nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 15 januari 1996
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In het opschrift wordt na het woord «bedrijfsvoorraad» toegevoegd:
, alsmede van de Wet van 2 november 1995 tot wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering
motorrijtuigen in verband met aanvulling van de Boeken 3, 6 en 8 van het Burgerlijk
Wetboek met regels betreffende de aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen
en verontreiniging van lucht, water of bodem (Stb. 542)
B
In de overweging wordt na «de registratie van de dekking van motorrijtuigen
in bedrijfsvoorraad» toegevoegd: , alsmede in artikel I, onderdeel B,
van de Wet van 2 november 1995 (Stb. 542) een wijziging aan te brengen
C
Onder vernummering van artikel III tot artikel IV wordt na artikel II
een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL III
In de Wet van 2 november 1995 tot wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering
motorrijtuigen in verband met aanvulling van de Boeken 3, 6 en 8 van het Burgerlijk
Wetboek met regels betreffende de aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen
en verontreiniging van lucht, water en bodem (Stb. 542) worden in artikel
I, onderdeel B, in artikel 3a, eerste lid, de woorden «gelijk is aan
of» geschrapt.
D
Aan artikel IV wordt na «tijdstip.» een zin toegevoegd, luidende:
Bij koninklijk besluit kan een ander tijdstip worden vastgesteld waarop
artikel III in werking treedt.
TOELICHTING
De Wet van 2 november 1995 (Stb. 542) voert een verzekeringsplicht in
met betrekking tot de aansprakelijkheid voor schade, veroorzaakt door gevaarlijke
stoffen. Inmiddels is onderkend dat in afwijking van de bedoeling, zoals deze
blijkt uit de memorie van toelichting op het wetsvoorstel 24 177 dat
tot de wet van 2 november 1995 heeft geleid, ook motorrijtuigen van 3500 kilogram
onder het bereik van de verzekeringsplicht vallen. Zulks is nimmer de bedoeling
geweest. In de regelgeving waarin het onderscheid tussen lichte en zware motorrijtuigen
wordt gemaakt (zo ook de regelgeving met betrekking tot het rijbewijs, die
op pagina 5, derde alinea, in de memorie van toelichting van genoemd wetsvoorstel
als voorbeeld wordt genoemd) omvat de ene categorie de motorrijtuigen van
3500 kilogram of lichter, en de andere categorie motorrijtuigen van meer dan
3500 kilogram. Steeds is bedoeld bij deze regelgeving aan te sluiten. Dat
wij niet ook motorrijtuigen van 3500 kilogram onder de regeling hebben willen
laten vallen blijkt voorts uit pagina 5, eerste alinea, van de genoemde memorie
van toelichting; daar wordt opgemerkt dat ongeveer 80 000 motorrijtuigen
onder de regeling vallen. Dit aantal kàn slechts betrekking hebben
op motorrijtuigen van meer dan 3500 kilogram; er zijn ten minste 200.000 motorrijtuigen
van precies 3500 kilogram. Het laten vallen van motorrijtuigen van 3500 kilogram
onder de reikwijdte van de wet zou ook problemen met zich meebrengen voor
verzekeraars. Hun administratie is ingericht op het onderscheid tussen enerzijds
motorrijtuigen van 3500 kilogram en lichter (personenauto's en bestelauto's)
en anderzijds motorrijtuigen van meer dan 3500 kilogram (vrachtauto's). Het
betreft twee verschillende verzekeringsmarkten en het verschil in polissen
is gebaseerd op genoemd onderscheid. Waar het nimmer de bedoeling is geweest
motorrijtuigen van precies 3500 kilogram ook onder de verzekeringsplicht te
laten vallen, wordt voorgesteld artikel 3a aan te passen. Een andere aanpak
zou ook een groot aantal vervoerders voor problemen stellen.
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink
De Minister van Financiën,
G. Zalm