24 452 (R 1551)
Goedkeuring van het op 25 januari 1988 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken

nr. 6
VERSLAG VAN DE STATEN VAN ARUBA

Ontvangen 3 april 1996

Naar aanleiding van de behandeling van het onderhavig voorstel van rijkswet kunnen de Statenfracties zich geheel verenigen met de strekking ervan doch wensen hetgeen in de memorie van toelichting is opgenomen terzake van de positie van Aruba nogmaals benadrukken.

Aruba acht het in het kader van haar fiscaal beleid geboden om uitwisseling van gegevens op het fiscale vlak vooralsnog slechts te doen plaatsvinden met landen waarmee bilaterale belastingverdragen zijn gesloten. Het is tegen deze achtergrond dat Aruba het wenselijk acht dat zij vooralsnog niet ten opzichte van alle partijen bij dit Verdrag zonder meer wordt gebonden.

Het is wenselijk dat bij het tot stand brengen van de binding van het Verdrag voor het Koninkrijk tot uitdrukking wordt gebracht dat het Verdrag door Aruba slechts wordt toegepast in de relatie met de partijen bij dit Verdrag waarmee het Koninkrijk een belastingverdrag heeft gesloten dat voor Aruba geldt en dat een bepaling inzake de uitwisseling van inlichtingen bevat.

Dit verslag geldt als Eindverslag.

Aldus vastgesteld in de Centrale Commissie van de 3de april 1996.

De Rapporteur,

M. V. Christiaans

Naar boven