24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting

Nr. 656 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2022

In deze reactiebrief ga ik in op het verzoek van het lid Omtzigt tijdens de Regeling van Werkzaamheden op 15 november jl. (Handelingen II 2022/23, nr. 22, Regeling van Werkzaamheden) De heer Omtzigt vroeg mij om een reactie op de cijfers van de regering en de cijfers van het Rode Kruis. Het Rode Kruis verwacht een stijging van het aantal mensen in voedselnood, terwijl de cijfers van het CPB een daling van armoede voorspellen. In het hele land zien we dat steeds meer mensen financieel klem komen te zitten, hun rekeningen niet kunnen betalen en financiële stress kennen. De gevolgen hiervan zijn serieus en ingrijpend, de verhalen die we horen zijn schrijnend.

Het Rode Kruis schat dat er in Nederland momenteel 400.000 mensen in «onzichtbare voedselnood» zitten en dat de groep groeiende is. Dit is een groep mensen die onvoldoende geld heeft om voldoende of voedzaam eten te kopen, maar tussen wal en schip valt voor ondersteuning via de voedselbanken of de route naar hulp onvoldoende kent. Het Rode Kruis verleent op steeds meer plekken voedselhulp aan een deel van deze mensen. Naast de provincies Friesland en Utrecht, gaat het Rode Kruis ook gezinnen in Noord-Holland ondersteunen. Het Rode Kruis deelt, veelal in samenwerking met kleine lokale en informele organisaties, ontbijttassen en boodschappenkaarten uit aan ongeveer 20.000 huishoudens. Het Rode Kruis roept op om te doneren op het algemene gironummmer om zo nog meer mensen te kunnen ondersteunen. Ik ben het Rode Kruis zeer erkentelijk voor hun inzet.

De waargenomen en nog verwachte stijgingen van het aantal mensen in nood zijn in lijn met de ramingen voor dit jaar, die het CPB publiceerde op Prinsjesdag.1 Voor 2023 wordt er echter een daling voorzien, ten gevolge van het uitzonderlijk groot noodpakket aan koopkrachtmaatregelen dat door het kabinet is gepresenteerd, om de gevolgen van de hoge energieprijzen en de inflatie te dempen. Zo is afgesproken met energieleveranciers dat vanwege de hoge energieprijzen huishoudens tot 1 april 2023 in principe niet worden afgesloten van energie als zij hun energierekening niet helemaal kunnen betalen, op voorwaarde dat zij in contact blijven met de energieleverancier over een betalingsregeling.

Daarnaast wordt er in 2023 een energieprijsplafond ingesteld en wordt de energietoeslag in 2023 opnieuw uitgekeerd aan huishoudens met een laag inkomen (tot 120% van het sociaal minimum). Ook hebben gemeenten middelen ontvangen om kwetsbare huishoudens te helpen bij het isoleren van hun woning. In de Kamerbrief Brede Schuldenbrief zijn de maatregelen aangekondigd om ervoor te zorgen dat mensen die in een schuldregeling zitten hier niet uit vallen door de stijgende energieprijzen.2 Daarnaast wordt het minimumloon per 1 januari met 10% verhoogd en worden de toeslagen in 2023 extra verhoogd.

Het kabinet verwacht op basis van ramingen dat door de genomen maatregelen het aantal mensen onder de armoedegrens in 2023 daalt naar 4,9% (t.o.v. 6,7% in 2022).3 Niet alle problemen zijn echter in deze cijfers te vatten. Het Rode Kruis geeft aan veel mensen te steunen voor wie voedsel de sluitpost is. Wanneer alle lasten betaald zijn, is er soms niets meer over voor voedsel. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat zij vastzitten in een te dure woning of doordat zij hoge medische kosten hebben. Het kabinet neemt deze signalen serieus en zet naast de koopkrachtmaatregelen ook in op flankerend beleid.

Op het terrein van voedselhulp neemt het kabinet verschillende maatregelen. Zo heb ik samen met het Ministerie van OCW vijf miljoen euro beschikbaar gesteld aan het Jeugdeducatiefonds om in de wintermaanden op 500 kwetsbare scholen ontbijt op school aan te kunnen bieden. In navolging hierop heeft de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs uw Kamer vorige week geïnformeerd over de uitvoering van de motie van de leden Dassen en Paternotte4, om € 100 miljoen te investeren in het aanbieden van een maaltijd op school aan leerlingen in kwetsbare wijken in 2023 (Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 139). Ook ondersteunt het kabinet Voedselbanken Nederland in hun opgave om voldoende voedsel te hebben voor hun stijgende klantenaantallen. Vanuit ESF+ is een budget van € 15,8 miljoen beschikbaar voor voedselhulp, materiële hulp en begeleidende maatregelen voor mensen die onvoldoende middelen hebben om het huishouden draaiend te houden. De aanvragen voor ESF+ worden op dit moment beoordeeld. Ook in de samenleving wordt er veel initiatief genomen op het terrein van voedselhulp; ik roep partijen op om zoveel mogelijk de samenwerking aan te gaan met elkaar, om zo nog meer burgers nog beter te kunnen helpen.

Er loopt veel, maar dit betekent niet dat we met elkaar achter over kunnen leunen, integendeel. Het kabinet houdt, samen met onder andere gemeenten, maatschappelijke organisaties, energieleveranciers en kennisinstellingen, vinger aan de pols of de maatregelen daadwerkelijk zo uitpakken als verwacht. Ook is het van belang snel de effecten en vooruitzichten in kaart te brengen als de tijdelijke maatregelen aflopen. Gelijktijdig met het uitvoeren van het genoemde pakket noodmaatregelen, wordt hard verder gewerkt aan structurele verbeteringen op de middel- en lange termijn voor mensen in armoede en met schuldenproblematiek. De Aanpak geldzorgen, armoede en schulden zet ik met alle partners onverminderd door5.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
2

Kamerstuk 24 515, nr. 655.

X Noot
3

Macro Economische Verkenning (MEV) 2023 | CPB.nl, Bijlage bij Kamerstuk 36 200, nr. 2.

X Noot
4

Kamerstuk 36 200, nr. 49.

X Noot
5

Kamerstuk 24 515, nr. 654.

Naar boven