F
nr. 23
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 februari 2006
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen
op 2 maart 2006.
De wens dat één of meer van deze verdragen aan de goedkeuring
van de Staten-Generaal zal worden onderworpen kan door of namens een van de
kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig
leden van de Tweede Kamer of door de Gevolmachtigde Ministers van de Nederlandse
Antillen onderscheidenlijk van Aruba te kennen worden gegeven uiterlijk op
1 april 2006.
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van de Rijkswet
goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel
e, van die Rijkswet, heb ik de eer U mede te delen dat de regering het voornemen
heeft om over te gaan tot verlenging van de volgende verdragen:
• De op 7 juni 2001 te Parijs totstandgekomen Verklaring van
bepaalde Europese Regeringen inzake de productiefase van de Ariane-draagraket
(Trb. 2001, 166). Dit verdrag bevat afspraken waarbij de feitelijke productie,
verkoop en lancering van de Ariane draagraket toevertrouwd worden aan het
internationale industriële consortium Arianespace. Het verdrag heeft
een looptijd tot eind 2006 en wordt verlengd met twee jaar tot eind 2008.
Wat het Koninkrijk betreft, geldt dit verdrag alleen voor Nederland.
• De op 3 mei 2005 te ’s-Gravenhage totstandgekomen Notawisseling
houdende een Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde
Staten van Amerika inzake de status van militair- en burgerpersoneel van de
Amerikaanse Strijdkrachten tijdens militaire training en oefeningen op de
Nederlandse Antillen en Aruba (Trb. 2005, 176). Het verdrag behoefde op grond
van artikel 7, onderdeel c, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen
niet de goedkeuring van de Staten-Generaal. Het verdrag zal met twaalf maanden
worden verlengd met het oog op de militaire oefening «Caribbean Lion»
die in mei-juni 2006 in de Caribische regio zal plaatsvinden.
Wat het Koninkrijk betreft, geldt dit verdrag voor het gehele Koninkrijk.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
B. R. Bot