24 466
Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de totstandkoming van de Tweede Vereenvoudigingsrichtlijn-btw

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de totstandkoming van de Tweede Vereenvoudigingsrichtlijn-btw.

De toelichtende memorie (en bijlagen), die het Wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

26 oktober 1995

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de Wet op de omzetbelasting 1968 dient te worden aangepast aan Richtlijn nr. 95/7/EG van de Raad van de Europese Unie van 10 april 1995 tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG en tot invoering van nieuwe vereenvoudigingsmaatregelen op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde – werkingssfeer en praktische regeling voor de toepassing van bepaalde vrijstellingen (PbEG L 102);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

In de Wet op de omzetbelasting 1968 worden de volgende wijzigingen aangebracht.

A. In artikel 2a, eerste lid, wordt onderdeel h vervangen door:

h. intracommunautair goederenvervoer:

1°. het vervoer van goederen waarvan de plaats van vertrek en de plaats van aankomst op het grondgebied van twee verschillende lid-staten zijn gelegen;

2°. het vervoer van goederen waarvan de plaats van vertrek en de plaats van aankomst in dezelfde lid-staat zijn gelegen, wanneer dit vervoer rechtstreeks samenhangt met het vervoer van goederen als bedoeld onder 1°;.

B. In artikel 3, eerste lid, onderdeel c, wordt «de oplevering van goederen» vervangen door: de oplevering van onroerende zaken.

Voorts wordt «de goederen» vervangen door: de zaken.

C. Artikel 3a, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd.

C.1. Onderdeel d vervalt.

C.2. In onderdeel e wordt na «lid-staat van aankomst van de verzending of het vervoer» toegevoegd: , mits dat goed na de werkzaamheden wordt verzonden naar de ondernemer in de lid-staat waarvandaan het oorspronkelijk is verzonden of vervoerd.

D. Na artikel 6a wordt een nieuw artikel opgenomen, luidende:

Artikel 6b.1. In afwijking van artikel 6, tweede lid, onderdeel c, onder 3°, worden diensten bestaande in werkzaamheden, deskundigenonderzoeken daaronder begrepen, met betrekking tot roerende zaken die worden verleend aan afnemers aan wie een btw-identificatienummer is toegekend in een andere lid-staat dan die waar de werkzaamheden feitelijk plaatsvinden, verricht in de lid-staat die aan de afnemer van de dienst het btw-identificatienummer heeft toegekend waaronder de dienst aan deze is verleend.

2. Het eerste lid is alleen van toepassing indien de goederen worden verzonden of vervoerd buiten de lid-staat waar de diensten daadwerkelijk zijn verricht.

E. In artikel 12, tweede lid, wordt «als bedoeld in artikel 6a» vervangen door: als bedoeld in artikel 6a of artikel 6b.

F. Artikel 19, tweede lid, onderdeel b, wordt vervangen door:

b. de bijkomende kosten, zoals kosten van commissie, verpakking, vervoer en verzekering tot de plaats van bestemming.

G. Artikel 34, tweede lid, wordt vervangen door:

2. De ondernemer is tevens, met inachtneming van bij ministeriële regeling te stellen regels, gehouden:

a. een register bij te houden van de goederen die door hem of voor zijn rekening zijn verzonden of vervoerd naar een andere lid-staat om aldaar te worden gebruikt voor de in artikel 3a, tweede lid, onderdelen e, f en g, bedoelde doeleinden;

b. afzonderlijk aantekening te houden van de goederen die vanuit een andere lid-staat naar hem zijn verzonden of vervoerd door of voor rekening van een ondernemer aan wie een btw-identificatienummer is toegekend in een andere lid-staat, ten behoeve van een dienst als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdeel c, onder 3°.

H. In artikel 35, eerste lid, onderdeel f, wordt «als bedoeld in artikel 6a» vervangen door: als bedoeld in artikel 6a of artikel 6b.

I. Artikel 37a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd.

I.1. Onderdeel b vervalt.

I.2. De lettering van onderdeel c wordt gewijzigd in b.

J. Aan tabel I, onderdeel b, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van post 15 door een puntkomma, een nieuwe post toegevoegd, luidende:

16. de oplevering van roerende zaken als bedoeld in onderdeel a door degene die de zaken heeft vervaardigd.

K. Tabel II, onderdeel a, wordt als volgt gewijzigd.

K.1. In post 7, onder a, wordt na «aangewezen» ingevoegd: , voor zover die goederen voor de heffing van de accijns niet zijn ingevoerd of zijn uitgeslagen.

K.2. In post 7, onder b, aanhef, wordt «minerale oliën die zijn gebracht buiten een accijnsgoederenplaats» vervangen door: minerale oliën waarvoor in artikel 27 van de Wet op de accijns een accijnstarief is vastgesteld alsmede minerale oliën die daarmee op grond van artikel 28 van die wet worden gelijkgesteld en die zijn gebracht buiten een accijnsgoederenplaats.

K.3. Na onder b, 3°, wordt toegevoegd:

Bijzondere bepaling

Bij de uitslag van de minerale oliën uit de accijnsgoederenplaats bedoeld in deze post, onder a, wordt de belasting ter zake van de daaraan voorafgaande levering dan wel de met de uitslag verband houdende levering geheven naar het zonder de toepassing van deze bijzondere bepaling geldende tarief. De belasting wordt geheven van de ondernemer te wiens behoeve de uitslag plaatsvindt en is door deze verschuldigd op het tijdstip van die uitslag.

K.4. Post 8 wordt vervangen door:

8.a. bij ministeriële regeling aan te wijzen goederen of soorten van goederen die worden gebracht naar of zich bevinden in een ander entrepot dan een douane-entrepot als bedoeld in artikel 16, lid 1, A en B, onder e, van de Zesde Richtlijn dat niet-plaatsgebonden is;

b. bij ministeriële regeling aan te wijzen goederen of soorten van goederen die zich bevinden in een ander entrepot dan een douane-entrepot als bedoeld in artikel 16, lid 1, A en B, onder e, van de Zesde Richtlijn dat plaatsgebonden is, niet zijnde een accijnsgoederenplaats voor minerale oliën;

hetgeen onder een niet-plaatsgebonden en onder een plaatsgebonden entrepot als bedoeld in deze post wordt verstaan, wordt, onder daarbij te stellen voorwaarden en beperkingen, vastgesteld bij ministeriële regeling;

Bijzondere bepaling

Bij het beëindigen van de opslag van de goederen in het entrepot, bedoeld in deze post, onder b, wordt de belasting ter zake van de daaraan voorafgaande levering dan wel de met de beëindiging samenhangende levering geheven naar het zonder de toepassing van deze bijzondere bepaling geldende tarief. De belasting wordt geheven van de ondernemer te wiens behoeve de opslag van die de goederen in het entrepot wordt beëindigd, en is door deze verschuldigd op het tijdstip van die beëindiging.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Financiën,

Naar boven