24 508
Volkshuisvestingsbeleid

nr. 16
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 18 december 1996

In het plenaire debat heden1 over leegstand in de volkshuisvesting is door de heer Ten Hoopen aangedrongen op een plan van aanpak voor Lelystad dat ruimer is dan alleen de bestrijding van leegstand. Bij deze wil ik nader toelichten dat het nadrukkelijk de bedoeling is om de problematiek in een bredere context aan te pakken. Voor een geïntegreerde aanpak is de komende tijd verder overleg nodig met de daarbij betrokken collega bewindspersonen. Het is mijn intentie de Tweede Kamer spoedig na het kerstreces te rapporteren over de wijze waarop het plan van aanpak verder vorm kan krijgen.

Ten aanzien van het overleg met de woningbouwcorporaties in Lelystad, het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, de gemeente en de provincie kan ik meedelen dat een intensief overleg wordt gevoerd en dat er op dit moment geen reden is te twijfelen aan de intentie van de daarbij betrokken partijen. Het stadium waarin het overleg verkeert leent zich evenwel niet voor een gedetailleerde uiteenzetting. Ook hierover is het mijn voornemen de Kamer spoedig nader te informeren.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

D. K. J. Tommel


XNoot
1

Zie Handelingen II nr. 14, vergaderjaar 1996–1997.

Naar boven