24 525
Derde Energienota

22 232
Klimaatverandering

nr. 8
MOTIE VAN HET LID WITTEVEEN-HEVINGA C.S.

Voorgesteld in het nota-overleg van 1 april 1996

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende,

– de positieve stellingname van de regering over de mogelijkheid van «Gasunie–gashandelaar»

overwegende dat,

– deze benadering serieuze aandacht verdient;

– deze benadering zich bij uitstek leent voor een onderzoek naar de noodzaak van de gescheiden verantwoordelijkheden tussen de overheid en de markt;

– dat de consistentie in het beleid met betrekking tot de elektriciteitssector, waarin de commerciële functie en de nutsfunctie in de organisatie zijn gescheiden, uitnodigt te bezien of dit model niet ook voor de gassector toegepast zou moeten worden,

nodigt de regering uit

met een nota te komen waarin de optie «Gasunie–gashandelaar» nader wordt uitgewerkt, met name ten aanzien van de rol van de overheid en de markt in relatie tot de organisatie van de Gasunie en waarbij het advies van de Energieraad terzake wordt betrokken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Witteveen-Hevinga

Crone

Jorritsma-van Oosten

Naar boven