24 253
Arbeidsvoorwaarden en werkgelegenheidsbeleid sector rijk

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 oktober 2001

In reactie op de motie Zijlstra waarbij het kabinet werd verzocht na te gaan onder welke voorwaarden de ambtelijke status afgeschaft kan worden, is het voornemen geuit allereerst de waarden en normen verbonden aan het vak van ambtenaar te bezien en versterkt onder de aandacht te brengen. Nagegaan zou worden in hoeverre de Ambtenarenwet daarvoor het voertuig zou kunnen zijn (Kamerstukken II, vergaderjaar 1998–1999, 24 253, nr. 7).

Inmiddels is op een drietal terreinen met betrekking tot de integriteit van de ambtenaar een voorstel tot wijziging van de Ambtenarenwet tot stand gebracht welke thans bij de Tweede Kamer ligt (Kamerstukken II, vergaderjaar 2000–2001, 27 602, nrs. 1–2).

Daarnaast heeft nadere gedachtevorming plaatsgevonden over de vraag welke en in welke vorm andere waarden en normen hun beslag in de Ambtenarenwet zouden moeten krijgen. Daarbij is duidelijk geworden dat een groot deel van de beginselen die betrekking hebben op de ambtelijke ethiek zich naar hun aard veel meer lenen voor vastlegging in een beroeps- of gedragscode – al dan niet op lokaal niveau – dan voor opneming in de Ambtenarenwet zelf. Te denken valt bijvoorbeeld aan het gegeven dat ambtenaren bij de uitoefening van hun taak gebonden zijn aan nationaal en internationaal recht of aan het beginsel dat ambtenaren bij hun taakuitoefening er zorg voor moeten dragen dat het bestuur verantwoording kan afleggen aan de democratische organen.

Voor wat betreft de beginselen van «goed ambtenaarschap» en «goed werkgeverschap» ligt het weer wel in de rede om deze in de Ambtenarenwet vast te leggen, zoals dat ook voor de werknemers en werkgevers in de marktsector in het Burgerlijk Wetboek is geschied.

Gelet op deze bevindingen is mijn voornemen om bij de voorgenomen modernisering van de Ambtenarenwet, waar het gaat om het verankeren van waarden en normen voor ambtenaren, deze waarden en normen niet alle in de wet zelf op te nemen, maar de wet de grondslag te laten zijn voor een of meerdere beroepscodes voor ambtenaren.

In de memorie van toelichting bij het desbetreffende wetsvoorstel zal ik uitgebreid ingaan op de elementen die in zo'n code thuishoren.

Het streven is erop gericht begin volgend jaar een wetsvoorstel ter zake bij de Tweede Kamer in te dienen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Naar boven