B 2e Herdruk
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 5 oktober
1995 en het nader rapport d.d. 17 november 1995, aangeboden aan de Koningin
door de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 25 juli 1995, no. 95.005896, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het
voorstel van wet met memorie van toelichting, houdende wijziging van de Wet
balansverkorting geldelijke steun volkshuisvesting (aanvullende bijdrage).
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 25 juli 1995,
nr. 95.005896, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 5 oktober 1995, nr. WO8.95.0371, bied ik U hierbij aan.
In artikel II van het wetsvoorstel is voorzien in een terugwerkende kracht
tot en met 13 juli 1995. Blijkens de toelichting is dit de datum waarop het
voornemen om tot een wetswijziging te komen in het openbaar is aangekondigd.
In de toelichting is evenwel niet aangegeven op welke wijze deze openbare
aankondiging heeft plaatsgevonden en wat precies is aangekondigd.
Blijkens de brief van 13 juli 1995 van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal heeft de openbare aankondiging bij deze brief plaatsgevonden
(Kamerstukken II 1994/95, 23 817, nr. 42). De Raad van State adviseert
in de toelichting een verwijzing naar de brief op te nemen.
Voorts overtuigt het argument dat wordt aangevoerd voor het toekennen
van terugwerkende kracht de Raad niet. Indien belanghebbenden op grond van
de bestaande tekst inderdaad niet van een andere berekeningswijze als thans
wordt voorgesteld zouden zijn uitgegaan, is het toekennen van terugwerkende
kracht naar zijn mening niet nodig. In dat geval zou het slechts er om gaan,
een reeds algemeen gevolgde wetsuitleg te bevestigen. Het college meent dat
aan dit aspect niet kan worden voorbijgegaan.
Naar aanleiding van het advies van de Raad is in de toelichting een verwijzing
opgenomen naar mijn brief van 13 juli 1995 waarbij aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal het voornemen om tot de onderhavige wetswijziging
te komen in het openbaar is aangekondigd.
Aangezien de bestaande tekst van de wet tot een andere berekening zou
moeten leiden, dan de berekening waar belanghebbenden van zijn uitgegaan,heb
ik geen gevolg gegeven aan een suggestie van de Raad om de terugwerkende kracht
achterwege te laten.
Bij nader inzien is het voorstel redactioneel zodanig gewijzigd dat het
eerste lid van artikel 7 van de Wet balansverkorting geldelijke steun volkshuisvesting,
zoals dat na de voorgestelde wijziging zou zijn komen te luiden, wordt gesplitst
in twee leden. Hierdoor wordt de leesbaarheid van dat artikeI verbeterd.
Als gevolg hiervan zijn voorts in de artikelen 8 en 16 en in de Bijlage
bij de wet de noodzakelijke wijzigingen in de verwijzingen aangebracht.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht
zal zijn geschonken.
De Vice-President van de Raad van State,
W. Scholten
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en
de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
te zenden.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
D. K. J. Tommel