24 315
Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Provinciefonds voor het jaar 1994 (slotwet/rekening)

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 12 oktober 1995

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer van bevindingen verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen. De vragen en de daarop door de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mede namens de staatssecretaris van Financiën gegeven antwoorden staan hieronder afgedrukt. Met de vaststelling van dit verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

De Cloe

De griffier van de commissie,

Hommes

1

Wat is de uitkomst van de besluitvorming rond de AMvB voor de verdeling van de middelen die met ingang van 1995 naar het Provinciefonds zijn overgeheveld? Wat zijn de herverdeeleffecten ten opzichte van de historische verdeling zoals die voor het jaar 1994 heeft plaatsgevonden?

De verdeling van de middelen die met ingang van 1995 in het kader van de Decentralisatie-impuls naar het Provinciefonds zijn overgeheveld is voor een belangrijk deel vastgelegd in het Besluit integratie diverse uitkeringen Provinciefonds 1994–1998 (Stb. 1995, 393; zie ook het antwoord op de vragen 2 en 3). Voor nadere informatie wordt voorts verwezen naar de nota van toelichting bij dat besluit.

Het deel dat in het kader van de Decentralisatie-impuls resteert, betreft de rivierdijkversterkingen en het onderhoud hoofdwaterkeringen. De verdeling van deze middelen zal, tezamen met de verdeling van de middelen voor de versnelling rivierdijkversterkingen, worden opgenomen in een Besluit rivierdijkversterkingen/onderhoud hoofdwaterkeringen. Dit besluit zal worden gebaseerd op een nieuw lid dat wordt toegevoegd aan artikel 247 van de Provinciewet (het integratie-artikel). Het nieuwe lid zal worden ingevoegd via het voorstel van wet op de waterkering (zie Kamerstukken II 1994–1995, 21 195, nr. 12).

Op de herverdeeleffecten ten opzichte van de historische verdeling voor 1994, wordt ingegaan in het antwoord op vraag 3 bij de begroting van het Provinciefonds voor het jaar 1996.

2

Kunnen de voorschriften ter verdeling van de middelen voor de Decentralisatie-impuls, zoals opgenomen in de desbetreffende Algemene Maatregel van Bestuur, nader worden gespecificeerd?

In het Besluit integratie diverse uitkeringen Provinciefonds 1994–1998 (Stb. 1995, 393) is vastgelegd op welke wijze een deel van de middelen voor de Decentralisatie-impuls in de algemene uitkering van het Provinciefonds zal worden geïntegreerd. Het gaat in totaal om een bedrag van f 152,2 miljoen. De integratie vindt plaats in de periode 1995–1998 en leidt tot de volgende mutaties in de verdeelmaatstaven van de algemene uitkering:

MaatstafMutatie bedrag per eenheid ten opzichte van voorafgaand jaar (in guldens; in basis)
 1995199619971998
1. Inwonertal1,891,962,65– 0,07
2. Vast bedrag Flevoland en vast bedrag overige provincies7497807824601197285185650
3. Oppervlakte land en binnenwater– 2,43– 2,35– 0,404,17
4. Gewogen kilometer vaarweg98401039811325– 1692

De mutaties in de bedragen per eenheid zijn zodanig berekend dat geen provincie in enig jaar van het integratieproces met een negatief herverdeeleffect van meer dan 1% wordt geconfronteerd. De integratie leidt ertoe dat de volgende bedragen per jaar uit de integratie-uitkering in de algemene uitkering worden opgenomen (bedragen in miljoenen guldens):

JaarGeïntegreerd bedrag per jaarGeïntegreerd bedrag (cumulatief)
199534,434,4
199636,6 71,0
199762,7133,7
199818,5152,2

De onderdelen rivierdijkversterkingen en onderhoud hoofdwaterkeringen van de Decentralisatie-impuls zullen in afwachting van geschikte verdeelmaatstaven vooralsnog buiten de integratie worden gehouden. De bedragen die hiermee zijn gemoeid lopen op van f 77,0 miljoen in 1994 tot structureel f 141,1 miljoen in 2000.

Voor de goede orde merken wij op dat aan de besteding van zowel de algemene uitkering als de integratie-uitkering uit het Provinciefonds geen voorschriften zijn verbonden. De uitkeringen betreffen vrij besteedbare, algemene middelen.

In het uitkeringsjaar 1995 leidt de opname van de middelen voor de Decentralisatie-impuls tot de volgende mutaties in de verdeelmaatstaven van de algemene uitkering (bedragen in guldens; in basis):

Inwonertal  1,89
Vast bedrag per provincie749780
Oppervlakte land en binnenwater – 2,43
Gewogen kilometer vaarweg 9840

Bij de berekening van de mutaties in de verdeelmaatstaven is de randvoorwaarde gehanteerd dat het negatieve herverdeeleffect per provincie dat met de integratie gepaard gaat voor dat jaar maximaal 1% van de algemene uitkering per provincie bedraagt.

Voor de volledigheid merk ik op dat het integratietraject is gebaseerd op de bestaande regelgeving. In het kader van de herziening van het Provinciefonds zal naar alle waarschijnlijkheid de integratie sneller tot stand kunnen worden gebracht. Het Besluit integratie diverse uitkeringen Provinciefonds 1994–1998 zal dan waarschijnlijk worden ingetrokken.

3

Welke voorschriften gelden ten aanzien van de wijze van opname per 1995 van de middelen voor de Decentralisatie-impuls in de algemene uitkering?

Zie vraag 2.

4

Welke middelen zijn gemoeid met de provinciale rampenstaven?

Vooruitlopend op de Decentralisatie-impuls is voor de provinciale rampenstaven in 1993 een bedrag van f 1,3 miljoen naar het Provinciefonds overgeheveld. In het kader van de Decentralisatie-impuls is in aanvulling op dit bedrag in 1994 f 1,3 miljoen overgeheveld. Daarmee werd het structurele niveau van f 2,6 miljoen bereikt.


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van Erp (VVD), V. A. M. van der Burg (CDA), Te Veldhuis (VVD), Van der Heijden (CDA), De Cloe (PvdA), voorzitter, Janmaat (CD), Van den Berg (SGP), Brinkman (CDA), Scheltema-de Nie (D66), ondervoorzitter, Apostolou (PvdA), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Zijlstra (PvdA), Van der Hoeven (CDA), Remkes (VVD), Gabor (CDA), Nijpels-Hezemans (GN), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Hoekema (D66), Essers (VVD), Dittrich (D66), Dijksman (PvdA), De Graaf (D66), Cornielje (VVD), Rouvoet (RPF), Rehwinkel (PvdA).

Plv. leden: Korthals (VVD), Dankers (CDA), Van Hoof (VVD), Bijleveld-Schouten (CDA), Liemburg (PvdA), Poppe (SP), Schutte (GPV), Mulder-van Dam (CDA), Jeekel (D66), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Vreeman (PvdA), Verhagen (CDA), Van der Stoel (VVD), Mateman (CDA), Van Wingerden (AOV), Rabbae (GroenLinks), Van Boxtel (D66), H. G. J. Kamp (VVD), Assen (CDA), M. M. van der Burg (PvdA), Bakker (D66), Klein Molekamp (VVD), Leerkes (U55+), Van Oven (PvdA).

Naar boven