24 400 VIII
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 1996

nr. 101
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 10 juli 1996

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over de instandhouding van de openbare basisschool te Drouwenerveen.

De vragen en de daarop ontvangen antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De ondervoorzitter van de commissie,

Van Gelder

De griffier van de commissie,

Roovers

Schriftelijke vragen over de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Netelenbos, d.d. 10 april 1996 inzake de instandhouding van de openbare basisschool te Drouwenerveen (OCW-96-445)

1

Kunnen de overwegingen om in dit specifieke geval een uitzondering te maken wat betreft opheffingsnorm nader gespecificeerd worden, aangezien de brief daar zeer summier over is?

Er is geen uitzondering gemaakt voor wat betreft de opheffingsnorm; in de beschikking is vermeld wat de opheffingsnorm is en wat de gevolgen zouden moeten zijn bij een juiste wetstoepassing.

De overweging om toch, ondanks dat niet wordt voldaan aan de wettelijke norm, goed te keuren dat de openbare basisschool in stand blijft, is gelegen in het feit dat er aan het bevoegd gezag van de school een foutieve mondelinge toezegging is gedaan waaraan ik niet voorbij kon gaan.

2

Van wie is het initiatief tot overleg tussen ministerie en schoolbestuur uitgegaan?

Het initiatief tot overleg tussen ministerie en schoolbestuur is uitgegaan van het schoolbestuur.

3

Tussen wie heeft er «intern overleg op het departement» (laatste overweging van uw beschikking) plaatsgevonden?

Intern overleg op het departement heeft plaats gehad tussen mij en medewerkers van de uitvoerende eenheid CFI/FBT/PL, binnen welke eenheid besluitvorming in eerste instantie plaatsvindt.

4

Wanneer heeft het «telefonisch onderhoud» plaatsgevonden?

Het telefonisch onderhoud heeft plaatsgevonden op vrijdag 23 februari 1996.

5

Welk toekomstperspectief heeft de betreffende school met betrekking tot het leerlingaantal?

Uit informatie van het bevoegd gezag blijkt dat er op de eerstvolgende teldatum, te weten 1 oktober 1996, 25 leerlingen worden verwacht. Wegens het ontbreken van prognosegegevens is mij niet bekend welk verder toekomstperspectief de school met betrekking tot het leerlingaantal heeft.

6

Bij hoeveel scholen wordt per 1 augustus 1996 de bekostiging beëindigd als gevolg van een te laag leerlingaantal?

Het antwoord op deze vraag is nog niet eenduidig te geven. Om u op dit punt nader te informeren zal ik u binnen afzienbare tijd een rapportage doen toekomen waaruit blijkt welke besluiten er in het kader van de uitvoering – voor de eerste maal – van de wet «Toerusting en bereikbaarheid» zijn genomen.

7

Vindt de staatssecretaris het juist dat zij door een toezegging te doen en daardoor verwachting te wekken een situatie creëert waarin zij wel moet afwijken van een, in gemeen overleg met de Staten-Generaal tot stand gekomen, wet?

Ik acht het niet wenselijk dat een toezegging wordt gedaan die niet overeenkomstig de wet is. Ik ben echter van mening dat het niet anders kan dan dat een gedane toezegging gestand wordt gedaan.

8

Op welke wijze wil de staatssecretaris voorkomen dat andere bevoegd-gezagsorganen dezelfde foutieve interpretatie van de wet geven als dat van de openbare basisschool te Drouwenerveen?

Er is reeds uitvoerig gepubliceerd over de uitwerkingen van de wet «Toerusting en Bereikbaarheid»: in het voorjaar van 1994 is een brochure verschenen, in december 1994 en januari 1995 zijn aparte publikaties opgenomen in het departementale blad «Uitleg Mededelingen OCenW».

Ik ben voornemens binnenkort weer een voorlichtende publikatie te laten verschijnen teneinde nogmaals te pogen foutieve interpretatie van de wet te voorkomen.

9

Hoe wordt er nu in het vervolg gehandeld met bevoegde gezagen die eveneens de wet foutief geïnterpreteerd hebben?

Indien een bevoegd gezag de wet foutief heeft geïnterpreteerd zal de wet strikt worden nageleefd. Indien er op mijn departement een fout wordt gemaakt (toezegging) zal ik mijn verantwoordelijkheid nemen.

10

Is de staatssecretaris bereid op grond van artikel 1 van de Grondwet (gelijke behandeling in gelijke gevallen) een school die in dezelfde omstandigheid verkeert als die te Drouwenerveen – kort gezegd het te laat nemen van een fusiebesluit – in stand te houden?

Van gelijke behandeling kan alleen sprake zijn indien er daadwerkelijk sprake is van gelijke gevallen; uiteraard ben ik bereid om, indien dit zich voordoet, overeenkomstig te handelen.

11

In antwoord op vragen van het lid Stellingwerf (27 februari jl) over de basisschool «De Schakel» in Meteren wordt gesteld dat er bewust is gekozen om geen hardheidsclausule op te nemen. Waarom wordt er voor de school in Meteren, dat een reëel uitzicht heeft op een forse groei van het leerlingaantal, geen uitzondering gemaakt en voor deze school met een veel lager aantal leerlingen wel? Is er zo geen sprake van een ongelijke behandeling?

Voor de school in Meteren kon en kan geen uitzondering worden gemaakt omdat in de Wet op het basisonderwijs geen bepaling is opgenomen waarbij op grond van een toekomstig verwacht aantal leerlingen de instandhouding van een school kan worden gerealiseerd. Ik ben van mening dat er geen sprake is van ongelijke behandeling omdat er in het geval Meteren geen sprake is van een foutieve mondelinge toezegging.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Beinema (CDA), Van der Vlies (SGP), Van Nieuwenhoven (PvdA), M.M.H. Kamp (VVD), voorzitter, De Cloe (PvdA), Janmaat (CD), Van Gelder (PvdA), ondervoorzitter, Van de Camp (CDA), Mulder-van Dam (CDA), Hendriks (HDRK), Rabbae (GroenLinks), Jorritsma-van Oosten (D66), De Koning (D66), Koekkoek (CDA), J.M. de Vries (VVD), Liemburg (PvdA), Stellingwerf (RPF), Lambrechts (D66), Rijpstra (VVD), Cornielje (VVD), Cherribi (VVD), Dijksma (PvdA), Sterk (PvdA), Van Vliet (D66) en Bremmer (CDA).

Plv. leden: Reitsma (CDA), Schutte (GPV), Lilipaly (PvdA), Klein Molekamp (VVD), Valk (PvdA), Poppe (SP), Duivesteijn (PvdA), Ten Hoopen (CDA), Van der Hoeven (CDA), Verkerk (AOV), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Bakker (D66), Van 't Riet (D66), Deetman (CDA), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), Van der Ploeg (PvdA), Leerkes (Unie 55+), Versnel-Schmitz (D66), Essers (VVD), Korthals (VVD), Passtoors (VVD), Huys (PvdA), Van Zuijlen (PvdA), Verhagen (CDA) en Lansink (CDA).

Naar boven