24 332
Combineerbaarheid van betaalde arbeid met andere verantwoordelijkheden

nr. 3
MOTIE VAN DE LEDEN ADELMUND EN J.M. DE VRIES

Voorgesteld 20 december 1995

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat voor het slagen van een buitenlandse adoptie de eerste periode van hechting van groot belang is;

constaterende dat de adoptief-ouders reeds veel vrije dagen moeten besteden aan het vooronderzoek en de aanvraag van de adoptie, evenals in het merendeel van de gevallen het ophalen van het kind in het land van herkomst;

voorts constaterende dat het ouderschapsverlof niet toereikend is voor voldoende hechting;

van oordeel dat het bestaande zwangerschaps- en bevallingsverlof impliciet een periode van vier weken kent die geen fysieke grondslag heeft, doch meer dient voor gewenning aan de nieuwe situatie;

verzoekt de regering aan de meest verzorgende ouder van een buitenlands adoptief-kind een periode van vier weken «hechtingsverlof» in de vorm van wettelijk verlof, bij voorkeur met doorbetaling van loon, toe te kennen en op zo kort mogelijke termijn hierover met werkgevers in overleg te treden;

en gaat over tot de orde van de dag.

Adelmund

J. M. de Vries

Naar boven