nr. 11
AMENDEMENTEN VAN HET LID VAN DEN DOEL C.S.
De ondergetekenden stellen de volgende amendementen voor:
I
In artikel 37, derde lid, vervalt «in buitengewone omstandigheden».
II
Artikel 56 wordt als volgt gewijzigd:
A. Het tweede lid wordt vervangen door:
2. De in het eerste lid bedoelde dienstplichtigen zijn uitsluitend verplicht:
a. in gewone omstandigheden voor herhalingsoefeningen in werkelijke dienst
te komen; en
b. in buitengewone omstandigheden in werkelijke dienst te komen.
B. Een nieuw vijfde lid wordt ingevoegd, luidende:
5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld ter
uitvoering van het tweede lid voor zover het betreft het voor herhalingsoefeningen
in werkelijke dienst komen.
III
In artikel 63, vierde lid, vervalt «in buitengewone omstandigheden».
Toelichting
In de memorie van toelichting op blz. 10 staat vermeld: «Na afloop
van het vervullen van de dienst voor opleiding en oefening in gewone omstandigheden
worden dienstplichtigen opgenomen in het mobilisabele bestand. Omdat kennis
en vaardigheden bij mobilisabel personeel kunnen wegzakken en omdat de werking
van het mobilisatiesysteem alleen in vredestijd kan worden beproefd (in buitengewone
omstandigheden is het daar te laat voor) is gehandhaafd dat de krijgsmacht
herhalingsoefeningen kan houden voor het niet-parate deel van haar organisatie
...».
Tot het jaar 2010 blijft voor de vulling van de oorlogsorganisatie behoefte
bestaan aan dienstplichtigen. Na 2010 wordt de vulling zeker gesteld door
ex-BBT'ers die reserveplichtig zijn.
Volgens de Kaderwet dienstplicht kunnen geoefende dienstplichtigen met
groot verlof (voorshands de categorie van vóór 1 januari 1997)
alleen in buitengewone omstandigheden worden opgeroepen zonder dat de opschorting
wordt beëindigd. Dergelijke omstandigheden komen overeen met een situatie
waarin de mobilisatie van de krijgsmacht noodzakelijk wordt geacht.
Om het gestelde in de memorie van toelichting op blz. 10 te verwezenlijken
is dit volgens de voorliggende wet alleen mogelijk als de dienstplicht weer
wordt geactiveerd. Immers alleen in gewone omstandigheden kunnen dienstplichtigen
voor opleiding en oefening alsmede herhalingsoefeningen worden opgeroepen
(artikel 16). Een dergelijke politiek zware beslissing zal niet snel worden
genomen, zeker niet als dit alleen maar zou zijn om de ervaring en deskundigheid
van de dienstplichtigen met groot verlof op peil te houden.
Wil Nederland – ook in bondgenootschappelijk verband – een
betrouwbare partner blijven dan dient het ook over een geloofwaardige oorlogsorganisatie
te beschikken. Eenheden dienen daartoe vooraf te worden geformeerd. Toewijzing
van personele en materiële middelen en zonodig aanvullende opleiding
en training maken hier deel van uit. Tot 2010, wanneer de oorlogsorganisatie
op een andere wijze wordt gevuld, dient hiertoe een wettelijke mogelijkheid
te zijn, zonder dat de dienstplicht behoeft te worden geactiveerd. De voorgestelde
wijziging maakt dit mogelijk.
Van den Doel
De Koning
Sterk