24 452 (R 1551)
Goedkeuring van het op 25 januari 1988 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken

nr. 7
VERSLAG VAN DE STATEN VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN

Ontvangen 22 mei 1996

De bespreking van het onderhavige voorstel van Rijkswet heeft dezerzijds in principe tot geen bedenkingen aanleiding gegeven.

De Staten van de Nederlandse Antillen willen slechts naar voren brengen hetgeen reeds in de memorie van toelichting staat, nl. dat het wenselijk is dat de Nederlandse Antillen voor alsnog niet ten opzichte van alle partijen bij dit Verdrag zonder meer worden gebonden. De Staten van de Nederlandse Antillen wensen dat bij het tot stand brengen van de binding van het Verdrag voor het Koninkrijk tot uitdrukking wordt gebracht dat het Verdrag door dit land van het Koninkrijk slechts wordt toegepast in de relatie met de partijen bij dit Verdrag waarmee het Koninkrijk een belastingverdrag heeft gesloten dat voor de Nederlandse Antillen geldt en dat een bepaling inzake de uitwisseling van inlichtingen bevat.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de Centrale Commissie van de 20ste mei 1996.

De Rapporteur,

L. A. George-Wout

Naar boven