24 425
Verslagen van de Commissie voor de Verzoekschriften

nr. 102
VERSLAG OVER HET ADRES1 VAN G. A. TE V.2, MET BETREKKING TOT FISCALE BOETES

Vastgesteld 9 mei 1996

De commissie3, gezien de door de staatssecretaris van Financiën verstrekte inlichtingen,

overwegende,

dat adressant zich erover beklaagt dat hij voor hetzelfde feit, te weten het verzwijgen voor de fiscus van rente-inkomsten over spaartegoeden, tweemaal wordt gestraft;

dat adressant in onderscheiden aangiften voor de inkomstenbelasting over de jaren 1989 tot en met 1992 genoten rente over spaartegoeden onvermeld heeft gelaten, hetgeen in 1993 aan het licht is gekomen;

dat adressant op grond hiervan navorderingsaanslagen over de jaren 1989 tot en met 1991 zijn opgelegd, verhoogd met een administratieve boete van 100 procent;

dat adressant over het jaar 1992 een zogenoemde primitieve aanslag zonder boete is opgelegd, omdat een administratieve boete tijdens de primitieve aanslagregeling niet kan worden opgelegd;

dat de Officier van Justitie, om strafvervolging ter zake van de verzwijging van de rente-inkomsten in de aangifte over het jaar 1992 te voorkomen, een transactievoorstel heeft gedaan dat door adressant is aanvaard;

dat adressant stelt dat het in meer jaren verzwijgen voor de fiscus van rente-inkomsten beschouwd moet worden als één vergrijp, dat vervolgens door zijn aanvaarding van genoemd transactievoorstel strafrechtelijk is afgedaan waardoor de administratieve boeten, begrepen in genoemde navorderingsaanslagen, dienen komen te vervallen;

dat het in een reeks van jaarlijkse belastingaangiften verzwijgen van inkomsten echter evenzovele strafbare feiten oplevert;

dat het transactievoorstel van de Officier van Justitie slechts één van die feiten betrof;

dat overigens, voorzover de verzwijgingen als een meerdaadse samenloop zouden kunnen worden beschouwd, ook in het commune strafrecht in zulk een geval geldboeten kunnen cumuleren;

dat voorts de administratieve boeten, overeenkomstig het Voorschrift administratieve boeten 1993, een percentage van de ontdoken belasting- bedragen, zodat het gecumuleerde boetebedrag niet meer beloopt dan het boetebedrag dat in één keer over de totale som van ontdoken belasting zou zijn opgelegd;

dat de inspecteur der belastingen overigens de aan adressant opgelegde boeten tot op 50 procent heeft kwijtgescholden, in overeenstemming met genoemd Voorschrift;

dat de inspecteur en vervolgens de staatssecretaris van Financiën terecht geen aanleiding hebben gezien de boeten ambtshalve geheel te doen vervallen;

dat adressant overigens over de navorderingsaanslagen en de daarin begrepen boeten het oordeel van de onafhankelijke rechter kan inroepen,

van oordeel,

dat niet is gebleken dat ten aanzien van adressant een onjuist fiscaal beleid is gevoerd,

stelt aan de Kamer voor ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde van de dag.

De voorzitter van de commissie,

Van Hoof

De griffier van de commissie,

Van Dijk


XNoot
1

Dit adres en de stukken, welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan liggen op de griffie van de Commissie voor de Verzoekschriften, Buitenhof 37, ter inzage voor de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
3

Samenstelling: Leden: Van Hoof (VVD), voorzitter, Ybema (D66), Apostolou (PvdA), ondervoorzitter, Van der Hoeven (CDA), Koekkoek (CDA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), B. de Vries (VVD), Verkerk (AOV) en Van Oven (PvdA). Plv. leden: Kamp (VVD), Giskes (D66), Liemburg (PvdA), Smits (CDA), Hillen (CDA), vacature GroenLinks, Cherribi (VVD), Van Wingerden (AOV) en Middel (PvdA).

Naar boven