nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van Wet tot wijziging
van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer en van de Wet schadeloosstelling,
uitkering en pensioen leden Europees Parlement (wijziging bepaling tegemoetkoming
ziektekosten).
De toelichtende memorie, die het Wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
1 augustus 1995
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de tekst
over de tegemoetkoming in ziektekosten in de Wet schadeloosstelling leden
Tweede Kamer en in de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden
Europees Parlement te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 6 komt te luiden:
Artikel 6
De kamerleden ontvangen naast de schadeloosstelling een tegemoetkoming
in de premie van een ziektekostenverzekering op de voet van de regeling voor
het burgerlijk rijkspersoneel.
ARTIKEL II
De Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement
wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 2c komt te luiden:
Artikel 2c
De leden van het Europees Parlement ontvangen naast de schadeloosstelling
een tegemoetkoming in de premie van een ziektekostenverzekering op de voet
van de regeling voor het burgerlijk rijkspersoneel.
ARTIKEL III
De tekst van de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees
Parlement wordt in het Staatsblad geplaatst.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken,