24 346
Gevolgen van de orkaan Luis voor de Bovenwindse eilanden van de Nederlandse Antillen

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NEDERLANDS-ANTILLIAANSE EN ARUBAANSE ZAKEN

's-Gravenhage, 13 september 1995

Onder verwijzing naar uw brief van 6 september 1995, wil ik u thans, mede namens mijn ambtgenoten van Defensie van Binnenlandse Zaken, als volgt berichten. In de eerste plaats wil ik hier de verklaring van Minister-President Kok memoreren, afgelegd bij het begin van uw openbare vergadering op 12 september 1995 over de gevolgen van de orkaan Luis voor de Bovenwindse eilanden van de Nederlandse Antillen en de Nederlandse hulpverlening terzake. In deze brief zal informatie worden gegeven over de Nederlandse hulpinspanning. Over de Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse hulpinspanning heb ik thans nog geen volledige informatie.

De orkaan Luis heeft op woensdag 6 september jl. met verwoestende kracht de Bovenwindse eilanden van de Nederlandse Antillen getroffen. Vooral de bevolking van het eiland Sint Maarten heeft zware offers moeten brengen. Circa tweederde van de bevolking heeft ernstige schade aan het eigen onderkomen opgelopen. Het aantal daklozen loopt in de duizenden.

Er zijn vele gewonden gevallen. Van de 15 zwaar gewonden is ongeveer de helft naar Curaçao overgebracht, de anderen worden op Sint Maarten behandeld. De lokale autoriteiten schatten dat er tot en met dinsdag 12 september ongeveer duizend licht gewonden zijn behandeld. Over het exacte dodental zijn de gegevens diffuus. De Nederlands-Antilliaanse regering heeft op woensdag 13 september aangegeven dat er op het Nederlandse gedeelte van Sint Maarten als gevolg van de orkaan Luis 2 doden te betreuren zijn.

Op dit moment ontbreekt nog een accuraat inzicht over de totale omvang van de schade. Vaststaat dat de materiële en immateriële schade enorm is. Het bedrag van Nƒ 10 mln. dat het kabinet afgelopen vrijdag ter beschikking heeft gesteld, moet worden gezien als een eerste bijdrage voor het lenigen van de eerste humanitaire nood. Gegeven het verloop van de uitgaven ligt verhoging van dit bedrag in de rede.

Op Sint Maarten zijn de wegen veelal weer begaanbaar, maar goederentransport ondervindt soms vertraging. De elektriciteitscentrale is onbeschadigd, distributie over ondergrondse kabels is gedeeltelijk hersteld en dagelijks wordt toevoer over meer aansluitingen mogelijk. Het waterbedrijf filtreert weer en in dichtbevolkte gebieden zijn tappunten in het distributienet geopend. Op zeer beperkte schaal is thans weer telefoonverkeer uit Sint Maarten mogelijk. De indruk bestaat dat thans circa eenderde van de winkels en warenhuizen weer open is. Er lijkt geen brandstoftekort te bestaan en ook voor burgers is weer benzine beschikbaar. De voedselsituatie geeft geen aanleiding tot bijzondere zorg.

Onder leiding van de gezaghebber functioneert in Philipsburg een crisiscentrum waar de crisiscoördinatie met civiele diensten en noodhulpverleners plaatsvindt, bestuurlijke beslissingen worden voorbereid en de aansturing van de hulpvragen wordt geregeld.

De Nederlandse regering zal in samenwerking met de Nederlands-Antilliaanse regering en de bestuurlijke autoriteiten op Sint Maarten er alles aan doen om effectief bij te dragen aan het herstelproces. Om het humanitaire karakter van de thans op te zetten kampementen te benadrukken, zal het Rode Kruis naar verwachting op korte termijn de algehele leiding van de noodopvang op zich nemen. Volgens informatie van het Rode Kruis van heden verblijven er thans reeds ongeveer 750 mensen in het eerste tentenkamp.

Toen op 3 september jongstleden duidelijk werd dat de tropische orkaan Luis zijn spoor zou trekken over de Bovenwindse Eilanden heeft de Commandant Zeemacht Caraïbisch Gebied (CZMCARIB) op verzoek van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen (GouvNA) enkele detachementen mariniers ingezet op de drie Bovenwindse eilanden om het lokale bestuur te assisteren bij de voorbereidingen op deze orkaan. Het ging hierbij om in totaal 56 mariniers waarvan 31 op Sint Maarten, 13 op Sint Eustatius en 12 op Saba.

Voorts werd, op instigatie van de Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, overleg gestart tussen het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, de ministeries van Defensie, Binnenlandse Zaken, Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Algemene Zaken, het Kabinet van de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen en – in latere instantie – de Nederlandse Rode Kruis (NRK) om de hulpverlening vanuit Nederland zo goed mogelijk te coördineren.

Reeds voordat de gevolgen van de orkaan bekend waren werd, in verband met het verwachte aantal slachtoffers, op verzoek van de GouvNA, besloten tot het overbrengen van een militair veldhospitaal naar Curaçao om snelle inzet in het rampgebied mogelijk te maken. Na het overtrekken van de orkaan bleek de grootste schade te zijn aangericht op Sint Maarten. Bij de beschadigde gebouwen behoorde ook het ziekenhuis. Derhalve werd besloten het veldhospitaal inclusief medisch personeel (34 personen) van Curaçao over te brengen naar Sint Maarten.

Het bevoegd gezag op Sint Maarten werd geconfronteerd met plunderingen. Daarop is via de bestaande regelingen door de GouvNA verzocht om militaire bijstand t.b.v. de handhaving van de openbare orde. Deze bijstand wordt door de Koninklijke marechaussee en het Korps mariniers van de Koninklijke marine uitgevoerd onder gezag van de gezaghebber van Sint Maarten. Hierbij is nadrukkelijk bepaald dat deze bijstand niet ingezet zal worden voor gedwongen ontruiming van krottenwijken of gedwongen verwijdering van illegalen. Verder is overeengekomen dat deze bijstand zo spoedig mogelijk wordt overgenomen door eenheden van het Korps Politie Nederlandse Antillen en van het Vrijwilligerskorps Curaçao.

Zodra de lokale autoriteiten meer inzicht kregen in de situatie op Sint Maarten, werd om aanvullende grootschalige humanitaire hulp verzocht. In reactie daarop werden door Defensie in eerste instantie verbindingsmiddelen, een operatiekamer en medisch specialisten ingevlogen. Vervolgens werd militair personeel en materieel geleverd t.b.v. het opbouwen van tentenkampen voor 5000 daklozen, alsmede om voor de voedselvoorziening voor deze personen te zorgen.

Voorts werden opruimwerkzaamheden en werkzaamheden tot herstel van de infrastructuur uitgevoerd met behulp van het aanwezige militaire personeel en met ondersteuning van technici en andere specialisten van het stationsschip «Hr Ms Van Amstel», dat thans voor de kust van Sint Maarten ligt. Voorts werd geniepersoneel van de Koninklijke landmacht overgebracht om deze werkzaamheden t.b.v. herstel infrastructuur verder uit te voeren.

«Hr Ms Pelikaan» is onmiddellijk ingezet t.b.v. transport van goederen van Curaçao naar Sint Maarten. Dit transport gaat nog steeds door.

Op dit moment zijn 581 Nederlandse militairen ingezet, waarvan 21 van de Koninklijke marechaussee en 263 personen van de Koninklijke marine, die al in die regio aanwezig waren en 297 die vanaf vorige week vanuit Nederland zijn overgebracht. Deze laatste groep bestaat uit:

Geniepersoneel114KL
Bewakingsdet. aanvulling 32KMarns
Veldhospitaal 34KM
Med. specialisten 2KL
Chauffeurs 20KL
Keukenpers. 60KL
Overigen (leiding, opbouw kamp e.d.) 35KL

Het vanuit Nederland ingezet defensiematerieel betreft onder meer:

  1 veldhospitaal (incl. 1 operatiekamer)
 550 tenten
5.200veldbedden
 150 verlichtingssets
  6 keukens
  4 waterwagens
  1 bad/was-installatie
25 000 gevechtsrantsoenen
  30aggregaten 20 kW
 120 jerry-cans
  8 satelliet-communicatie-sets
  50 portofoons
  6 jeeps Mercedes-Benz
  28 vrachtauto's 4 ton
  3 wiellaadschoppen met bijbehorende uitrusting
  4 containers met specifiek geniematerieel
 200 verplaatsbare toiletten (Dixie) (uit aanschaf)

Ten behoeve van het transport van het materieel zijn in totaal de volgende vluchten uitgevoerd:

8 vluchten met ANTONOV-124
1 vlucht met ILYOESHIN-76
2 vluchten met B-747-CARGO
2 vluchten met DC-*-CARGO

Ten behoeve van retourvluchten van Curaçao naar Sint Maarten zijn constant 2 F27's en 1 Orion ingezet. Voorts zijn voor deze verbinding een ILYOESHIN-76 en een ANTONOV 124 gehuurd. Vanaf vrijdag zullen deze transporten worden overgenomen met een Nederlandse C-130 van de Koninklijke luchtmacht. Dit toestel zal in ieder geval de komende maand voor transporten van en naar Sint Maarten beschikbaar blijven.

Op verzoek van de regering van de Nederlandse Antillen zijn via het Landelijk Coördinatiecentrum (LCC) van het ministerie van Binnenlandse Zaken vanaf 7 september een complete brandweercompagnie (60 man personeel afkomstig uit de regio Rotterdam-Rijnmond) en 88 ton technisch hulpverleningsmateriaal ter beschikking gesteld. Het materiaal is afkomstig van het Logistiek Centrum Zoetermeer en de brandweerregio's Haaglanden en Rotterdam-Rijnmond. Dit betreft personeel en materiaal dat vanuit Nederland is overgevlogen naar het rampgebied in aanvulling op al hetgeen door de Nederlandse Antillen zelf is ingezet.

De brandweercompagnie bestaat vooral uit personeel dat is gespecialiseerd in technische hulpverlening. De brandweerlieden, waaronder enige vrijwilligers, zijn afkomstig van korpsen uit Vlaardingen, Schiedam, Rotterdam, Capelle a/d IJssel, Spijkenisse en Barendrecht.

De compagnie is opgedeeld in vier verschillende pelotons, ieder met een eigen taak. Twee pelotons zijn ingezet voor het weer begaanbaar maken van het wegennet – met name in het centrum van de hoofdstad Philipsburg –, het herstel van openbare voorzieningen, gebouwen en dergelijke. Er is hulp geboden met het stevig verankeren van de zendmast van een radiostation en het repareren van het hek van de dierentuin op het eiland. Daar waar nodig zijn bewoners geholpen met het veiligstellen van hun huizen en is gewerkt aan het herstel van de onderkomens van de plaatselijke hulpverleners. Een derde peloton is ingezet voor de distributie van water over het hele eiland. In Philipsburg worden provisorische waterleidingen gemaakt met centrale aftappunten waar burgers terecht kunnen. Circa 28 000 flessen water zijn inmiddels verspreid in woonwijken. De waterlevering op het eiland wordt weer op gang gebracht met behulp van watertransportvoertuigen. Een vierde peloton is ingezet als logistieke verzorgingseenheid.

Mij wordt gemeld dat de sfeer onder het hulpverlenend personeel goed is en het moreel en de inzet hoog zijn. Het werk wordt als zeer nuttig ervaren.

Vanaf woensdagmiddag 6 september is een gratis telefoonnummer (06-300024) opengesteld voor het publiek met vragen over de situatie en informatie over verwanten. Tevens wordt het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken ondersteund bij de voorlichting.

Met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is overleg gevoerd inzake de medische hulpverlening aan en de opvang en psycho-sociale nazorg van de getroffenen. De medische dienst van de KLM is ingezet bij de opvang op Schiphol.

Eveneens is door de minister van Binnenlandse Zaken bijstand geregeld van de Afdeling Speurhonden van het Korps Landelijke Politiediensten en de Stichting Inzet-reddingshond Nederland.

Hieronder treft u een totaal-overzicht aan van de civiele hulpverlening (personeel en materieel) waarin de minister van Binnenlandse Zaken op verzoek van de Minister-President van de Nederlandse Antillen heeft voorzien.

Totaal-overzicht civiele hulpverlening rijksoverheid

A. Personeel

– 1 brandweercompagnie, bestaande uit 60 man personeel, afkomstig uit de brandweerregio Rotterdam-Rijnmond;

– 2 hondenzoek-teams, bestaande uit 14 honden en 22 begeleiders van de Afdeling Speurhonden van het Korps Landelijke Politiediensten en de Stichting Inzet-reddingshond Nederland.

B. Materieel

– 1 pallet spijkers

– 10 pallets werklijnen 60m

– 2 pallets diverse touwen

– 1 pallet koevoeten

– 4 rolcontainers jerrycans

– 13 rolcontainers slaapzakken

– 10 stapelframes natostretchers

– 1 pallet stofmaskers

– 3 haakarmbakken HVH BASIS

– 2 haakarmbakken HVH SPEC

– 1 vrachtauto VW D19/2

– 2 rolcontainers portofoons

– 1 rolcontainer mobilofoons

– 10 rolcontainers RTV-sets

– 2 rolcontainers Klokpompen

– 5 pallets tirfortakels

Ik zal op vrijdag 15 september een bezoek brengen aan het getroffen gebied, ook om overleg te voeren over de structurele wederopbouw en het Nederlandse aandeel daarin. Gegeven het feit dat wij ons in Koninkrijksverband gezamenlijk verantwoordelijk weten voor de hulpverlening en wederopbouw op de Bovenwindse eilanden, ligt het in de rede dat in Nederland een ministerieel samenwerkingsverband wordt ingesteld waarin de meest betrokken Nederlandse ministers zullen participeren.

De Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken a.i.,

G. Zalm

Naar boven