24 511 (R 1559)
Wijziging van artikel 55 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de bepalingen in de Grondwet inzake veranderingen in de Grondwet

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van de Nederlandse Antillen, de Staten van Aruba

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van rijkswet houdende wijziging van artikel 55 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in verband met de wijziging van de bepalingen in de Grondwet inzake veranderingen in de Grondwet.

De toelichtende memorie, die het voorstel van Rijkswet vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

13 november 1995

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN RIJKSWET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is artikel 55, derde lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden aan te passen aan de wijziging van de bepalingen in de Grondwet inzake veranderingen in de Grondwet;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 55, derde lid, wordt de zinsnede «de nieuwe kamers» vervangen door: de beide kamers in tweede lezing.

ARTIKEL II

Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

De Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken,

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Naar boven