24 270
Verdrag tot wijziging van de op 24 juni 1970 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Republiek Korea; 's-Gravenhage, 31 maart/13 april 1995

nr. 312
nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 11 augustus 1995

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 15 augustus 1995. De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 14 september 1995.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer U hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 31 maart/13 april 1995 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag tot wijziging van de op 24 juni 1970 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de regering van de Republiek Korea (Trb. 1995, 116).1

Een toelichtende nota bij deze verdragswijziging treft U eveneens hierbij aan.

De goedkeuring wordt alleen voor Nederland gevraagd.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. van Mierlo

TOELICHTENDE NOTA

Op 16 en 17 november 1994 werden luchtvaartbesprekingen gehouden te 's-Gravenhage tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Korea inzake wijziging van de op 24 juni 1970 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Overeenkomst inzake luchtvervoer tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Korea (Trb. 1970, 161). Overeengekomen werd artikel drie, eerste lid, van het verdrag te wijzigen in die zin dat meerdere luchtvaartmaatschappijen per land kunnen worden aangewezen voor het uitvoeren van luchtdiensten onder het verdrag. Als gevolg van deze wijziging worden in enkele andere bepalingen van het verdrag tekstuele aanpassingen aangebracht.

Het onderhavige, bij briefwisseling tot stand gekomen, verdrag legt deze wijziging en de aanpassingen vast.

De wijziging geldt, evenals het verdrag van 1970, alleen voor Nederland.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. van Mierlo


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven