24 497
Vaststelling van bedragen in verband met uitkeringen uit het Provinciefonds voor de uitkeringsjaren 1992 en 1993 alsmede wijziging van de Provinciewet, de Gemeentewet, de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten in verband met de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften voor provincies en gemeenten

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 12 februari 1996

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer van haar bevindingen als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de gestelde vragen door de regering tijdig beantwoord zullen zijn, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennis genomen van het wetsvoorstel. Ondanks het overwegend technische en redactionele karakter van het wetsvoorstel hebben deze leden nog een aantal vragen en opmerkingen.

In samenhang met de wijzigingen van artikel 247 Provinciewet wordt thans een afzonderlijk besluit tot integratie van de onderdelen «rivierdijkversterkingen» en «onderhoud waterkeringen» voorbereid. Wanneer wordt dit afzonderlijke besluit aan de Kamer voorgelegd?

In hoeverre wordt bij de bepaling van de hoogte van het budget rekening gehouden met het toegenomen aantal kilometers rivierdijken in Limburg?

Een van de nieuwe beleidsmatige veranderingen is het opnemen van het begrip «jaarverslag» in de Gemeentewet en de Provinciewet. In dit jaarverslag wordt ook beleidsevaluatieve informatie opgenomen. Op zich ondersteunen de leden van de CDA-fractie deze wijziging. Echter het jaarverslag wordt niet aangemerkt als «plan» in de zin van artikel 110 Gemeentewet en artikel 108 Provinciewet. De leden van de CDA-fractie willen graag een nadere toelichting op de status en de rechtskracht van het jaarverslag. Daarnaast willen deze leden worden geïnformeerd over de bij algemene maatregel van bestuur nader te stellen regels voor het jaarverslag. Wat zijn dit voor regels? Waarom is een verwijzing naar het jaarverslag als bedoeld in boek 2 van het BW niet voldoende? Welke extra administratieve lasten worden door de verplichting tot het opstellen van een jaarverslag neergelegd bij gemeenten en provincies?

De Commissie voor de Comptabiliteitsvoorschriften verandert van een adviesorgaan in een overlegorgaan waarin overleg wordt gevoerd over de uitvoerbaarheid van de voorgenomen wijzigingen. De leden van de CDA-fractie onderschrijven het voeren van overleg ten aanzien van de uitvoerbaarheid. De beleidsadviestaak van de commissie is komen te vervallen. Is het wel zo dat de commissie ongevraagd advies kan geven? Wat is/wordt de exacte taak van VNG en IPO op het vlak van overleg en advies over eventuele wijzigingen van de Comptabiliteitsvoorschriften, zo vragen de aan het woord zijnde leden.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorstel. Met betrekking tot het overdragen van de bevoegdheid tot het heffen van parkeerbelastingen door de gemeenteraad aan het college van burgemeester en wethouders of aan een commissie vragen zij zich af of het juist is dat het CBS de inkomsten voor de gemeenten uit de parkeerbelastingen heeft geraamd op f 433 miljoen. Zijn de parkeerbelastingen inmiddels de op drie na grootste gemeentelijke inkomstenbron? Is het dan raadzaam de mogelijkheid te openen voor de gemeenteraad om de heffingsbevoegdheid over te dragen?

De leden van de D66-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel, dat tot de onderstaande opmerkingen en vragen heeft geleid.

In verband met de eerste component van dit wetsvoorstel merken deze leden op dat de regering – met artikel 1 en 2 – uit het oogpunt van wetstechniek op correcte wijze de lacune opheft die is ontstaan door de afwezigheid van een wettelijke grondslag voor de vaststelling van het vaste bedrag voor de provincie Flevoland voor de uitekeringsjaren 1992 en 1993 en de verdeling van de PNL-gelden voor uitkeringsjaar 1993 en volgende.

Ten aanzien van de onderdelen «rivierdijkversterking» en «onderhoud waterkeringen» vragen de leden van de fractie van D66 waarom ten tijde van de totstandkoming van het Besluit integratie diverse uitkeringen Provinciefonds 1994–1998 niet kon worden aangegeven op welke wijze de betreffende bedragen in de algemene uitkering zouden worden opgenomen.

Op welke termijn wordt het afzonderlijk besluit van de regering tot integratie van de onderdelen «rivierdijkversterking» en «onderhoud waterkeringen» verwacht?

Kan een indicatie gegeven worden van de hoogte van de bedragen voor bovenstaande onderdelen voor de komende jaren?

Waarom zijn de middelen voor het onderdeel «openluchtrecreatie» niet langer onderdeel van het pakket maatregelen Decentralisatie-impuls?

Voor wat betreft de tweede component van dit wetsvoorstel, de wijzigingen van een aantal wetten, waaronder de Gemeentewet, de Provinciewet en de Wet gemeenschappelijke regelingen, ten gevolge van het Besluit Comptabiliteitsvoorschriften 1995 dat op 1 januari 1995 inwerking trad, stemmen de leden van de D66-fractie in met de technische en redactionele wijzigingen zoals voorgesteld door de regering. De aanpassing van de terminologie in de relevante wetten aan het begrippenapparaat van de Comptabiliteitsvoorschriften 1995 en vice versa komt de duidelijkheid ten goede. Met de regering gaan de leden van de D66-fractie ervan uit dat de afschaffing van het sectoronderscheid overheid/bedrijven een betere integrale afweging van de financiële situatie binnen een gemeente of provincie mogelijk maakt.

Overigens steunen deze leden de gesignaleerde trend naar een meer bedrijfsmatige wijze van werken door de lokale overheden.

Ten aanzien van de meer materiële wijziging van artikel 156 Gemeentewet vragen de leden van de D66-fractie nadere toelichting op de wijze waarop de overdracht door de gemeente van de bevoegdheid tot het heffen van parkeerbelastingen aan een commissie of nu ook aan het college van B & W, precies tegemoet komt aan de door gemeenten gesignaleerde behoefte aan reguleringsmogelijkheden.

De codificatie van bestaand beleid voor wat betreft de termijnstelling preventief toezicht wegens een structurele tekortbegroting beoordelen deze leden positief.

De meerwaarde van de afschaffing van het voorschrift van gelijktijdige toezending aan de Minister van Binnenlandse Zaken van mededelingen en besluiten van gedeputeerde staten omtrent het instellen van preventief toezicht ontgaat de leden van de D66-fractie echter.

De vastlegging van de ontwikkelingen in de praktijk in de Wet gemeenschappelijke regelingen die de regering voorstelt hebben de goedkeuring van deze leden. Welke plannen heeft de regering ten aanzien van verdere wijzigingen ten aanzien van het toezicht op gemeenschappelijke regelingen?

De leden van de D66-fractie stemmen, gezien het in essentie technische en redactionele karakter van de voorgestelde wijzigingen, er mee in dat advisering van VNG en IPO op instigatie van de regering achterwege is gebleven.

Ten aanzien van de onderdelen van het wetsvoorstel die een codificatie van beleid behelsen merken deze leden op dat een oordeel van VNG en IPO omtrent de wijze waarop het onderhavige wetsvoorstel dit bewerkstelligt welkom geweest was.

De voorzitter van de commissie,

De Cloe

De griffier van de commissie,

Hommes


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van Erp (VVD), V. A. M. van der Burg (CDA), Te Veldhuis (VVD), Van der Heijden (CDA), De Cloe (PvdA), voorzitter, Janmaat (CD), Van den Berg (SGP), Brinkman (CDA), Scheltema-de Nie (D66), ondervoorzitter, Apostolou (PvdA), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Zijlstra (PvdA), Van der Hoeven (CDA), Remkes (VVD), Gabor (CDA), Nijpels-Hezemans (Groep Nijpels), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Hoekema (D66), Essers (VVD), Dittrich (D66), Dijksman (PvdA), De Graaf (D66), Cornielje (VVD), Rouvoet (RPF), Rehwinkel (PvdA).

Plv. leden: Korthals (VVD), Dankers (CDA), Van Hoof (VVD), Bijleveld-Schouten (CDA), Liemburg (PvdA), Poppe (SP), Schutte (GPV), Mulder-van Dam (CDA), Jeekel (D66), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Vreeman (PvdA), Verhagen (CDA), Van der Stoel (VVD), Mateman (CDA), Van Wingerden (AOV), Rabbae (GroenLinks), Van Boxtel (D66), H. G. J. Kamp (VVD), Assen (CDA), M. M. van der Burg (PvdA), Bakker (D66), Klein Molekamp (VVD), Leerkes (U55+), Van Oven (PvdA).

Naar boven