nr. 11
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING
EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 1 oktober 1996
Hiermee stel ik u op de hoogte van de uitsplitsing per provincie van het
voorlopige bouwprogramma en het daarmee gemoeideBWS-budget voor
de jaren 1997, 1998, 1999 en 2000. Verdeling van de programma's en budgetten
vindt plaats op grond van het Besluit woninggebonden subsidies 1995 (het BWS
1995). Ter verdere toelichting merk ik het volgende op.
Uitgangspunten verdeling BWS 1997
Nu er voor het eerst geen rekenkundige behoefte meer is aan sociale woningen,
heb ik het verantwoord geoordeeld om het budget voor 1997 te verlagen tot
235 miljoen.
Voor de jaren 1997 t/m 2003 zijn toch nog 66 500 sociale nieuwbouw-woningen
geprogrammeerd. Dat hangt samen met de noodzaak om de herstructurering van
eenzijdig samengestelde wijken en buurten te stimuleren, en ook om op de grote
nieuwe uitleglokaties voldoende gedifferentieerd te kunnen bouwen.
Om invulling te geven aan de verlaging hebben binnen het BWS-budget de
volgende verschuivingen plaatsgevonden:
– Het aandeel sociale woningen is ten opzichte van de Trendbrief
terug gebracht tot 11 000. Daarmee verschuift de uitvoering van het programma
deels naar latere jaren. Ik acht deze wijziging verantwoord, omdat daarmee
een meer evenwichtige verdeling van het aandeel sociale woningen in de programma-jaren
van de Vinex-afspraken wordt bereikt.
– Daarnaast is op het onderdeel HoogNiveauRenovatie een korting
toegepast. Met deze korting komen de voor HoogNiveauRenovatie resterende aantallen
uit op het niveau van de realisaties (gunningen) in 1995.
Vanwege het wegvallen van de rekenkundige behoefte aan sociale woningen,
is het zaak om de BWS-middelen thans zodanig in te zetten dat
wat in het verleden met succes is opgebouwd ook in de toekomst gewaarborgd
blijft.
Daarom is er voor gekozen om – binnen de bepalingen van het BWS95 –
bij de verdeling van het budget meer aan te sluiten bij het in de Trendbrief
geformuleerde herstructureringsbeleid. De herstructurerings-opgave kent 2
componenten:
– de opvang uit de herstructurerings-gebieden in de nieuwe uitleg,
als contra-mal van de binnenstedelijke sloop, omzetting huur/koop, etc.; daarvoor
is vooral de nieuwbouw van sociale woningen in de Vinex-uitleglocaties nodig.
– de invulling van de herstructurerings-gebieden met nieuwbouw in
de marktsector.
Beide componenten komen in de voeding van het BWS-budget voor, en vormen
daarmee de basis voor de verdeling voor 1997. De kortingen in de sociale sector
en de HoogNiveauRenovatie maken het mogelijk in 1997 een extra impuls te geven
aan de beoogde intensivering van de bouw van marktwoningen in bestaand stedelijk
gebied.
Dat heeft geresulteerd in een toedeling die geen directe relatie meer
heeft met die uit voorgaande jaren, en daarvan dus ook kan afwijken. Vooral
voor die provincies waar het oude WBO voorzag in een relatief forse uitbreidingsbehoefte
sociale woningen, kan die afwijking aanzienlijk zijn. Vooral tegen deze achtergrond
is bij de verdeling voor 1997 als randvoorwaarde geformuleerd dat
de afwijkingen (relatief) niet groter mogen zijn dan 25% plus of min.
Tentatieve verdeling voor de jaren 1998 t/m 2000
Het voor 1998 en volgende jaren beschikbare BWS-budget ligt lager dan
de voor 1997 beschikbare middelen en is gesteld op circa 192 miljoen. Voor
deze jaren is de verdeling vastgesteld langs de volgende lijnen. Het onderdeel
HoogNiveauRenovatie is gehandhaafd op het nivo van 1997. Ook het onderdeel
woonwagens c.a. wijzigt nauwelijks, met uitzondering van het aantal vervangende
standplaatsen, als gevolg van de te verwachten voltooiing van het deconcentratieproces
van grote woonwagencentra. De stimulering van de marktsector is met ca. 1300
woningen verlaagd tot 4000 woningen jaarlijks. Daarnaast is het aantal gesubsidieerde
woningen en de daaraan gerelateerde toeslagen gecorrigeerd. Voor de Vinex-lokaties
in nieuwe uitleggebieden zijn jaarlijks 7000 woningen beschikbaar; voor de
binnenstedelijke lokaties ca. 1100 woningen.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
D. K. J. Tommel