24 314
Wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Gemeentefonds voor het jaar 1994 (slotwet/rekening)

nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING

1. Algemeen deel

In aansluiting op de tweede suppletore begroting 1994 van het Gemeentefonds (Wet van 26 januari 1995, Stb. 76) wordt door middel van het onderhavige wetsvoorstel voorgesteld de begroting van de uitgaven van het Gemeentefonds voor het jaar 1994 te verhogen met f 1 580 000 en te brengen op f 17 129 606 000. De genoemde wijziging komt overeen met het bedrag dat ter zake genoemd is in de Voorlopige Rekening 1994 (Kamerstukken II 1994/95, 24 104, nr. 1, blz. 26), met dien verstande dat thans het nadelig saldo van 1993, het vorige dienstjaar, ad f 5 511 000 is geïncorporeerd.

In aansluiting op de tweede wijzigingswet wordt door middel van het onderhavige wetsvoorstel voorgesteld de begroting van de ontvangsten van het Gemeentefonds over het jaar 1994 te verhogen met f 251 090 000 en te brengen op f 18 493 400 000. Deze verhoging is veroorzaakt door een stijging van de belastingontvangsten.

2. Artikelsgewijze toelichting op de Slotwet/rekening

2.1. Uitgaven/verplichtingen (wetsartikelen 1 en 4)

De begrotingsartikelen met betrekking tot de uitgaven/verplichtingen worden in het onderstaande toegelicht.

Artikel 01.01: Vergoeding aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Het in de rekening opgenomen bedrag komt f 201 000 lager uit dan in de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 1993/1994, 23 400 C, nrs. 1 en 2) werd geraamd.

Artikel 01.03: Kosten onderzoek verdeelmaatstaven

Ten opzichte van de ontwerpbegroting 1994 is het artikel «kosten onderzoek verdeelmaatstaven» nagenoeg op hetzelfde niveau gebleven.

Artikel 02.01: Algemene uitkering met inbegrip van de netto-uitkering over vorige jaren

A. Uitgaven

Ten opzichte van de ontwerpbegroting zijn de uitgaven met betrekking tot de algemene uitkering met f 67 775 000 neerwaarts bijgesteld. Deze afname vloeit voornamelijk voort uit de daling van het verplichtingenbedrag met f 63 100 000. In de eerste suppletore begroting 1994 is de daling van f 26 800 000 van het verplichtingenbedrag toegelicht. In de tweede suppletore begroting 1994 is het verplichtingenbedrag met f 37 100 000 neerwaarts bijgesteld.

Voorts zijn wijzigingen opgetreden in het betalingsverloop van de algemene uitkering. In de tweede suppletore begroting 1994 is de verlaging van de uitgaven ten opzichte van de eerste wijzigingswet toegelicht. Ten opzichte van de tweede suppletore begroting 1994 zijn de uitgaven met f 3 675 000 neerwaarts bijgesteld. De kasoverloop naar latere jaren zal naar huidige inzichten ongeveer op hetzelfde niveau blijven. De uitgaven en ontvangsten over vorige jaren die ten laste respectievelijk ten gunste van de begroting 1994 komen zijn in tabel 1 gespecificeerd.

Tabel 1: Algemene uitkering met inbegrip van de netto-uitkering over vorige jaren (bedragen in miljoenen guldens)

VerplichtingenUitgaven in de kalenderjaren
 1994 1994t/m 19931994 1994ná 1994
 (raming bij tweede wijziging 1994)bij/af(huidige raming) (raming bij tweede wijziging 1994)bij/af(realisatie) 
1985 t/m         
1992103 641,8103 641,8103 626,015,80,216,0– 0,2
199316 060,716 060,716 051,25,35,34,2
199416 897,10,816 897,916 875,8– 3,916 871,926,0
Totaal136 599,60,8136 600,4119 677,216 896,9– 3,716 893,230,0

De verplichtingen voor de algemene uitkering van het Gemeentefonds bedragen ultimo 1994 afgerond f 30 000 000. Deze komen ook tot uitdrukking in de saldibalans van het Gemeentefonds, die is opgenomen in de bijlage.

B. Verplichtingen

Het verplichtingenbedrag 1994 voor de algemene uitkering bedraagt volgens de tweede suppletore begroting 1994 f 16 897 100 000. Wij stellen voor dit bedrag met f 800 000 te verhogen in verband met een overboeking ter zake van de wachtgelden gemeentelijke herindeling van de begroting van Binnenlandse Zaken naar de begroting van het Gemeentefonds. Op de begroting van Binnenlandse Zaken is als gevolg van onderuitputting op het artikel ten behoeve van de wachtgelden gemeentelijke herindeling in 1994 een bedrag van f 800 000 overgebleven. Dit bedrag wordt aan de uitkeringen uit het Gemeentefonds over 1994 toegevoegd. De feitelijke uitgaven ter zake van deze toevoeging aan de uitkeringen over 1994 vinden plaats in 1995. Deze handelwijze vloeit voort uit de bestendige gedragslijn dat de gerealiseerde uitgaven op het desbetreffende artikel op de begroting van Binnenlandse Zaken bepalend zijn voor de overboeking van middelen van en naar de begroting van het Gemeentefonds.

Tevens wordt het verplichtingenbedrag van de algemene uitkering voor 1994 verhoogd met f 2 000. Deze verhoging is het gevolg van de opwaartse bijstelling van de integratie-uitkering WUW-middelen Gemeentefonds met f 36 000, alsmede de neerwaartse bijstelling van de integratie-uitkering voorzieningen gehandicapten met f 38 000 (zie ook toelichting op de artikelen 03.02 en 03.03).

Als gevolg van deze mutaties stijgt het verplichtingenbedrag met betrekking tot de algemene uitkering over 1994 tot f 16 897 902 000 (opgenomen in wetsartikel 4).

Artikel 03.02: Integratie-uitkering WUW-middelen

De integratie-uitkering WUW-middelen is gebaseerd op de overheveling van middelen naar het Gemeentefonds op grond van het Besluit integratie-uitkering WUW-middelen Gemeentefonds (Stb. 1994, 280). Dit besluit is een uitvoeisel van de Wet herverdeling wegenbeheer. Het betreft een uitkering die voor de jaren 1993 tot en met maximaal 2017 niet via de algemene uitkeringen wordt verdeeld. De bedragen voor de verschillende onderdelen van de integratie-uitkering zullen in 1994 en latere jaren geleidelijk afnemen, waarbij de algemene uitkering navenant verhoogd zal worden.

De integratie-uitkering WUW-middelen is in de tweede suppletore begroting 1994 geraamd op f 189 800 000. Thans wordt dit bedrag met f 36 000 opwaarts bijgesteld ten laste van de algemene uitkering.

Artikel 03.03: Integratie-uitkering voorzieningen gehandicapten

De integratie-uitkering voorzieningen gehandicapten betreft een uitkering die voor de jaren 1994 en 1995 niet via de algemene uitkering wordt verdeeld. De uitkering is gebaseerd op de overheveling van middelen naar het Gemeentefonds op grond van het Besluit integratie-uitkering voorzieningen gehandicapten Gemeentefonds (Stb. 1994, 253). Dit besluit is een uitvloeisel van de Wet voorzieningen gehandicapten.

De integratie-uitkering voorzieningen gehandicapten is in de ontwerpbegroting 1994 geraamd op f 9 100 000. In de eerste suppletore begroting 1994 is deze raming met f 5 400 000 opwaarts bijgesteld als gevolg van de verruiming van de overgangsbepalingen van de Wet voorzieningen gehandicapten. Thans wordt de raming ten gunste van de algemene uitkering met f 38 000 neerwaarts bijgesteld.

Artikel 04.01: Uitkering krachtens het Besluit proefgemeenten met inbegrip van de netto-uitkering over de vorige jaren

In de ontwerpbegroting 1994 van het Gemeentefonds is de uitkering krachtens het Besluit proefgemeenten (Stb. 1985, 637) pro memorie geraamd. Het Besluit proefgemeenten gold tot 1 januari 1990. In 1994 hebben geen nabetalingen meer aan gemeenten op grond van dit artikel plaatsgehad. Dit artikel is met ingang van het begrotingsjaar 1995 komen te vervallen.

Artikel 04.02: Uitkering in verband met de sociale vernieuwing met inbegrip van de netto-uitkering over de vorige jaren

Voor de uitkeringen met betrekking tot de jaren 1991 tot en met 1993, treedt het Gemeentefonds op als intermediair tussen de bij het Besluit sociale vernieuwing betrokken departementen en gemeenten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde betaalartikel van het Gemeentefonds (artikel 39 van de Financiële-Verhoudingswet 1984). De middelen in verband met deze uitkering worden, gebundeld, beschikbaar gesteld aan de desbetreffende gemeenten. De bijdragen van de departementen worden verantwoord op artikel 04.02 van de ontvangsten. Over meerdere jaren bezien verloopt een en ander budgettair neutraal.

In de ontwerpbegroting 1994 van het Gemeentefonds is de uitkering in verband met de sociale vernieuwing pro memorie geraamd. Het thans ten laste van dit artikel betaalde bedrag van f 10 000 heeft betrekking op het uitkeringsjaar 1993. De definitieve afwikkeling van het uitkeringsjaar 1993 zal in 1995 plaatsvinden.

Artikel 04.03: Terugbetalingen aan departementen in verband met de uitkering sociale vernieuwing

De via het uitgavenartikel 04.02 van het Gemeentefonds gedane uitkeringen in verband met de sociale vernieuwing, worden gedekt door bijdragen van departementen. In de tweede suppletore begroting 1994 van het Gemeentefonds zijn de terugbetalingen aan de departementen voor dit onderwerp geraamd op f 19 200 000, hetgeen ook gerealiseerd is. Er heeft zich dus op dit artikel geen wijziging voorgedaan.

Artikel 05.01: Nadelig saldo van de vorige dienst

Het nadelig saldo van het Gemeentefonds van 1993 (het vorige dienstjaar) ad f 5 511 000 is ten laste van de begroting over 1994 gebracht.

2.2. Ontvangsten (wetsartikelen 2 en 3)

Ter toelichting op wetsartikel 3 wordt hierbij het volgende opgemerkt.

In de ontwerpbegroting van het Gemeentefonds voor het jaar 1994 en de eerste en tweede suppletore begroting voor 1994 is als onderdeel van de totale geraamde ontvangsten, vooruitlopend op de totstandkoming van een wettelijke regeling terzake, een raming opgenomen in verband met het aandeel in de verbruiksbelastingen van brandstoffen. Deze belastingen zijn opgenomen in de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80). Het kabinetsvoornemen was steeds deze belastingen, tezamen met de belastingen op grondwater, afvalstoffen en uranium-235, te regelen in een afzonderlijke wet.

Deze wet, de Wet belastingen op milieugrondslag (Stb. 1994, 923), is per 1 januari 1995 in werking getreden.

In de Invoeringswet Wet belastingen op milieugrondslag (Stb. 1994, 924) is geregeld dat de belastingen die zijn opgenomen in de Wet belastingen op milieugrondslag worden toegevoegd aan artikel 4 van de Financiële-Verhoudingswet 1984. Van de opbrengst van de in dat artikel genoemde belastingen ontvangt het Gemeentefonds een aandeel. Vanaf de indiening van het wetsvoorstel inzake belastingen op milieugrondslag is het uitgangspunt geweest dat het Gemeentefonds een aandeel in de opbrengst van deze belastingen zou ontvangen. Hierbij werd ervan uitgegaan dat het Gemeentefonds al in het begrotingsjaar 1994 in de opbrengst zou delen. De betreffende belasting is echter pas met ingang van 1 januari 1995 in artikel 4 van de Financiële-Verhoudingswet 1984 opgenomen.

De in wetsartikel 3 voorgestelde aanvulling op artikel 4 van de Financiële-Verhoudingswet 1984 heeft ten doel het aandeel van het Gemeentefonds in de opbrengst van de verbruiksbelastingen van brandstoffen voor het jaar 1994 alsnog van een wettelijke basis te voorzien.

Artikel 01.01: Terugontvangsten wegens te veel betaalde voorschotten aan de Vereniging van Nederlandse gemeenten

In de tweede suppletore begroting 1994 is een raming opgenomen van de afrekening van de kosten die in het jaar 1993 door de Vereniging van Nederlandse gemeenten zijn gemaakt voor de Raad voor de gemeentefinanciën. Op dit artikel heeft zich geen wijziging voorgedaan.

Artikel 01.02: Netto-ontvangsten van gemeenten in verband met de uitkering krachtens het Besluit proefgemeenten met inbegrip van de netto-uitkering over de vorige jaren

In de ontwerpbegroting 1994 zijn de netto-ontvangsten van gemeenten in verband met de uitkering krachtens het Besluit proefgemeenten pro memorie geraamd. In verband met het aflopen van het besluit zijn er in 1994 geen ontvangsten op grond van dit artikel geweest. Dit artikel is met ingang van het begrotingsjaar 1995 komen te vervallen (zie ook toelichting op uitgavenartikel 04.01).

Artikel 01.03: Netto-ontvangsten van gemeenten in verband met de uitkering sociale vernieuwing

In 1994 heeft de afrekening plaatsgevonden voor het uitkeringsjaar 1992. Dit leidde per saldo tot een terugvordering van gemeenten. In de tweede suppletore begroting 1994 is hiervoor een raming opgenomen van f 19 041 000. Dit bedrag wordt thans met f 10 000 opwaarts bijgesteld.

Artikel 02: Aandeel in de belastingopbrengsten

Het Gemeentefonds ontvangt in het uitkeringsjaar 1994 12,77% van de totale opbrengst van de in artikel 4 van de Financiële-Verhoudingswet 1984 opgesomde belastingen. De opbrengst van de belastingen waarin het Gemeentefonds deelt (inclusief het aandeel in de verbruiksbelastingen van brandstoffen; zie ook toelichting op wetsartikel 3), is hoger dan werd verwacht bij de tweede suppletore begroting 1994. Derhalve worden de belastingopbrengsten opwaarts bijgesteld met f 251 080 000 en gebracht op f 18 473 880 000.

Artikel 04.01: Bijdragen van departementen ter zake van de uitkering krachtens het Besluit proefgemeenten

In de ontwerpbegroting 1994 van het Gemeentefonds zijn de bijdragen van departementen ter zake van de uitkering krachtens het Besluit proefgemeenten pro memorie geraamd. In 1994 zijn er, in verband met het vervallen van het besluit met ingang van 1 januari 1990, op grond van dit artikel geen ontvangsten geweest. Dit artikel is met ingang van het begrotingsjaar 1995 komen te vervallen.

Artikel 04.02: Bijdragen van departementen ter zake van de uitkering in verband met de sociale vernieuwing

In de ontwerpbegroting 1994 zijn de bijdragen van departementen ter zake van de uitkering in verband met de sociale vernieuwing pro memorie geraamd. In de tweede suppletore begroting 1994 van het Gemeentefonds zijn deze bijdragen geraamd op f 114 000. Op dit artikel heeft zich geen wijziging voorgedaan.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. van de Vondervoort

De Minister van Financiën,

G. Zalm

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Saldibalans per 31 december 1994 van het Gemeentefonds (bedragen x f 1 000)

 DEBET     CREDIT
1)Uitgaven t.l.v. het Gemeentefonds   2)Ontvangsten t.g.v. het Gemeentefonds  
 a. begrotingsjaar 199316 864 872  a. begrotingsjaar 199316 864 872  
 b. begrotingsjaar 199417 129 602  b. begrotingsjaar 199418 493 399 
   33 994 474   35 358 271
        
4a)Rekening-courant RHB      
   1 363 797    
        
 SUB-TOTAAL 35 358 271 SUB-TOTAAL 35 358 271
        
10)Voorschotten 36 318 99110a)Tegenrekening voorschotten 36 318 991
11a)Tegenrekening openstaande verplichtingen   30 10911)Openstaande verplichtingen   30 109
        
 TOTAAL 71 707 371 TOTAAL 71 707 371

BIJLAGE 1 BIJ SALDIBALANS 31-12-1994

Gemeentefonds

Specificatie voorschotten (bedragen x f 1000)

Art. 0201 Algemene uitkering Gemeentefonds
1988 1 gemeente19 900  
1989 1 gemeente20 361 
1990 5 gemeenten65 874  
1991 14 gemeenten391 456 
1992 49 gemeenten2 487 162  
1993646 gemeenten16 056 456  
1994636 gemeenten16 871 946 
   35 913 155
    
Art. 03.02 Integratie-uitkering WUW-middelen  
1993594 gemeenten201 461 
1994579 gemeenten189 913 
   391 374
    
Art. 03.03 Integratie-uitkering voorz. gehandicapten  
199465 gemeenten 14 462
TOTAAL  36 318 991

BIJLAGE 2 BIJ SALDIBALANS 31-12-1994

Gemeentefonds

Verloop van de openstaande betalingsverplichtingen (bedragen x f 1 000)

Art.OmschrijvingOpenstaande verplichtingen 01-01-1994Correctie beginstand 1994 in verband met afrondingAangegane verplichtingen in 1994Tot betaling gekomen in 1994Negatieve bijstellingen van aangegane verplichtingen uit eerdere begrotingsjarenOpenstaande verplichtingen 31-12-1994
02.01Algemene uitkering met inbegrip van de netto-uitkering over de vorige jaren25 31711516 897 902(16 893 225) 30 109

TOELICHTING BEHORENDE BIJ DE SALDIBALANS PER 31 DECEMBER 1994 VAN HET GEMEENTEFONDS

ALGEMENE TOELICHTING

Evenals vorig jaar zijn door het Ministerie van Financiën aparte saldibalansen opgesteld voor de hoofdstukken IXA (Nationale Schuld), IXB (Ministerie van Financiën) en het Gemeentefonds.

De voorliggende saldibalans betreft de saldibalans van het Gemeentefonds. De subtotalen in de saldibalans geven het onderscheid aan tussen het intra-comptabele en het extra-comptabele deel.

Het intra-comptabele deel (de saldibalansposten 1, 2 en 4a) betreft de saldi van de intra-comptabele rekeningen die in directe relatie met de kasstromen worden bijgehouden.

Het extra-comptabele deel (de saldibalansposten 10, 10a, 11 en 11a) betreft de saldi van de extra-comptabele rekeningen die niet in een dwingend evenwichtsverband met de kasstromen worden bijgehouden. Dit zijn ondersteunende administraties, die onder andere nodig zijn omdat het beheer zich veelal uitstrekt over een langere periode dan een begrotingsjaar.

In de hierna volgende specifieke toelichting worden de saldibalansposten, met uitzondering van de tegenrekeningen, successievelijk toegelicht. De tegenrekeningen hebben slechts een administratieve functie; het betreft boekingen in evenwichtsverband van de posten die behoren tot het extra-comptabele deel. De nummering van de specifieke toelichting komt overeen met die van de saldibalansposten.

SPECIFIEKE TOELICHTING

1. Uitgaven ten laste van het Gemeentefonds

2. Ontvangsten ten gunste van het Gemeentefonds

Op deze posten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten van de begrotingsjaren 1993 en 1994 opgenomen. Voor deze jaren is de slotwet nog niet door de Staten-Generaal vastgesteld. Nadat de slotwet over een bepaald begrotingsjaar is vastgesteld, worden de voor het desbetreffende jaar geboekte begrotingsuitgaven en -ontvangsten met Financiën verrekend via de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding.

De uitgaven en ontvangsten 1994 sluiten aan op de slotwet/rekening Gemeentefonds 1994. Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting op deze slotwet/rekening.

4a. Rekening-courant RHB

Op de rekening-courant wordt de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) geadministreerd. Op de saldibalans wordt het bedrag van de laatste opgave van de RHB opgenomen inclusief de rekenkundige correctie die is uitgevoerd in verband met de aparte opstelling van de saldibalansen van het Ministerie.

10. Voorschotten

Onder deze post ad f 36,3 mld zijn de nog niet definitief vastgestelde uitkeringen uit hoofde van de algemene uitkering, de integratie-uitkering herverdeling wegenbeheer en de integratie-uitkering voorzieningen gehandicapten 1994 opgenomen. De gemeenten ontvangen, ingevolge de wet, voorschotten tot het bedrag waar ze vermoedelijk recht op hebben.

Het totaalbedrag van de voorschotten voor de algemene uitkering wordt in bijlage 1 gespecificeerd.

11. Openstaande verplichtingen

Onder deze post zijn de ultimo 1994 openstaande betalingsverplichtingen uit hoofde van de algemene uitkeringen uit het Gemeentefonds, inclusief de netto-uitkeringen over voorgaande jaren, opgenomen.

Deze openstaande verplichtingen worden in bijlage 2 toegelicht.

Naar boven