24 259
Aanpassing van een aantal wetten aan de Wet houdende nadere regeling van het gezag over en van de omgang met minderjarige kinderen

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende aanpassing van een aantal wetten aan de Wet houdende nadere regeling van het gezag over en van de omgang met minderjarige kinderen.

De toelichtende memorie die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

Tavarnelle

18 juli 1995

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het nodig is een aantal wetten aan te passen aan de Wet houdende nadere regeling van het gezag over en van de omgang met minderjarige kinderen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Boek 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 253ha, derde lid, wordt «bevallig» vervangen door: bevalling.

2. In artikel 253p, eerste lid, wordt «daags nadat de griffier van de beschikking mededeling heeft gedaan aan de ouders of de ouder aan wie het gezag is opgedragen» vervangen door: daags nadat de beschikking is verstrekt of verzonden.

3. In artikel 377c, tweede lid, wordt «zwaarwegende belangen» vervangen door: het belang.

4. In artikel 377d, eerste lid, wordt «daags nadat de griffier van de beschikking mededeling heeft gedaan aan de ouder aan wie deze uitoefening is opgedragen» vervangen door: daags nadat de beschikking is verstrekt of verzonden.

B

In artikel 169 leden 1 en 2, en artikel 183 lid 2 van Boek 6, wordt «de ouderlijke macht» telkens vervangen door: het ouderlijk gezag.

C

In artikel 450 lid 2, en artikel 465 lid 1, van Boek 7 wordt «de ouderlijke macht» telkens vervangen door: het gezag.

D

Artikel 1722 lid 1, van Boek 7a komt te luiden:

1. Schenking aan minderjarigen die onder ouderlijk gezag van beide ouders staan, kan worden aangenomen door de ouders of – indien een ouder het gezag alleen uitoefent – door die ouder.

ARTIKEL II

In artikel 5, derde lid, van de Wet van den 27sten Maart 1936 tot overbrenging van de consignatiekas voor het bewaren van effecten aan toonder naar De Nederlandsche Bank wordt «rechtspleging in zaken betreffende ouderlijke macht en voogdij» vervangen door: het procesrecht in zaken van personen- en familierecht.

ARTIKEL III

De Pleegkinderenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 14, eerste lid, artikel 15, eerste lid, en artikel 16, eerste lid, wordt «de ouderlijke macht» telkens vervangen door: het ouderlijk gezag.

B

In artikel 17 vervalt «, waarbij hem de bevoegdheden, bedoeld in artikel 902b, derde lid, tweede en derde zin, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering toekomen». Aan dit artikel wordt toegevoegd: Artikel 802 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL IV

In artikel 151b, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt «de ouderlijke macht» vervangen door: het ouderlijk gezag.

ARTIKEL V

In artikel 14a van het Wetboek van Strafvordering wordt «de ouderlijke macht of van de voogdij» vervangen door: het ouderlijk gezag.

ARTIKEL VI

Onderdeel 3 van bijlage I van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens komt te luiden:

3. Gegevens over het gezag dat over de minderjarige wordt uitgeoefend

de aantekening dat het ouderlijk gezag over de ingeschrevene uitsluitend door de moeder wordt uitgeoefend;

de aantekening dat het ouderlijk gezag over de ingeschrevene uitsluitend door de vader wordt uitgeoefend;

de aantekening dat de voogdij over de ingeschrevene uitsluitend door een derde wordt uitgeoefend, dan wel dat de ingeschrevene is toevertrouwd aan de raad voor de kinderbescherming;

de aantekening dat het gezag over de ingeschrevene door de moeder en een derde wordt uitgeoefend;

de aantekening dat het gezag over de ingeschrevene door de vader en een derde wordt uitgeoefend;

de aantekening dat het gezag over de ingeschrevene door de moeder en de vader wordt uitgeoefend, terwijl de moeder en de vader niet of niet meer gehuwd zijn, dan wel zijn gescheiden van tafel en bed;

datum ingang rechtsgeldigheid gegeven;

datum beëindiging rechtsgeldigheid gegeven.

ARTIKEL VII

Artikel 28 van de Grootboekwet wordt gewijzigd als volgt:

1. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.

2. In het derde lid (nieuw), wordt «In alle andere gevallen worden de afschriften of uittreksels» vervangen door: Afschriften of uittreksels worden.

ARTIKEL VIII

In artikel 8, derde lid, onder ten tweede, van de Successiewet 1956 wordt «de ouderlijke macht» vervangen door: het ouderlijk gezag.

ARTIKEL IX

In artikel 5, eerste lid, van de Wet immunisatie militairen wordt «de ouderlijke macht» vervangen door: het ouderlijk gezag. In hetzelfde lid wordt «zijn of haar ouderlijke macht» vervangen door: zijn of haar ouderlijk gezag.

ARTIKEL X

De Algemene Weduwen- en Wezenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

1. Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 8, eerste lid, onder a, wordt buiten aanmerking gelaten een minderjarig kind, waarover de weduwe het gezag niet uitoefent wegens ontzetting daarvan, alsmede een meerderjarig kind, waarover zij op de dag, voorafgaande aan die, waarop het kind meerderjarig is geworden, het gezag niet uitoefende wegens ontzetting daarvan.

2. voor de toepassing van het bepaalde in artikel 8, eerste lid, onder d, wordt buiten aanmerking gelaten een kind, waarover de weduwe op de dag, voorafgaande aan die, waarop het kind meerderjarig is geworden dan wel overleden is, het gezag niet uitoefende wegens ontzetting daarvan.

B

Artikel 16, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. zijn eigen kinderen, indien hun moeder geen gezag uitoefent wegens ontzetting daarvan;

ARTIKEL XI

In artikel 74, vijfde lid, van de Arbeidswet 1919 wordt «de ouderlijke macht» vervangen door: het ouderlijk gezag.

ARTIKEL XII

In artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van de Drank- en Horecawet wordt «de ouderlijke macht of voogdij» vervangen door: het ouderlijk gezag of de voogdij.

ARTIKEL XIII

De Wet op de jeugdhulpverlening wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 22, eerste lid, artikel 27, derde lid, onderdeel b, en artikel 29, tweede lid, wordt «de ouderlijke macht» telkens vervangen door: het ouderlijk gezag.

B

Artikel 41c, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. in onderdeel b wordt «de ouderlijke macht of van de voogdij» vervangen door: het gezag.

2. in onderdeel d wordt «de ouderlijke macht» vervangen door: het ouderlijk gezag.

ARTIKEL XIV

De Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen wordt gewijzigd als volgt:

In artikel 2, derde lid, onderdelen b en c, artikel 4, eerste lid, onderdeel b, artikel 8, vierde lid, onderdeel d, artikel 9, tweede lid, onderdeel c, en artikel 32, vijfde lid, wordt «de ouderlijke macht» telkens vervangen door: het gezag.

ARTIKEL XV. SLOTBEPALING

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Justitie,

Naar boven