24 423
Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, de Wet op de loonbelasting 1964 en de Wet op belastingen van rechtsverkeer (wijziging van enige fiscale wetten in het kader van lastenverlichting voor het midden- en kleinbedrijf)

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN VAN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

I. VOORSTEL VAN WET

– de tekst van Artikel I, onderdeel C.3., luidde: In het vijfde lid vervalt onderdeel g. De onderdelen h en i worden verletterd tot g en h.

– in artikel III, onderdeel B, was in plaats van «Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» opgenomen: Onze Minister van Financiën en van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij».

II. MEMORIE VAN TOELICHTING

In Hoofdstuk I is het volgende gewijzigd.

– in de tweede alinea, was in plaats van «verruiming Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)» opgenomen: verruiming WBSO.

– in de vierde alinea, was in plaats van «waaronder de Raad van Centrale Ondernemingsorganisaties, de Raad voor het Midden- en Kleinbedrijf, MKB-Nederland en de Federatie van Land- en Tuinbouworganisaties» opgenomen: RCO, RMK, MKB-Nederland, LTO.

– in de vijfde alinea, was in plaats van «Kamerstukken II 1994/95, 24 243, nr. 1.» opgenomen: Kamerstukken II, 1994/1995, nr. 24 243, nr. 1.

In Hoofdstuk II is het volgende gewijzigd.

– in paragraaf 1.2., eerste alinea, was in plaats van «Het wetsvoorstel Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid-vervoer dat op 7 april j.l. naar de Tweede Kamer is gezonden (Kamerstukken II 1994/95, 24 134)» opgenomen: Het wetsvoorstel «Tijdelijke wet vrachtverdeling Noord-Zuid» dat op 7 april j.l. naar de Tweede Kamer is gezonden (Kamerstukken II 1994/95, 24 134).

– in paragraaf 1.2., luidde de derde alinea: Teneinde afbakeningsproblematiek te voorkomen is er voor gekozen de huidige uitsluiting van schepen voor de investeringsaftrek in haar geheel te laten vervallen. Dit houdt in dat naast investeringen in binnenvaartschepen ook investeringen in zeeschepen voor investeringsaftrek in aanmerking komen. Gelet op het hiervoor bedoelde plafond zal de betekenis van de faciliteit voor de zeescheepvaart echter beperkt zijn.

– in paragraaf 1.3., onderdeel a, eerste alinea, was in plaats van «Teneinde het ondernemerschap te stimuleren en de bereidheid tot het lopen van «startersrisico» te bevorderen» opgenomen: Teneinde het ondernemerschap en het lopen van «startersrisico» te bevorderen.

– in paragraaf 1.3., onderdeel a, tweede alinea, ontbraken de vijfde, zesde en zevende volzin.

– in paragraaf 1.3., onderdeel a, vierde alinea, luidde de eerste volzin: Voor de willekeurige afschrijving voor startende ondernemers zullen dezelfde uitsluitingen gelden als thans voor de investeringsaftrek voor kleinschalige investeringen.

– in paragraaf 1.5., eerste alinea, was in plaats van «Daardoor wordt het bijvoorbeeld ook mogelijk» opgenomen: Daardoor wordt het mogelijk.

– in paragraaf 3.1. luidde de derde alinea: Ik stel daarom voor in artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer een vrijstelling in de overdrachtsbelasting op te nemen om de verplaatsing van landbouwbedrijven uit de EHS naar elders te stimuleren indien dat voor de realisering van de EHS wenselijk is.

– in paragraaf 3.1., vierde alinea, luidden de derde en vierde volzin: Ik heb overigens ook aanleiding gevonden deze faciliteit om te zetten in een vrijstelling en over te brengen naar artikel 15.

– de in Hoofdstuk III opgenomen tabel luidde:

maatregel19961998struct.
loonkostenfaciliteit leerlingwezen– 115– 130– 130
faciliteit voor kapitaalverstrekking aan starters en doorstarters– 45– 50– 50
verhoging investeringsaftrek inclusief binnenvaart– 100– 130– 130
willekeurige afschrijving starters– 15– 55– 15
verhoging startersaftrek– 10– 15– 15
verhoging VAMIL-budget– 8– 8– 8
exportrisicoreserve– 18– 20– 20
verruiming WBSO– 75– 100– 100
faciliteit overdrachtsbelasting bij verplaatsing van landbouwbedrijven t.b.v. de natuur– 3– 3– 3
totaal– 389– 511– 476

– de titel van Hoofdstuk IV luidde: Personele aspecten.

In Hoofdstuk V is het volgende gewijzigd.

– in de toelichting op Artikel I, onderdeel A, was in plaats van «Thans ligt het in mijn voornemen» opgenomen: Het ligt in mijn voornemen.

– in de toelichting op Artikel I, onderdeel A, ontbraken de laatste volzin van de eerste alinea, de tweede alinea en de derde alinea.

– de derde volzin van de toelichting op Artikel I, onderdeel C.2. luidde: Artikel 8 is bij de Wet van 24 juni 1994 (Stb. 497) gewijzigd met het oog op het bevorderen van beleggingen en investeringen die in het belang zijn van het milieu, waaronder natuur en bos.

– de laatste alinea van de toelichting op Artikel I, onderdeel D luidde: Indien in enig jaar in geen van de landen omzet wordt behaald, dient de reserve aan de winst te worden toegevoegd.

– de titel van de toelichting op Artikel III, onderdeel A en B luidde: Artikel III, onderdeel B (artikel 15, eerste lid, onderdelen s en t, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer)

– in de toelichting op Artikel IV was in plaats van «hoofdstuk II, paragraaf 1.3» opgenomen: onderdeel 1.3.

Naar boven