24 557 Kansspelen

Nr. 140 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juni 2016

Loterijen, waarvan de opbrengsten naar cultuur, sport, natuur en vele andere maatschappelijke doelen vloeien, kennen een lange traditie in Nederland. Jaarlijks worden vele maatschappelijke initiatieven door de afdrachten van de goededoelenloterijen mogelijk gemaakt. Hiermee wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de Nederlandse samenleving.

De Kansspelautoriteit (Ksa) heeft 13 juni jl. bekend gemaakt niet in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam over de afwijzing van een vergunningaanvraag voor een nieuwe goededoelenloterij op grond van artikel 3 van de Wet op de kansspelen (Wok). Ik respecteer deze keuze van de Ksa. Dit betekent dat er eerder dan het kabinet had beoogd, mogelijkheden komen voor potentiële nieuwe toetreders.

Het maatschappelijke karakter van het stelsel zal ook met de komst van eventuele nieuwe toetreders behouden blijven. De Wok en het Kansspelenbesluit vereisen al dat goededoelenloterijen het algemeen belang moeten dienen en 50 procent van de inleg moeten afdragen aan goede doelen. Ik zal aanvullende beleidsregels opstellen die zien op het maatschappelijk profiel van de aanbieder, diens betrouwbaarheid en op transparantie naar de consument. Met de beleidsregels beoog ik de essentie te borgen van het huidige stelsel, dat is ontstaan vanuit initiatieven van de goede doelen en sportorganisaties zelf. In dit stelsel is geen plaats voor loterijen die louter met commerciële motieven geëxploiteerd worden.

Modernisering kansspelbeleid

In Nederland is het niet toegestaan kansspelen te organiseren, tenzij daarvoor een vergunning is verleend op grond van de Wok. Daarmee wordt invulling gegeven aan de drie doelstellingen van het kansspelbeleid, bescherming van de consument, het tegengaan van kansspelverslaving en bestrijding van fraude en overige criminaliteit.

Bij brief van 19 maart 20111 heeft de toenmalige Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie de modernisering van het kansspelbeleid aangekondigd. Onderdeel daarvan is een wijziging in de regulering van het loterijstelsel die per 1 januari 2015 in werking zou treden. Ten tijde van de brief bestond een restrictief beleid ten aanzien van het aantal vergunningen en werden deze onderhands aan de zittende partijen verleend. Per 2015 zou een nader te bepalen aantal goededoelenloterij-vergunningen op transparante en non-discriminatoire wijze worden verleend.

Bij brief van 11 juli 20142 heeft het kabinet aangekondigd bij gebruikmaking van heldere en streng selecterende vergunningsvoorwaarden geen aanleiding te zien om nieuwe initiatieven op het gebied van landelijke goededoelenloterijen (zoals bedoeld in artikel 3 van de Wok) te blokkeren. Tevens gaf het kabinet aan de regulering van kansspelen op afstand eerst te willen laten plaatsvinden en de onderhandse verlening aan de bestaande loterijvergunninghouders tot 1 januari 2017 te willen continueren, zodat er geen twee majeure vernieuwingen gelijktijdig zouden lopen. In de Beleidsregel aanvragen kansspelvergunningen (hierna: de Beleidsregel 2014) is de Ksa verzocht het loterijstelsel intact te houden gedurende deze voorbereidingsperiode om nieuwe regelgeving hieromtrent vast te stellen. Het wetsvoorstel Kansspelen op afstand (Koa) is eveneens in juli 2014 bij uw Kamer aanhangig gemaakt (Kamerstuk 33 996) en zal 23 juni 2016 plenair behandeld worden (Handelingen II 2015/16, nr. 100, debat over Kansspelen op afstand).

Rechterlijke procedure

Op 12 mei jl. heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de rechtszaak die loterij aanbieder Lottovate tegen de Ksa had aangespannen over de afwijzing van een vergunningaanvraag op grond van artikel 3 van de Wok en de Beleidsregel 2014.3 De Rechtbank constateert dat niet duidelijk gemotiveerd is waarom het aantal te verlenen vergunningen beperkt moet blijven tot het huidige aantal. De Rechtbank heeft de afwijzing vernietigd en geoordeeld dat de Ksa wederom een belangenafweging dient te maken, zich daarbij baserend op andere uitgangspunten dan tot dusver gedaan.

De Ksa moet een nieuw besluit nemen. Gegeven de bestaande wet- en regelgeving, het vigerende kansspelbeleid en de wettelijke taken van de Kansspelautoriteit, heeft de Ksa aangegeven geen andere mogelijkheid te zien dan de vergunningaanvraag van Lottovate in behandeling te nemen. Zij heeft 13 juni jl. dan ook bekend gemaakt niet in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak. Ik respecteer deze keuze van de Ksa.

Beleidsregels

De uitspraak van de rechter en de beslissing van de Ksa zijn van invloed op de fasering van de aangekondigde wijzigingen in de modernisering van het kansspelbeleid. Mijn voornemen om eerst kansspelen op afstand te reguleren en daarna ruimte te bieden aan nieuwe goededoelenloterij initiatieven is hierdoor niet langer houdbaar. Ik ben daarom voornemens om op korte termijn nieuwe beleidsregels vast te stellen die de bestaande beleidsregels vervangen. Deze zijn in voorbereiding en heb ik ter consultatie voorgelegd aan de belanghebbenden, zoals de Ksa, het Goede Doelen Platform en de loterijen.

Artikel 3 van de Wok bepaalt dat een vergunning voor een goededoelenloterij verleend kan worden, uitsluitend indien met de opbrengst daarvan enig algemeen belang wordt gediend. Zo moeten alle aanbieders op grond van het Kansspelenbesluit minstens 50 procent van de inleg afdragen aan goede doelen en mogen zij niet meer dan noodzakelijke kosten maken voor het organiseren van de loterij. Ook is het Besluit Werving, reclame en verslavingspreventie van toepassing op goededoelenloterijen. De Ksa toetst ook nu al aan deze kaders.

De nieuwe beleidsregels zien ten aanzien van het maatschappelijk profiel onder meer op de eis dat aanbieders zich dienen te richten op het algemeen belang, dus niet een commercieel of particulier belang. Ook zal ik de Ksa vragen om bij de beoordeling van een aanvraag mee te wegen of een aanvrager de kansspelwetgeving in Nederland of andere lidstaten heeft overtreden. Dit kan aanleiding geven tot het weigeren van de vergunning.

Daarnaast wordt van de aanbieder transparantie vereist, door de consument inzicht te geven in welke goede doelen hij steunt bij het kopen van een lot. Daarbij zal als eis gelden dat een substantieel deel van de afdracht van deze loterijen gaat naar goede doelen die over een ANBI-status beschikken. Zodra het in januari 2016 opgerichte validatiestelsel van de goededoelensector voldoende volwassenheid heeft bereikt, zal ik bezien wat dit betekent voor de beleidsregels.

Voor zover er nog twijfels bestaan over het waarborgen van de afdrachten op grond van het wettelijk kader, wil ik die met deze beleidsregels wegnemen. Zodra de regels gepubliceerd zijn zal de Ksa deze bij haar taakuitoefening toepassen.

Goede doelen loterijstelsel op lange termijn

Ik zal de ontwikkelingen ten aanzien van het goededoelenloterijstelsel monitoren en evalueren. Ik zal hierbij gebruik maken van marktscans van de Ksa en van het evaluatiekader modernisering kansspelbeleid4, die onder meer gericht zijn op de effecten op de afdracht, de monitoring van consumentenbescherming en substitutie-effecten.

In 2014 heeft het Kabinet aangekondigd het minimum afdrachtpercentage van 50 naar 40% te verlagen. Randvoorwaarde hierbij is de toezegging van de goededoelenloterijen dat de nominale afdracht aan bestaande begunstigden niet zal afnemen als gevolg van aanpassing van het afdrachtpercentage. Gegeven de gewijzigde omstandigheden zal ik nader bezien of, en zo ja, wanneer, deze wijziging in werking kan treden.

Het wetsvoorstel Koa voorziet na inwerkingtreding in een wettelijke grondslag voor het opstellen van een algemene maatregel van bestuur aangaande de vergunningverlening van goededoelenloterijen. Hiermee kunnen waar nodig aanvullende eisen gesteld worden aan de vergunningverlening. Hierover zal ik met relevante betrokkenen in overleg treden.

Tot slot

Ik vind het van belang dat het maatschappelijke karakter van het Nederlandse loterijstelsel behouden blijft, ook met de komst van eventuele nieuwe goededoelenloterij-aanbieders. De in deze brief aangekondigde beleidsregels geven vorm aan een juridisch en beleidsmatig kader, dat recht doet aan de goede traditie die binnen het loterijstelsel is opgebouwd en aan de grote bijdrage die goede doelen en sportorganisaties aan de samenleving leveren.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Kamerstuk 24 557, nr. 124.

X Noot
2

Kamerstuk 24 557, nr. 134.

X Noot
3

ECLI:NL:RBAMS:2016:3120.

X Noot
4

Kamerstuk 24 557, nr. 137.

Naar boven