24 315
Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Provinciefonds voor het jaar 1994 (Slotwet/rekening)

nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING

1. Algemeen

De staten die bij dit voorstel zijn gevoegd, omvatten tevens de rekening die behoort bij het onderhavige voorstel voor de geïntegreerde Slotwet/rekening van het Provinciefonds voor 1994.

Deze rekening wordt hierna toegelicht.

Per begrotingsartikel wordt inhoudelijk kort ingegaan op verschillen tussen de begrotingsraming, zoals vastgesteld bij de ontwerp-begroting (Wet van 10 maart 1994, Stb. 249) en de uiteindelijke realisatie, voorzover deze verschillen niet bij eerdere suppletore begrotingen zijn toegelicht. Waar nodig wordt verwezen naar de toelichting bij de suppletore begrotingen.

Saldo uitgaven en ontvangsten

Het saldo van de uitgaven en ontvangsten over het begrotingsjaar 1994 bedraagt:

– ontvangsten 1994f 2 359 506 485,11
– saldo 1993f    28 920 052,63 +
totaal ontvangenf 2 388 426 537,74
– uitgaven 1994f 2 214 799 960,00 –
Batig saldo 1994f   173 626 577,74

Het batig saldo 1994 van f 173 626 000 (naar beneden afgerond) wordt opgenomen in de begroting 1995 bij het begrotingsartikel «Batig saldo van de vorige dienst».

2. Artikelsgewijs

Artikel 1

Onderdeel uitgaven en verplichtingen

Begrotingsartikelen 1, 2 en 4

Het totaal van de uitkering aan de provincies over 1994 bedraagt, afgerond op duizenden guldens, f 2 214 800 000. Dit bedrag is f 200 000 minder dan in de ontwerp-begroting werd geraamd.

Het bedrag van f 2 214 800 000 is gelijk aan het beschikbare bedrag na de 2e suppletore begroting.

De mutaties ten opzichte van de ontwerp-begroting zijn toegelicht in het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Provinciefonds voor het jaar 1994 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota), respectievelijk het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Provinciefonds voor het jaar 1994 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota). Zie hiervoor Kamerstukken II, 1993/94, 23 745, nr. 2, respectievelijk Kamerstukken II, 1994/95, 24 021, nr. 2.

Met ingang van het jaar 1994 vormen de middelen voor de Decentralisatie-impuls onderdeel van het Provinciefonds. Vooruitlopend hierop zijn in 1993 al middelen in verband met de Decentralisatie-impuls overgeheveld naar het Provinciefonds. Het betreft de middelen voor de provinciale rampenstaven en de middelen die bestemd zijn als bijdrage in de kosten van arbeidsplaatsen in de kwartaire sector in de provincie Limburg (de PNL-gelden). De middelen voor het Natuurbeleidsplan die in 1992 en 1993 reeds met behulp van de integratie-uitkering zijn verdeeld, vormen met ingang van 1994 een onderdeel van de Decentralisatie-impuls.

De middelen voor de Decentralisatie-impuls zijn opgenomen op het zogenoemde integratie-artikel van het Provinciefonds. Het gaat in 1994 om een bedrag van f 195,1 miljoen. Indien van het integratie-artikel gebruik wordt gemaakt, dienen volgens artikel 247 van de Provinciewet bij algemene maatregel van bestuur voorschriften te worden gegeven ter verdeling van de bedragen. De besluitvorming over de algemene maatregel van bestuur wordt naar verwachting vóór 1 september 1995 afgerond. Deze amvb legt de juridische basis voor de verdeling van de middelen die met ingang van 1994 naar het Provinciefonds zijn overgeheveld. In de amvb wordt tevens vastgelegd de wijze waarop een deel van de middelen vanaf 1995 in de algemene uitkering wordt opgenomen. Voor het jaar 1994 heeft de verdeling van de middelen, in overeenstemming met het advies van de provincies terzake, plaatsgevonden volgens de historische verdeling.

De uitkeringen ex artikel 249 van de Provinciewet betreffen de gelden die verband houden met de herverdeling van het wegenbeheer tussen het Rijk, de provincies, de gemeenten en waterschappen met ingang van 1993. De verdeling van de gelden geschiedt op basis van specifieke afspraken die zijn gemaakt in het kader van de Wet herziening wegenbeheer (zie ook Stb. 1992, 563).

Begrotingsartikel 3

Het nadelig saldo van de vorige dienst is aanvankelijk pro memorie geraamd.

Voor het nadelig saldo is thans nihil opgenomen, nu gebleken is dat er een batig saldo is (zie onderdeel ontvangsten, artikel 2).

Artikel 2

Onderdeel ontvangsten

Begrotingsartikel 1

De ontvangsten van het fonds bedragen een aandeel in de werkelijke opbrengsten van de daartoe aangewezen rijksbelastingen. Dit aandeel wordt zodanig vastgesteld dat gemiddeld over een reeks van jaren inkomsten en uitgaven van het fonds aan elkaar gelijk zijn. Het aandeelpercentage voor 1994 bedraagt 1,631. Op basis van dit percentage werd het aandeel voor het fonds in de ontwerp-begroting geraamd op f 2 243 900 000.

De opbrengst van de belastingen waarin het Provinciefonds deelt, bedraagt inclusief het aandeel in de verbruiksbelastingen van brandstoffen geheven naar een milieugrondslag, uiteindelijk meer dan werd verwacht bij de tweede wijziging van de begroting van de ontvangsten voor het jaar 1994. Als gevolg hiervan zijn de ontvangsten opwaarts bijgesteld met f 32,1 miljoen en gebracht op f 2359,5 miljoen.

Begrotingsartikel 2

Het batig saldo van de vorige dienst was aanvankelijk pro memorie geraamd.

Het saldo van de uitgaven en ontvangsten op basis van de rekening 1994 is positief en bedraagt afgerond f 28 920 000. In de tweede suppletore begroting 1994 is deze inkomstenpost reeds opgenomen.

Artikel 3

Dit artikel heeft de volgende achtergrond.

In de ontwerp-begroting van het Provinciefonds voor het jaar 1994 en de eerste en tweede suppletore begroting voor 1994 is als onderdeel van de totaal geraamde ontvangsten, vooruitlopend op de totstandkoming van een wettelijke regeling terzake, een raming opgenomen in verband met het aandeel in de verbruiksbelastingen van brandstoffen. Deze belastingen zijn opgenomen in de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80). Het kabinetsvoornemen was steeds deze belastingen, tezamen met de belastingen op grondwater, afvalstoffen en uranium-235, te regelen in een afzonderlijke wet. Deze wet, de Wet belastingen op milieugrondslag (Stb. 1994, 923), is per 1 januari 1995 in werking getreden. In de Invoeringswet Wet belastingen op milieugrondslag (Stb. 1994, 924) is bepaald dat de belastingen die zijn geregeld in de Wet belastingen op milieugrondslag worden toegevoegd aan artikel 234 van de Provinciewet. Van de opbrengst van de in dat artikel genoemde belastingen ontvangt het Provinciefonds een aandeel. Vanaf de indiening van het wetsvoorstel inzake belastingen op milieugrondslag is het uitgangspunt geweest dat het Provinciefonds een aandeel in de opbrengst van deze belastingen zou ontvangen. Hierbij werd ervan uitgegaan dat het Provinciefonds al in het begrotingsjaar 1994 in de opbrengst zou delen.

De betreffende belastingen zijn echter pas met ingang van 1 januari 1995 in artikel 234 van de Provinciewet opgenomen.

De in artikel 3 voorgestelde aanvulling op artikel 234 van de Provinciewet heeft ten doel het aandeel van het Provinciefonds in de opbrengst van de verbruiksbelastingen van brandstoffen voor het jaar 1994 alsnog van een wettelijke basis te voorzien.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. van de Vondervoort

De Minister van Financiën,

G. Zalm

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 1994 VAN HET MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN

PROVINCIEFONDS

1)Uitgaven Prov. fonds '931 992 298 836,002)Ontvangsten Prov. fonds '931 992 298 836,00
 Uitgaven Prov. fonds '942 214 799 960,00 Ontvangsten Prov. fonds '942 388 426 537,74
3)Liquide middelen0,00    
4)Rekening-courant RHB173 626 577,744a)Rekening-courant RHB  
5)Uitgaven buiten begrotingsverband (= intra-comptabele vorderingen)0,006)Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)0,00
7)Openstaande rechten0,007a)Tegenrekening openstaande rechten0,00
8)Extra-comptabele vorderingen0,008a)Tegenrekening extra-comptabele vorderingen0,00
9a)Tegenrekening extra-comptabele schulden0,009)Extra-comptabele schulden0,00
10)Voorschotten0,0010a)Tegenrekening Voorschotten0,00
11a)Tegenrekening openstaande verplichtingen0,0011)Openst. VerpIichtingen0,00
12)Deelnemingen0,0012a)Tegenrekening deelnemingen0,00
TOTAAL4 380 725 373,74TOTAAL4 380 725 373,74

Toelichting op de saldibalans van het Ministerie van Binnenlandse Zaken over het dienstjaar 1993

PROVINCIEFONDS

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten 1993 en 1994

Bij de begrotingsuitgaven en ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd (1993 en 1994).

Ad 4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen is het bedrag overeenkomstig de laatste opgave van genoemd departement en de mutaties welke hebben plaatsgevonden in de Rekening-courantverhouding met de Rijkshoofdboekhouding ná 1 januari 1995 met een valutadatum in 1994. Deze mutaties lopen via de grootboekrekening Rijkshoofdboekhouding nagekomen posten.

Saldo Rijkshoofdboekhouding f – 23 593 405,30
Rijkshoofdboekhouding nagekomen posten f 197 219 983,04
Administratie BiZa f 173 626 577,74
   
Ad 12. Openstaande verplichtingen  
Ad 12a. Tegenrekening openstaande verplichtingen  
   
De opbouw is als volgt:   
   
Verplichtingen 1 januari 1994 f        0,00
Aangegane verplichtingen in 1994 f 2 214 799 960,00 +
  f 2 214 799 960,00
   
Tot betaling gekomen in 1994f 2 214 799 960,00  
Negatieve bijstellingen van aangegane verplichtingen uit eerdere begrotingsjarenf        0,00 
  f 2 214 799 960,00 -/-
Openstaande verplichtingen 31 december 1994 f        0,00  
Naar boven