24 495
Wijziging van de Wet N.V. RCC in verband met de vervreemding van aandelen

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOORZOVER GEWIJZIGD

– De eerste zin luidde:

Bij de oprichting van de N.V. RCC is het aandelenbezit van de vennootschap volledig in handen van de Staat gebracht.

– In de vierde alinea ontbraken de zinnen:

Het statutair aanwijzingsrecht verliest voor de overheid in elk geval zijn functie, zodra de overheid niet langer over de meerderheid van de aandelen beschikt. Bij aanvaarding van deze wet zal bevorderd worden dat artikel 16, zesde lid, van de statuten geschrapt zal worden.

– De vijfde alinea is nieuw.

– De zesde alinea, voorheen vijfde alinea, luidde oorspronkelijk:

Bij de evaluatie van de verzelfstandiging van RCC is het kabinet tot de conclusie gekomen, dat eerst na ommekomst van een periode van circa vijf jaar na de verzelfstandiging overgegaan zou moeten worden tot verdere privatisering van de N.V. RCC. In de tweede helft van 1995 verstrijkt deze termijn. Nu is dan ook het moment gekomen de voorbereidingen te treffen om te gelegener tijd tot gehele of gedeeltelijke vervreemding van de aandelen over te kunnen gaan.

– De zevende, achtste, en negende alinea's zijn nieuw.

– De tiende alinea, voorheen zesde alinea, luidde oorspronkelijk als volgt:

Zoals hiervoor uiteengezet, vormt de verplichting tot het aanhouden van een meerderheidsbelang een belemmering tot verdergaande privatisering. Daarom wordt voorgesteld dit voorschrift te schrappen. Daarnaast vereisen de zakelijke belangen van zowel de Staat als van RCC, dat er flexibel ingespeeld kan worden op marktomstandigheden en ontwikkelingen betreffende RCC. Dat pleit ervoor om artikel 3 in zijn geheel te schrappen. Het overleg over de wijze waarop de verdere privatisering vormgegeven zal worden, moet nog starten. Bij dit overleg wordt ook het RCC betrokken. Derhalve kunnen wij nu niet aangeven op welk moment tot daadwerkelijke vervreemding overgegaan zal worden en evenmin of alle aandelen in één keer vervreemd zullen worden dan wel in gedeelten op verschillende tijdstippen. Vastgesteld kan worden, dat in elk geval het voornemen bestaat aandelen, al dan niet in gedeelten, te vervreemden. Wij beschouwen het kenbaar maken van dit voornemen als een mededeling in de zin van artikel 3, tweede lid, van de Wet N.V. RCC.

– De elfde alinea was oorspronkelijk de zevende alinea, tevens slotalinea.

Naar boven