nr. 12
AMENDEMENTEN VAN HET LID VAN DER VLIES
De ondergetekende stelt de volgende amendementen voor:
I
In artikel 10 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.»
voor het eerste lid.
II
Artikel 11 wordt vervangen door:
Artikel 11
De in artikel 10 bedoelde uitkeringsbasis voor een gemeente is de som
van de produkten die worden verkregen door voor iedere verdeelmaatstaf het
aantal eenheden van die maatstaf te vermenigvuldigen met het bij de maatstaf
behorende bedrag per eenheid.
III
Artikel 12 wordt vervangen door:
Artikel 12
1. Onze Ministers kunnen, op aanvraag van een gemeente, aan de gemeente
over een uitkeringsjaar een aanvullende uitkering verlenen.
2. Een aanvullende uitkering wordt slechts verleend indien de algemene
middelen van de gemeente aanmerkelijk en structureel tekort zullen schieten
om in de noodzakelijke behoeften te voorzien, terwijl de eigen inkomsten van
de gemeente zich op een redelijk peil bevinden.
3. Onze Ministers kunnen voorschriften verbinden aan het besluit tot verlening
van een aanvullende uitkering.
4. Onze Ministers kunnen een verleende aanvullende uitkering verminderen
of intrekken indien:
a. de financiële positie van de gemeente verbetert;
b. de gemeente in strijd handelt met een wettelijk voorschrift dat betrekking heeft op de aanvullende uitkering, of met een voorschrift
dat aan het besluit tot verlening van de aanvullende uitkering is verbonden.
5. De gemeente die een aanvullende uitkering heeft aangevraagd, of waaraan
een aanvullende uitkering is verleend, neemt maatregelen ter verbetering van
haar financiële positie.
Toelichting
Gezien de bekendheid van het begrip «artikel 12» lijkt het
ondergetekende zinvol om dit te handhaven. Ook bij de overgang van de FVW
1960 naar de FVW 1984 is dit gebeurd.
Deze amendementen strekken derhalve slechts tot een redactionele ingreep,
waarbij artikel 11 wordt ingevoegd vóór de tekst van artikel
12. De tekst van artikel 10, tweede lid, wordt artikel 11.
Van der Vlies