24 332
Combineerbaarheid van betaalde arbeid met andere verantwoordelijkheden

nr. 7
GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN ADELMUND EN J.M. DE VRIES TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 3

Voorgesteld 20 december 1995

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat voor het slagen van een buitenlandse adoptie de eerste periode van hechting van groot belang is;

constaterende, dat de adoptief-ouders reeds veel vrije dagen moeten besteden aan het vooronderzoek en de aanvraag van de adoptie, evenals in het merendeel van de gevallen het ophalen van het kind in het land van herkomst;

van oordeel, dat het bestaande zwangerschaps- en bevallingsverlof impliciet een periode kent die geen fysieke grondslag heeft, doch meer dient voor gewenning aan de nieuwe situatie;

verzoekt de regering, na te gaan op welke wijze aan de meest verzorgende ouder van een buitenlands adoptief-kind een «hechtingsverlof» in de vorm van wettelijk verlof, bij voorkeur met doorbetaling van loon, toegekend kan worden en op zo kort mogelijke termijn hierover met werkgevers in overleg te treden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Adelmund

J. M. de Vries

Naar boven