24 493 (R 1557)
Voornemen tot verlenging van verdragen

nr. 75
nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2002

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 28 november 2002. De wens dat dit verdrag aan de goedkeuring van de Staten-Generaal zal worden onderworpen kan door of namens een van de kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 28 december 2002.Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, en met het oog op artikel 7, onderdeel e, van die Rijkswet, heb ik de eer U mede te delen dat de regering het voornemen heeft om over te gaan tot verlenging van het volgende verdrag:

Het te Brussel op 21 februari 2002 totstandgekomen Besluit tot instelling van een fonds ter financiering van de Conventie over de toekomst van de Europese Unie en tot vaststelling van de financiële voorschriften voor het beheer daarvan (Trb. 2002, 108). Dit Besluit, dat een verdragskarakter heeft, heeft een initiële looptijd tot en met 31 december 2002; de verlenging zal voor onbepaalde tijd geschieden tot de beëindiging van de werkzaamheden van de Conventie.

Wat het Koninkrijk betreft, geldt het Besluit alleen voor Nederland.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

J. G. de Hoop Scheffer

Naar boven