nr. 101
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 20 mei 1996
Inleiding
Eind vorig jaar heb ik in het kader van het doelmatigheidsonderzoek bij
de hogere onderhoudsbedrijven van Defensie het voornemen bekend gemaakt dat
het Marine Elektronisch en Optisch Bedrijf, het MEOB,over enkele
jaren zal worden verplaatst van Oegstgeest naar Den Helder.
Over dit voornemen heb ik in het algemeen overleg met de vaste commissie
voor Defensie van de Tweede Kamer van 10 april jongstleden uitvoerig van gedachten
gewisseld. Tijdens dit algemeen overleg bleken verschillende leden behoefte
te hebben aan beter inzicht in de werkgelegenheids- en economische effecten
van deze verplaatsing voor de regio Den Helder.
Dit geeft mij aanleiding deze effecten nog eens in een brief uiteen te
zetten ten behoeve van het in de week van 20 mei aanstaande geagendeerde plenaire
debat. Juist die effecten vormen immers, samen met de grotere doelmatigheid,
de reden voor mijn voornemen tot verplaatsing van het MEOB. Zowel de intentieverklaring
van 22 november 1990, die is overeengekomen tussen het Ministerie van Defensie
en de gemeente Den Helder, alsook het debat over de defensiebegroting voor
1996, waarbij de zorg van de Kamer voor de werkgelegenheid in Den Helder naar
voren werd gebracht, vormden voor mij een aansporing waar mogelijk enige compensatie
te bieden voor de scherpe daling van defensiewerkgelegenheid in de kop van
Noord-Holland.
Werkgelegenheidseffecten
Het werkgelegenheidseffect dat ontstaat door de voorgenomen verplaatsing
van het MEOB naar Den Helder bestaat uit drie elementen.
In de eerste plaats ontstaat structureel nieuwe werkgelegenheid in Den
Helder door de overheveling van 500 arbeidsplaatsen van het MEOB naar Den Helder. Als gevolg van deze structurele maatregel zal weliswaar
geleidelijk, maar wel blijvend ruimte aan werkzoekenden uit Den Helder en
omgeving worden geboden. Over het tempo waarin werkzoekenden uit Den Helder
een arbeidsplaats in het nieuwe hoger onderhoudsbedrijf voor de Koninklijke
marine zullen vinden, is op dit moment geen verantwoorde uitspraak mogelijk.
Dit is afhankelijk van het verloop in het personeelsbestand van het MEOB.
Ten tweede ontstaan naar verwachting ongeveer 50 afgeleide arbeidsplaatsen.
Het gaat hier bijvoorbeeld om banengroei bij de plaatselijke middenstand door
een toename van de omzet. Op basis van ervaring bedraagt de verhouding tussen
directe banen en afgeleide werkgelegenheid 10:1.
Ten derde is aannemelijk dat met de verhuizing van het MEOB ook indirecte
werkgelegenheid in Den Helder ontstaat, bijvoorbeeld in de sfeer van onderhoud
en leveranciers. Deze nu nog niet nader aan te duiden indirecte arbeidsplaatsen
in Den Helder vormen dan nieuwe werkgelegenheid.
In meer algemene zin zal de verplaatsing van het MEOB een verbreding van
de huidige economische basis in de regio Noord-Holland-Noord betekenen. Dit
verzekert ten minste continuïteit in de handhaving en exploitatie van
de aanwezige infrastructuur en kennis.
Structuurverbetering arbeidsmarkt
Op termijn biedt de verplaatsing van het MEOB hoogwaardige werkgelegenheid
voor de jeugd met een middelbare beroepsopleiding en hoger. Bijna eenderde
van de werklozen in de regio Den Helder is jonger dan 23 jaar. Op dit moment
trekt deze categorie in grote getale weg uit de regio, omdat de arbeidsmarkt
daar onvoldoende perspectief biedt.
Doordat de aanwezigheid van werknemers met een hogere beroepsopleiding
toeneemt, ontstaat een verbetering van de arbeidsmarkt voor andere, hoogwaardige
bedrijven, die zich in Den Helder zouden willen vestigen. Tevens ontstaat
een impuls voor scholings- en bijscholingsinspanningen. Dit ondersteunt de
scholingsinfrastructuur en heeft tegelijk een positief effect op de kwaliteit
van de arbeidsmarkt.
Woningmarkt
De verplaatsing van het MEOB zal naar verwachting tot gevolg hebben dat
een aanzienlijk deel van de 500 huishoudens zich in Den Helder en omgeving
zullen vestigen. Dit betekent een even grote vraag naar woningen. De bestaande
leegstand van huizen en de daarmee gepaard gaande verpaupering zal hierdoor
verminderen.
Overige maatregelen
Naast de verplaatsing van het MEOB zullen, zoals ik u heb gemeld, nog
eens 85 andere arbeidsplaatsen naar Den Helder worden overgebracht. Het betreft
hier 44 functies in het kader van de collocatie van het kustwachtcentrum in
Den Helder en 41 functies in het kader van de lopende herstructureringsoperatie
van de Koninklijke marine. De overheveling van deze arbeidsplaatsen heeft
uiteraard navenante effecten als bij de verplaatsing van het MEOB.
In totaal ontstaat derhalve een direct positief werkgelegenheidseffect
van 585 functies, naast een groei met ongeveer 60 afgeleide arbeidsplaatsen
en een nog onbekend positief effect op de indirecte werkgelegenheid.
Tot slot
Ik roep bij u in herinnering dat deze maatregelen zijn gericht op een
bijdrage aan herstel van werkgelegenheid in Den Helder. Deze laatste is in
de regio Noord-Holland-Noord aanzienlijk teruggelopen, doordat duizenden arbeidsplaatsen
bij Defensie verloren zijn gegaan. Vanwege het sociaal beleid van Defensie
vertaalt deze scherpe daling zich niet meteen in de werkloosheidsstatistieken.
Defensie kan zich naar mijn oordeel door de bovengenoemde maatregelen op een
verantwoorde wijze van haar bestuurlijke verplichting kwijten, zoals deze
is aangegeven in de genoemde intentieverklaring. Tevens wordt daarbij een,
zij het niet maximale, bijdrage aan de doelmatigheidsoperatie geleverd.
De Staatssecretaris van Defensie,
J. C. Gmelich Meijling