24 335
Wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen in verband met de registratie van de dekking van motorrijtuigen in bedrijfsvoorraad

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen met de registratie van de dekking van motorrijtuigen in bedrijfsvoorraad.

De toelichtende memorie (en bijlagen), die het Wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

7 september 1995

Beatrix

nr. 2
Voorstel van wet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen te wijzigen, in verband met de registratie van de dekking van motorrijtuigen in bedrijfsvoorraad;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, vierde lid, laatste volzin, komt te luiden:

De verplichting tot verzekering is echter niet geschorst gedurende de in artikel 13, vierde lid, en de in artikel 13a, zevende lid, tweede volzin, bedoelde periode. Hetzelfde geldt voor de periode die voortvloeit uit artikel 13a, zesde lid, tweede volzin.

B

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Het in het eerste lid bedoelde overheidsorgaan houdt een register aan waarin de in dat lid genoemde kennisgevingen worden aangetekend, alsmede de door de verzekeraars gedane kennisgevingen, bedoeld in artikel 13a, tweede lid en zesde lid.

2. Het zesde lid komt te luiden:

6. Een kennisgeving overeenkomstig het eerste lid wordt mede gedaan ten aanzien van verzekeringen tot het dekken van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid waartoe in het verkeer aanleiding wordt gegeven door motorrijtuigen die voor herstel of bewerking ter beschikking zijn gesteld van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon en die zijn voorzien van een kenteken dat niet voor een bepaald voertuig is opgegeven, overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens artikel 37, derde lid van de Wegenverkeerswet 1994.

3. Het achtste lid komt te luiden:

8. Voor de uitvoering van dit artikel en van artikel 13a worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels gesteld.

C

Na artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13a

1. Een kennisgeving als bedoeld in artikel 13, eerste lid, wordt mede gedaan ten aanzien van verzekeringen tot het dekken van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid waartoe in het verkeer aanleiding wordt gegeven door motorrijtuigen die behoren tot de bedrijfsvoorraad van een overeenkomstig artikel 62 van de Wegenverkeerswet 1994 erkende natuurlijke persoon of rechtspersoon.

2. De verzekeraar is verplicht aan het door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen overheidsorgaan kennis te geven van het sluiten van een verzekering als bedoeld in het eerste lid door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 62 van de Wegenverkeerswet 1994.

3. De natuurlijke persoon of rechtspersoon, bedoeld in artikel 62 van de Wegenverkeerswet 1994, is verplicht aan het overheidsorgaan kennis te geven van het opnemen van het motorrijtuig in de bedrijfsvoorraad. Het overheidsorgaan bevestigt deze kennisgeving voor ontvangst.

4. De kennisgeving, bedoeld in het tweede lid, geldt tezamen met de voor ontvangst bevestigde kennisgeving, bedoeld in het derde lid, als de kennisgeving, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a.

5. De voor ontvangst door het overheidsorgaan bevestigde mededeling waaruit blijkt dat het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat, geldt als de kennisgeving door de verzekeraar van het einde van de dekking met betrekking tot het motorrijtuig.

6. De verzekeraar is verplicht aan het overheidsorgaan kennis te geven van de beëindiging, de vernietiging, de ontbinding en de schorsing van de verzekering. Artikel 13, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

7. De dekking met betrekking tot het motorrijtuig eindigt van rechtswege doordat de mededeling aan het overheidsorgaan waaruit blijkt dat het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat door dat overheidsorgaan voor ontvangst wordt bevestigd. De verplichtingen van de verzekeraar jegens de benadeelde blijven echter bestaan voor ongevallen welke plaatsvinden binnen 16 dagen na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de mededeling aan het overheidsorgaan waaruit blijkt dat het motorrijtuig de bedrijfsvoorraad verlaat, door dat overheidsorgaan voor ontvangst is bevestigd.

D

In artikel 34, eerste lid, wordt de zinsnede «het in artikel 13, tweede lid, bedoelde register» vervangen door: het door het overheidsorgaan aangehouden register.

ARTIKEL II

Met ingang van het tijdstip dat zowel deze wet in werking zal zijn getreden als het bij koninklijke boodschap van 17 december 1992 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994, houdende regeling van de verzelfstandiging van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, nadat het tot wet is verheven, in werking is getreden, worden in artikel I de volgende wijzigingen aangebracht:

a. In onderdeel B, artikel 13, tweede lid, wordt «Het in het eerste lid bedoelde overheidsorgaan» vervangen door: De Dienst Wegverkeer.

b. In onderdeel C, artikel 13a, tweede lid, wordt «het door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat aangewezen overheidsorgaan» vervangen door: de Dienst Wegverkeer.

In het derde lid, eerste zin, en in het vijfde, zesde en zevende lid wordt «het overheidsorgaan» telkens vervangen door: de Dienst Wegverkeer.

In het derde lid, tweede zin, wordt «Het overheidsorgaan» vervangen door: De Dienst Wegverkeer.

c. In onderdeel D, artikel 34, eerste lid, wordt «het overheidsorgaan» vervangen door: de Dienst Wegverkeer.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze wet in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Naar boven