschiedenis – 29 jaar – van het voorstel, maar ook de waarschijnlijkheid dat over de toekomstige bestuurlijke indeling van de diverse kandidaten voor toevoeging van Lemelerveld – Dalfsen, Ommen, Raalte, Heino – niet op korte termijn duidelijkheid zal ontstaan. Dit ten gevolge van de prioriteit bij het provinciebestuur voor de C-20 gemeentes en Twenthe. Gaarne vernemen de leden van de fractie van D66 of de staatssecretaris dezelfde verwachting heeft. Is zij inderdaad van mening dat de bestuurlijke afspraken over het beheer van Lemelerveld, zoals het bestuursconvenant Dalfsen-Ommen, tekort schieten in verband met een definitieve indeling?

Overigens is het naar de mening van deze leden een open vraag of een toekomstige andere indeling van bovengenoemde gemeenten een wezenlijk verschil zou uitmaken bij het oordeel over onderhavig wetsvoorstel. Een eventuele samenvoeging van Ommen met gemeentes ten Noord-Oosten zou, bij toewijzing aan Lemelerveld, deze gemeente wel erg groot maken. Anderzijds zou toevoeging van Dalfsen aan Zwolle de voorkeursoptie van provincie en regering – Lemelerveld bij Dalfsen – doorkruisen. Zo'n toevoeging moet echter gezien de plannen en behoeftes van Zwolle als zeer onwaarschijnlijk worden beschouwd. Gaarne ontvangen de leden van de fractie van D66 hiervan bevestiging. Is de staatssecretaris, in navolging van de provincie, met deze keuze gekomen omdat zij negatieve gevolgen vreest voor Dalfsen als herindeling met deze gemeente niet doorgaat? Hoe schat zij echter de gevolgen in voor Ommen dat na overgang van Lemelerveld naar Dalfsen tot onder de 18 000 inwoners zal zakken?

Wat het wetsvoorstel zelf betreft, onderschrijven de leden van de fractie van D66 de gemaakte keuze voor Dalfsen. Het feit dat de meeste inwoners van Lemelerveld thans reeds tot deze gemeente behoren en dat de oriëntatie deels op Dalfsen is gericht, maakt deze keuze logisch, al is bijvoorbeeld de afstand vanuit het centrum van de kern Lemelerveld tot Heino kleiner dan die tot Dalfsen (en Ommen). Ook al zeggen sommige belanghebbenden in de inspraak resp. hoorzitting geen last te hebben van de bestaande vierdeling (en er zelfs – financieel en bestuurlijk – voordeel aan te ontlenen), de situatie is bepaald niet ideaal en bestuurlijk onhelder (gemeenteraadsverkiezingen!).

De leden van de fractie van D66 vragen waarop de staatssecretaris zich precies baseert als zij in de memorie van toelichting van het wetsvoorstel stelt dat er «draagvlak is voor de voorgestelde indeling in het gebied». Een aantal inspraakreacties is hiermee in tegenspraak, en wijst onder meer op het ontbreken van goede verbindingen (openbaar vervoer en anderszins) tussen Lemelerveld en Dalfsen. Wat is hierop de reactie van de staatssecretaris?

Overigens opperen deze leden dat een relatief grotere bedreiging voor de eenheid van de kern Lemelerveld dan de huidige bestuurlijke «vierendeling» wordt gevormd door de provinciale weg N48 die de kern doorsnijdt. Wat zijn de perspectieven van de, ons inziens zeer prioritaire, omleiding van de weg buiten de kern Lemelerveld om?

Door diverse insprekers en in vele schriftelijke reacties is gewezen op de noodzaak de kern Lemelerveld ook na de herindeling bijeen te houden en niet uiteen te laten vallen.

Overwogen zou moeten worden de grenzen van het buitengebied bij de herindeling bij te stellen, bijvoorbeeld langs de lijnen van de suggesties van de vereniging Plaatselijk Belang Lemelerveld en Dalmsholte. Te denken ware aan de grens van het zgn. enquêtegebied (onder meer Bungalowpark Zonnebloem, Recreatieoord Krieghuus Belten). De kern Lemele zou uiteraard bij Ommen moeten blijven behoren. Wat is de reactie van de staatssecretaris op het pleidooi van de gemeente Ommen om het grensbeloop niet over bestaande wegen te laten plaatsvinden om te voorkomen dat bewoners (van o.m. de Langsweg) niet in twee gemeentes komen te wonen?

De leden van de fractie van D66 onderschrijven de opmerkingen van de gemeente Dalfsen dat bij een effectuering van de herindeling per 1 januari 1997 de verkiezingen van eind dit jaar (medio november) geen tussentijdse zouden moeten zijn, maar voor een langere periode zouden kunnen moeten gelden; met andere woorden geen reguliere verkiezingen in maart 1998. Deze leden stellen voor hier een vergelijkbare regeling te treffen als bij het wetsvoorstel Brabant.

De leden van de RPF-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij erkennen de noodzaak van een goede oplossing voor een aantal bestuurlijke knelpunten. Wel vragen deze leden of niet beter gewacht had kunnen worden totdat duidelijk is op welke wijze de respectieve gemeenten Ommen en Dalfsen zoeken naar samenwerking met andere gemeenten. Met andere woorden, is het niet beter om deze herindeling te laten plaatsvinden in de context van op stapel staande herindelingen in deze regio? In dit kader willen de leden van de RPF-fractie weten of er al een tijdpad bekend is voor de komende herindelingen waarbij ook de gemeenten betrokken zijn die nu bij de herindeling van Lemelerveld betrokken zijn? En zo ja, welk?

De leden van de RPF-fractie hebben kennis genomen van het referendum onder de inwoners van Lemelerveld inzake de herindeling. Deze leden vragen of na 1992 nog een nieuwe consultatie heeft plaats gevonden? Of valt op grond van nieuwe inspraak en/of aantallen handtekeningen met betrekking tot de keuze voor Dalfsen een verandering in de opinie onder de betrokken inwoners waar te nemen?

Verder willen de leden van de RPF-fractie weten wat de bestuurlijke en financiële gevolgen van deze herindeling zijn voor de gemeente Ommen? Deze gemeente zakt immers onder de grens van 18 000 inwoners.

De leden van de SGP-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel tot herindeling van Lemelerveld. Zij constateren dat over herindeling van dit gebied al decennia lang wordt gediscussieerd en dat het in het betreffende gebied zeer gevoelig ligt.

Deze leden vragen de regering, te reageren op de stelling van de kant van de gemeente Ommen dat het werkelijke knelpunt wordt gevormd door de doorsnijding van Lemelerveld door de autoweg Raalte–Ommen en door het Overijssels kanaal.

Verder vragen deze leden of de regering meer inzicht kan geven in de oriëntatie van de bewoners op de verschillende gemeenten wat betreft voorzieningen als scholen, welzijnsinstellingen en dergelijke, alsmede wat betreft de bereikbaarheid.

De leden van de SGP-fractie steunen de gedachte om ook in dit geval de reguliere verkiezingen te laten vervallen indien de tussenliggende periode minder dan twee jaar is.

De leden van de SGP-fractie constateren dat ook in dit wetsvoorstel wordt gekozen voor een lex specialis wat betreft de vaststelling van de stichtings- en opheffingsnormen voor het basisonderwijs. Zij pleiten voor een discussie over de wenselijkheid van aanpassing van de Wet op het basisonderwijs zelf, in plaats van in elk herindelingswetsvoorstel een afwijkende bepaling op te nemen.

De leden van de GPV-fractie menen, dat de inwoners van Lemelerveld en de betrokken gemeentebesturen recht hebben op duidelijkheid over de toekomst van het dorp. Op zichzelf kan het wetsvoorstel daaraan bijdragen. De vraag is echter of hetzelfde resultaat ook had kunnen worden bereikt door te accepteren, dat de gedeputeerde staten van Overijssel in 1992 besloten de toen aanhangige procedure tot herindeling niet voort te zetten. De strekking van dat besluit was toch ook duidelijkheid te scheppen? Welke argumenten hebben de doorslag gegeven om gedeputeerde staten toch uit te nodigen de procedure opnieuw te starten?

De genoemde leden onderkennen dat hier sprake is van een bestuurlijk knelpunt. De vraag is wel in hoeverre ook de bewoners van Lemelerveld dit als zodanig ervaren. Dat de oplossing vervolgens wordt gezocht door opneming van de gehele kern in één gemeente ligt voor de hand. Een blijvende verdeling over meer gemeenten zou ongetwijfeld leiden tot nieuwe knelpunten.

Vooral historisch gezien zijn er volgens de leden van de GPV-fractie argumenten aan te voeren voor indeling van Lemelerveld bij Ommen. De feitelijke ontwikkelingen gaan echter al geruime tijd meer in de richting van Dalfsen. Van belang is ook, dat inmiddels nagenoeg de helft van het aantal inwoners al op het grondgebied van Dalfsen woont. Indeling bij Ommen zou dan een relatief grote breuk betekenen met de feitelijke situatie. De genoemde leden kunnen de uiteindelijke keuze van de regering dan ook billijken.

De leden van de GPV-fractie menen dat het aanbeveling verdient bij effectuering van de herindeling per 1 januari 1997 in de gemeente Dalfsen in 1998 niet opnieuw gemeenteraadsverkiezingen te houden.

De voorzitter van de commissie,

De Cloe

De griffier van de commissie,

Hommes


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van Erp (VVD), V. A. M. van der Burg (CDA), Te Veldhuis (VVD), Van der Heijden (CDA), De Cloe (PvdA), voorzitter, Janmaat (CD), Van den Berg (SGP), Scheltema-de Nie (D66), ondervoorzitter, Apostolou (PvdA), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Zijlstra (PvdA), Van der Hoeven (CDA), Remkes (VVD), Gabor (CDA), Koekoek (CDA), Nijpels-Hezemans (Groep Nijpels), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Hoekema (D66), Essers (VVD), Dittrich (D66), Dijksman (PvdA), De Graaf (D66), Cornielje (VVD), Rouvoet (RPF) en Rehwinkel (PvdA).

Plv. leden: Korthals (VVD), Dankers (CDA), Van Hoof (VVD), Bijleveld-Schouten (CDA), Liemburg (PvdA), Poppe (SP), Schutte (GPV), Jeekel (D66), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Vreeman (PvdA), Verhagen (CDA), Van der Stoel (VVD), Mateman (CDA), Mulder-Van Dam (CDA), Van Wingerden (AOV), Rabbae (GroenLinks), Van Boxtel (D66), H. G. J. Kamp (VVD), Assen (CDA), M. M. van der Burg (PvdA), Bakker (D66), Klein Molekamp (VVD), Leerkes (U55+) en Van Oven (PvdA).

Naar boven