24 525
Derde Energienota

22 232
Klimaatverandering

nr. 16
MOTIE VAN HET LID REMKES C.S.

Voorgesteld in het nota-overleg van 1 april 1996

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het wenselijk is dat in het kader van de gewenste liberalisering van de elektriciteitsmarkten in Europa de relatief goede positie van de Nederlandse elektriciteitsvoorziening waar mogelijk verder verbeterd wordt;

eveneens overwegende, dat het in het belang van alle Nederlandse afnemers kan worden geacht dat tussen de distributiebedrijven en de produktiesector in Nederland vooralsnog een voldoende mate van wederzijdse betrokkenheid bestaat;

van mening, dat de regering in overleg met de sector verantwoordelijk is voor een zorgvuldige overgang naar een meer geliberaliseerde elektriciteitsmarkt die in voldoende mate is afgestemd met de Europese ontwikkelingen op dit terrein;

voorts van mening, dat een verdere concentratie in de Nederlandse produktiesector in de vorm van een fusie tussen de vier produktiebedrijven en de SEP tot één landelijk grootschalig produktiebedrijf een wezenlijke bijdrage kan leveren aan de concurrentiepositie in Europees verband;

verzoekt de regering in overleg met de partijen in de sector zorg te dragen voor een stappenplan en tijdschema voor de zorgvuldige en geleidelijke overgang naar een meer geliberaliseerde elektriciteitsmarkt in Nederland;

verzoekt de regering eveneens op korte termijn te komen met voorstellen tot wijziging van de Elektriciteitswet 1989 en de vorming van een Grootschalig Produktiebedrijf krachtig te bevorderen, tenzij zeer overtuigend blijkt dat een ander model beter is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Remkes

Jorritsma-van Oosten

Crone

Naar boven