24 273
Wijziging van een aantal wetten met het oog op de uitvoering van het besluit van het gemengd comité van de EER nr. 7/94 van 21 maart 1994 tot wijziging van protocol 47 en sommige bijlagen bij de EER-overeenkomst (EER-Uitvoeringswet II)

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 25 september 1995

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen1, belast met het voorbereidend onderzoek, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen omtrent dit wetsvoorstel.

Onder het voorbehoud dat de regering de gesteld vragen en gemaakte opmerkingen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van onderhavige wetsvoorstel. De VVD staat positief t.o.v. de uitbreiding van de reikwijdte van de wetten tot de landen die partij zijn in de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, afgezien van de landen die behoren tot de Europese Unie.

De leden van de VVD-fractie staan tevens positief ten opzichte van de aanvulling van bijlage 2 met een aantal beroepen uit Oostenrijk en Noorwegen die voortvloeit uit de uitbreiding van de reikwijdte van het wetsvoorstel erkenning EG-beroepsopleidingen.

Op het punt van de wederzijdse erkenning van beroepsopleidingen hebben de leden van de VVD-fractie een specifieke vraag. Zij ontvingen een brief van een Hoofd Verpleging van een ouderenverpleegtehuis in Aken (Duitsland). Dit tehuis is op zoek naar gediplomeerde bejaardenbezorgers, die in Duitsland schaars zijn. Het hoofd verpleging probeerde gediplomeerde bejaardenverzorgers in Nederland aan te trekken. Daarbij bleek haar dat de Duitse regering Nederlandse gediplomeerde bejaardenverzorgers en ziekenverzorgers (zelfs met ruime ervaring) niet erkent als 'Altenpfleger'. Kan de minister laten uitzoeken of het beroep 'Altenpfleger' valt onder de regeling voor de wederzijdse erkenning van beroepsopleidingen? Graag een reactie op dit punt.

Verder zouden de leden van de VVD-fractie graag een overzicht ontvangen van alle beroepsopleidingen (gekoppeld aan specifieke landen van de EG/Europese Unie) waarbij zich recentelijk knelpunten hebben voorgedaan op het punt van de wederzijdse erkenning van diploma's of beroepsopleidingen.

De leden van de VVD-fractie achten een zo uitgebreid mogelijke lijst van wederzijds te erkennen beroepen en beroepsopleidingen (zeker in onze buurlanden) van het grootste belang, omdat wederzijdse erkenning kansen op werk biedt aan gekwalificeerde Nederlandse werknemers die op de Nederlandse arbeidsmarkt wellicht minder gemakkelijk aan de slag komen.

De voorzitter van de commissie,

Kamp

De griffier van de commissie,

Roovers


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), M. M. H. Kamp (VVD), voorzitter, De Cloe (PvdA), Janmaat (CD), Van Gelder (PvdA), ondervoorzitter, Van de Camp (CDA), Boers-Wijnberg (CDA), Huys (PvdA), Mulder-van Dam (CDA), Hendriks (HDRK), Rabbae (GroenLinks), Jorritsma-van Oosten (D66), De Koning (D66), Koekkoek (CDA), J. M. de Vries (VVD), Liemburg (PvdA), Stellingwerf (RPF), Lambrechts (D66), Rijpstra (VVD), Cornielje (VVD), Cherribi (VVD), Dijksma (PvdA), Sterk (PvdA), Van Vliet (D66), Bremmer (CDA), Lansink (CDA).

Plv. leden: Schutte (GPV), Klein Molekamp (VVD), Valk (PvdA), Marijnissen (SP), Duivesteijn (PvdA), Beinema (CDA), Reitsma (CDA), Lilipaly (PvdA), Van der Hoeven (CDA), Verkerk (AOV), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Bakker (D66), Van 't Riet (D66), Deetman (CDA), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), Van der Ploeg (PvdA), Leerkes (U55+), Versnel-Schmitz (D66), Essers (VVD), Korthals (VVD), Van Erp (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), Van Zuijlen (PvdA), Verhagen (CDA).

Naar boven