24 337
Herijking van het buitenlands beleid

nr. 18
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 1 oktober 1996

In aansluiting op de brief van de vaste commissie EZ van uw Kamer, kenmerk EZ 96-17, d.d. 20 juni 1996, informeer ik u graag over de manier waarop ik de handelsbevorderende taken in het buitenland verder vorm wil geven.

Eén van de uitgangspunten van de herijking van het Nederlandse beleid t.o.v. het buitenland is dat de economische belangenbehartiging van Nederland en zijn bedrijfsleven door de posten (ambassades en consulaten) in het buitenland wordt versterkt. Zo worden handelsbevorderende taken van de posten in kwantitatieve en kwalitatieve zin uitgebreid en nieuwe posten in voor het Nederlandse bedrijfsleven interessante nieuwe markten geopend. Tevens wordt er gestreefd naar een zo goed mogelijke aansluiting van het handelsbevorderende takenpakket van de posten op de desbetreffende vraag van het Nederlandse bedrijfsleven. De aanpak van de posten zal worden opgenomen in de regio- en landenbeleidsdocumenten, waarin de economische belangenbehartiging een belangrijke component vormt.

Wat betreft de overheidstaak ten aanzien van buitenlandse handelsaanvragen ben ik voornemens te kiezen voor een decentrale benadering, Ik stel mij voor dat de posten in hun jaarplan voorstellen doen over de invulling van deze taak, waarbij uitbesteding aan Nederlandse particuliere handelsbevorderende vertegenwoordigingen uitdrukkelijk tot de mogelijkheden behoort. Deze voorstellen zullen vervolgens door mij worden getoetst waarbij erop wordt toegezien dat de kwaliteit van de gedelegeerde dienstverlening en de kwantiteit van de geleverde prestaties adequaat zijn.

Over de nadere uitwerking zal ik u op de hoogte houden.

Staatssecretaris van Economische Zaken,

A. van Dok-van Weele

BIJLAGE

's-Gravenhage, 20 juni 1996

Aan de Staatssecretaris van Economische Zaken

In de onlangs gehouden procedurevergadering van de vaste commissie voor Economische Zaken d.d. 18 juni jl. is Uw brief inzake de Herijking van het buitenlands beleid (Kamerstuk 24 337, nr. 17) aan de orde gesteld.

De commissie zou graag willen vernemen op welke termijn zij de conclusies op basis van de resultaten van het onderzoek en het gevoerde overleg tegemoet kan zien. Zij verzoekt U geen onomkeerbare schriftelijke beslissingen te nemen alvorens de Kamer hiervan op de hoogte te stellen.

De commissie sluit niet uit dat naar aanleiding daarvan een algemeen overleg wordt gevoerd.

De griffie van de vaste commissie voor Economische Zaken,

Tielens-Tripels

Naar boven