24 425
Verslagen van de Commissie voor de Verzoekschriften

nr. 104
VERSLAG OVER HET ADRES1 VAN C. A. WESTRUP TE POSTERHOLT, MET BETREKKING TOT VRIJSTELLING VAN DE PREMIEPLICHT VOLKSVERZEKERINGEN

Vastgesteld 9 mei 1996

De commissie2, gezien de door de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verstrekte inlichtingen,

overwegende,

dat adressant zich erover beklaagt dat hem niet met terugwerkende kracht vanaf december 1992 vrijstelling wordt verleend van de verzekerings- en premieplicht volksverzekeringen;

dat adressant, van Britse nationaliteit doch reeds vanaf 1989 in Nederland woonachtig, met ingang van december 1992 een pensioenuitkering van zijn voormalige Britse werkgever ontvangt en in Nederland verzekeringsplichtig is krachtens de volksverzekeringen;

dat adressant stelt eerst in het najaar van 1994, naar aanleiding van de aangiftebiljetten voor de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 1992 en 1993, te hebben ontdekt dat hij in aanmerking kwam voor vrijstelling van genoemde verzekerings- en premieplicht;

dat adressant in november 1994 een verzoek om die vrijstelling bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft ingediend, die de vrijstelling vervolgens heeft verleend met ingang van die maand;

dat ingevolge artikel 24 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 (KB 1989/164) de vrijstelling namelijk kan worden verleend met ingang van de dag waarop het verzoek om vrijstelling is ingediend;

dat adressant tegen het besluit van de SVB vergeefs bezwaar heeft gemaakt, daarbij stellend dat de vrijstelling met ingang van december 1992 zou moeten worden verleend, aangezien hij niet eerder op de hoogte was van de mogelijkheid van vrijstelling en premies verschuldigd is geworden over een periode waarin hij geen aanspraak op voorzieningen zou hebben kunnen maken;

dat adressant het middel van beroep niet heeft benut;

dat adressant stelt dat de informatievoorziening van overheidswege ernstig tekort is geschoten, op grond waarvan hem alsnog premievrijstelling over een zekere periode zou moeten worden verleend;

dat adressant stelt dat hij zich immers eind 1992 bij diverse instanties, waaronder de belastingdienst, heeft vervoegd om informatie over zijn rechten en plichten te verkrijgen, doch geen van die instanties hem heeft gewezen op de mogelijkheid van vrijstelling of hem heeft verwezen naar de SVB;

dat, wat hier ook van zij, noch de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid noch de SVB op grond van genoemd Besluit enige discretionaire bevoegdheid toekomt om terugwerkende kracht te verlenen aan bedoelde vrijstelling,

van oordeel,

dat voldoende aanleiding bestaat om dit adres en het bijbehorende dossier in handen te stellen van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid teneinde te zijner tijd te kunnen worden betrokken bij eventueel overleg met de staatssecretaris over met name artikel 24 van genoemd Besluit,

stelt aan de Kamer voor:

a. dit adres en het bijbehorende dossier in handen te stellen van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

b. voor het overige ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde van de dag.

De voorzitter van de commissie,

Van Hoof

De griffier van de commissie,

Van Dijk


XNoot
1

Dit adres en de stukken, welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan liggen op de griffie van de Commissie voor de Verzoekschriften, Buitenhof 37, ter inzage voor de leden.

XNoot
2

Samenstelling: Leden: Van Hoof (VVD), voorzitter, Ybema (D66), Apostolou (PvdA), ondervoorzitter, Van der Hoeven (CDA), Koekkoek (CDA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), B. de Vries (VVD), Verkerk (AOV) en Van Oven (PvdA). Plv. leden: Kamp (VVD), Giskes (D66), Liemburg (PvdA), Smits (CDA), Hillen (CDA), vacature GroenLinks, Cherribi (VVD), Van Wingerden (AOV) en Middel (PvdA).

Naar boven