nr. 10
DERDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 30 september 1996
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onder Aa, vervalt de tweede volzin.
B
In artikel I, onder B, wordt na artikel 63k een artikel ingevoegd, dat
luidt:
Artikel 63l
Artikel 55, eerste, derde en vierde lid, is niet van toepassing op beschikkingen
en bevelen als bedoeld in dat artikel, die betrekking hebben op bodem onder
oppervlaktewater die eigendom is van een publiekrechtelijke rechtspersoon.
C
In artikel I, onder D, artikel 76, wordt het tweede lid vervangen door:
2. Het derde lid komt te luiden:
3. Uit de bijdrage bekostigt de provincie volledig:
a. de kosten van oriënterend onderzoek, uitgezonderd in de gevallen,
bedoeld in artikel 63d, eerste lid, en
b. indien ingevolge artikel 82, tweede lid, een bijdrage aan een gemeente
wordt verleend, die bijdrage.
Toelichting
A
In artikel Aa, tweede volzin, was bepaald dat artikel 70, tweede lid,
van de Wet bodembescherming werd gehandhaafd. Artikel 70 van die wet kent
echter geen tweede lid.
B
Het doel van artikel 55 van de Wet bodembescherming is door registratie
van informatie over bodemverontreiniging op een voor ieder toegankelijke wijze
de kenbaarbaarheid van die informatie bij de burger te vergroten.
De waterbodem die voor de publieke taak is bestemd, is echter geen courant
object van verkoop aan particulieren. In veel gevallen berust het eigendomsrecht
van de waterbodem blijvend bij de Staat, een gemeente, provincie of waterschap.
Als er al sprake is van eigendomsoverdracht, dan is dat vrijwel steeds aan
een andere overheid. Bovendien zal bij waterbodems veelal sprake zijn van
een grote dynamiek als gevolg van de beweging van het water, zodat geregistreerde
informatie over de kwaliteit van de waterbodem reeds na korte tijd als verouderd
moet worden beschouwd. Het systeem van kadastrale registratie is daardoor
bij waterbodems dan ook minder aan de orde. Vandaar dat beschikkingen en bevelen
als bedoeld in artikel 55 die betrekking hebben op waterbodems die eigendom
zijn van publiekrechtelijke rechtspersonen (als bedoeld in art. 2:1 BW) van
het systeem van kadastrale registratie worden uitgezonderd.
C
Bij de inwerkingtreding van de wet van 24 mei 1996, houdende wijziging
van de Wet bodembescherming en de Wet milieubeheer (herstel van enige onvolkomenheden)
(Stb. 292), is artikel 76, derde lid, van de Wet bodembescherming aangepast.
De onderhavige bepaling strekt ertoe in lijn te blijven met die aanpassing.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
M. de Boer
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink