nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van Wet houdende
afschaffing van de legitieme portie van ascendenten.
De toelichtende memorie, die het Wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
27 juni 1995
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, vooruitlopende op de invoering
van Boek 4 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, wenselijk is de legitieme portie
van erfgenamen in de rechte opgaande lijn te doen vervallen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A. In artikel 960 wordt tussen «regte» en «linie»
ingevoegd: nederdalende.
B. Artikel 961, eerste lid, komt te luiden:
Indien de erflater slechts één kind nalaat, bestaat dat
wettelijk erfdeel in de helft van de goederen, welke het kind bij versterf
zou hebben geërfd.
C. Artikel 962 vervalt.
ARTIKEL II
Deze wet is niet van toepassing, indien het overlijden van de erflater
heeft plaatsgevonden vóór haar inwerkingtreding.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,