24 400 XI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar 1996

nr. 73
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 29 mei 1996

Op 26 maart 1996 is in uw Kamer een motie aangenomen (24 400 XI, nr. 55) om bij de zonering van Vliegveld Seppe uit te gaan van een aantal van 55 000 vliegtuigbewegingen.

Mede namens mijn ambtgenoot van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) wil ik aangeven hoe ik deze motie zal gaan uitvoeren.

De geluidszone gebaseerd op 55 000 vliegtuigbewegingen heb ik inmiddels door het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) laten berekenen. Deze gegevens zal ik inbrengen in het bestuurlijk overleg, dat is afgesproken voor 3 juli 1996.

Het gaat daarbij enerzijds om uw wens uit te gaan van een gering aantal vliegtuigbewegingen en anderzijds om de uitspraak van de exploitant dat bij een dergelijk lage bovengrens een aantal bedrijven op Seppe na 2000 in de problemen zal gaan komen. Indien dit correct is ontstaat er een probleem omdat de alternatieve optie de zone in 2000 te vergroten in de situatie van vliegveld Seppe uit een oogpunt van ruimtelijke ordening ongewenst is.

Het verder vervolg van de procedure is vanzelfsprekend mede afhankelijk van de resultaten van het genoemde gezamenlijke beraad met de verantwoordelijke regionale en lokale besturen.

Van het resultaat van dit bestuurlijk overleg zal ik u op de hoogte stellen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven